De Boeddha, een naam die in het Pali en Sanskriet 'verlichte' betekent, is naar alle waarschijnlijkheid een historische persoon geweest, met als eigenlijke naam Gautama Siddharta. Zijn geboorte valt tussen 624 en 448 vC.

Het Boeddhisme stoelt op vier waarheden:
1) alles is Lijden (sarvam duhkam)
2) de oorsprong van het lijden is de begeerte (trsna)
3) de vernietiging van de begeerte leidt tot de overwinning van het lijden
4) de vierde waarheid openbaart het Achtvoudige Pad (astapâda) of de Weg van het Midden, die leidt tot de uitdoving van het lijden.

Het Boeddhisme leert dat het universum in al zijn delen gevuld is met een mysterieuze essentie, welke het Zelf wordt genoemd. Dit universele, alles-doordringende Zelf is de realiteit in alle naturen, en de volmaaktheid van elk zogenaamd geschapen iets wordt bereikt door het weer opslorpen van het universele Zelf. Dit weer opslorpen symboliseren de Boeddhisten door een druppel water die in de zee valt. De druppel stelt dan het individu voor en de zee is het universele Zelf. Door dit beeld is er niets onsterfelijks in de mens, want in plaats van de geest heeft hij aan de wortel van zichzelf slechts het universele Zelf. Het persoonlijke is illusie, het universele is de enige waarheid.