is een toestand van volledig
wakker zijn, echter zonder de nauwte van het bewustzijn. Het typische
van het onderbewustzijn, van het dromen, is geweldige ruimte,
de wijdte, maar tegelijkertijd een sluimeren en een vaagheid.
De toestand van het waken is er een van grote helderheid die evenwel
ten koste gaat van de breedte. In de westerse psychologie spreekt
men daarom van de engte van het bewustzijn. Er bestaat echter
een toestand waarin de mens het bewustzijn heeft van een volledige
ruimte en tegelijkertijd van volledig ontwaakt zijn. Vandaar
dat Indiërs hun heiligen en wijzen boeddhi's of boeddha's,
dat wil zeggen 'ontwaakten' noemen.
Er bestaat een voorstellingsloos moment, waarvan we ons zeer wel
bewust kunnen zijn. Als inductor geldt het denkproces dat aan
dit onaanschouwelijk inzicht vooraf gaat. Precies zo kunnen we
stellen dat de meditatie vooraf gaat aan de contemplatie. Hier
is echter het onaanschouwelijk moment uitgegroeid tot een onaanschouwelijke
stroom, het mystieke schouwen. In inhoud van de meditatie geldt
als inductor der contemplatie. Plato, de Griekse wijsgeer uit
de oudheid, stelde dat onze zintuigelijke waarneming de herinnering
(amnese) is aan het 'Paradijselijke Schouwen'.
De 'gewone mens' heeft materiële middelen nodig om zich het
onzienlijke te herinneren, namelijk de zintuigen die als inductor
dienen. De toestand van het schouwen is bij ieder mens potentieel
incidenteel aanwezig.
Bron: http://home.worldonline.nl/~caros