Het Godsbeeld van Orpheus is
een van de edelste dat ooit aan de mensheid is gegeven. De Godheid
is niet langer een persoon of een vermenselijkte entiteit die
in een of andere hemelse sfeer verblijft en het beheer voert over
despotische (dwingeland) krachten. God wordt geopenbaard als een
eeuwig-verblijvende goedheid, een altijd-spuitende fontein van
waarheid en wet, almachtige eenheid, alwetende realiteit. In deze
interpretatie is de Godheid geen wezen, maar de bron van alle
wezens; niet het licht, maar de bron van het licht; geen denkvermogen,
maar de bron van het denkvermogen; het verborgen origineel van
alle geopenbaarde dingen.