Bert Haanstra maakte indertijd onder deze titel een film waarin hij de veelzijdige en veelvormige verhouding tussen mens en water liet zien. Water dat verwoestend sporen trekt, maar even onmisbaar is voor ons wezens die, evenals het aardoppervlak, zelf voor een groot deel uit water bestaan. Water, er gaat minstens zo'n fascinatie vanuit als van dat andere ongrijpbare element, vuur. Je kunt iemand letterlijk gek maken door eindeloos lang telkens een druppel op zijn hoofd te laten vallen, maar het geluid van een klaterende fontein wordt over het algemeen juist als rustgevend ervaren. En wat te denken van al die New Age-muziek die zich voortdurend bedient van een achtergrond van het eeuwige geluid van de branding? En voor wie dit allemaal te lieflijk is: je kunt je laten verdoven door naast een donderende waterval te gaan zitten.
Alweer een aantal jaren geleden kon ik me in het oogverblindende Noorse berglandschap soms maar moeilijk losscheuren van die luidruchtig kolkende watermassa's: een schitterend geluid als je even helemaal niet meer wilt denken. In hoeverre dergelijke motieven een rol hebben gespeeld bij de componisten van klassieke muziek die zich met water hebben bezig gehouden, is niet altijd te zeggen.
De meest bekende watermuziek is ongetwijfeld Händels Water Music, waarvan de titel niet zozeer iets met water als wel met de plek van uitvoering, namelijk ōp het water van de rivier de Theems, te maken heeft. Naast de muziek voor de Royal Fireworks schreef Händel (1685-1759) dus nog een stuk voor een koninklijke aangelegenheid, de Water Music. Die Water Music werd niet in de vorm zoals hij tegenwoordig wordt uitgevoerd met drie suites en in totaal 22 delen door de componist geschreven. De legendarische waterexcursie in 1715 op de Londense rivier, die toen een van de belangrijkste verkeersaders van de stad was, was zeer waarschijnlijk maar één van de water-aangelegenheden waarvoor Händel muziek componeerde. Er is kennelijk nog meer muziek geweest waaruit later deze suites zijn samengesteld. Het is heel feestelijke muziek die zeker niet ten onrechte nog zo populair is.
Op een heel andere manier feestelijk is de onverwoestbare wals van Johann Strauss II, An der schönen blauen Donau. Nog een andere rivier vinden we in Smetana's Moldau. In dit symfonische gedicht wordt de luisteraar aan de hand van de muziek meegenomen vanaf de bron waar de rivier ontspringt en komt via allerlei stroomversnellingen tenslotte bij de zee.
Die zee inspireerde ook talloze componisten. Debussy schreef La mer (en Charles Trenet zong indertijd een schitterend, beetje melancholisch gelijknamig chanson). In het eerste deel van Petite Suite voor piano 4-handig wordt de luisteraar meegenomen op de kalme tonen van En Bateau. Vaughan Williams kwam met een mars, Sea Songs, en noemde zijn eerste symfonie Sea Symphony.
Vreemd dat vooral de Britten iets met water schijnen te hebben: van Delius is er voor bariton, koor en orkest Sea Drift, van Ireland een lied Sea Fever en van Elgar voor contra-alt en orkest Sea Pictures.
Om even terug te komen op die fonteinen, ook die waren natuurlijk aanleiding voor componisten voor het schrijven van muziek. Respighi 'beschreef' bijvoorbeeld vier beroemde fonteinen in Rome in Fontane di Roma. En Liszt vond eveneens in Italië water dat zijn weerslag in zijn muziek vond: Années de pčlerinage- année 3- Les jeux d'eau ā la Villa d'Este. Al eerder, in het eerste jaar van zijn 'pelgrimstocht', had in Zwitserland water geleid tot Au lac de Wallenstadt en Au bord d'une source. Het zal de lezer duidelijk zijn: wie het water zelf ontbeert, kan altijd nog zijn toevlucht zoeken tot het beluisteren van watermuziek.
PRISKA FRANK