KOPPENZETTEN

(schröpfen, cupping) is een natuurgeneeskundige behandelingsmethode. Men onderscheidt bloedig en onbloedig koppenzetten. Bij het bloedig koppenzetten wordt plaatselijk bloed aan het lichaam ontrokken door kleine oppervlakkige sneetjes in de huid te maken of met een hamertje met naaldjes te 'tappen' en daaroverheen koppen te zetten. De koppen hebben een inhoud van 100 tot 300 cc. De lucht in de koppen is kort voor het plaatsen verwarmd. Wanneer de lucht weer afkoelt, ontstaat er een onderdruk in de koppen, waardoor er bloed in de klok wordt gezogen. Het is ook mogelijk deze therapie te gebruiken bij het 'aderlaten'. Hierbij wordt een acupuctuurpunt met een dikke naald aangeprikt tot het bloedt, en vervolgens wordt er een kop overheen geplaatst om het bloeden te bevorderen. Bij het onbloedig koppenzetten gebeurt hetzelfde. De huid wordt echter niet van te voren beschadigd. De zuiging in de kop roept een zeer sterke plaatselijke hyperemie (verhoogd bloedgehalte) op. De zuiging kan daarbij de gehele kop opvullen. Nog een mogelijkheid met het koppenzetten is het insmeren van de rug (vooral het gebied langs de ruggengraat) met olie en daarna met een vastgezogen kop hier overheen te schuiven. Dit geeft een krachtige stimulatie van alle inwendige organen.