Dromen zijn bedrog, tenminste als we dit gezegde mogen geloven. Jungianen en bijbellezers weten beter: ook dromen hebben hun functie en kunnen soms beangstigend realistisch zijn, veelsoortig inzichten verschaffen ook. Immers, tijdens de slaap blijven onze hersenen doorwerken. Was het niet Einstein die de ontbrekende schakel van zijn relativiteitstheorie droomde? Hij is in elk geval zeker niet de enige die op die manier aan ideeën kwam en komt. Hoeveel mensen hebben er niet permanent pen en papier naast hun bed liggen om direct bij het ontwaken gedroomde ingevingen te noteren?
Sommige personen reageren heel sceptisch als je je 'geloof' in dit
mechanisme tentoonspreidt. Probleem is inderdaad dat dromen buitengewoon
vluchtig zijn en heel makkelijk verdwijnen waardoor het soms lijkt alsof
ze niet bestaan hebben. Maar iedereen droomt, het is zelfs een vorm van
overleven. Door meteen bij het wakker worden een droom te recapituleren,
al dan niet door die op te schrijven, wordt die ook in het lange-termijn-geheugen
opgeslagen en kan vervolgens worden herinnerd. Ook in onze slaap blijven
we proberen problemen op te lossen.
Dus dromen musici en componisten muziek, schrijvers prachtige teksten
en natuurkundigen geniale formules..... en slaan zich de volgende morgen
wanhopig voor het hoofd als ze dat nog wel wéten maar het inhoudelijk niet
meer kunnen reproduceren.
De kwelling van een glimp van het paradijs te hebben opgevangen en
zelfs de muur er omheen niet meer te kunnen vinden.
Het schrijven van een column is een beetje als bakken. Je gooit een
aantal ordinaire ingrediënten bij elkaar die een weinig appetijtelijk beslag
of deeg vormen, dat tijdens het bakken echter in een prachtige pannekoek,
soes of knapperig brood verandert.
Nu droomde ik van de week over een paar dingen en al dromend realiseerde
ik me dat ze bij elkaar pasten, nog aansloten bij iets anders ook, en de
ideale stof voor een column vormden. In die droom zag ik twee merkwaardig
modern vormgegeven klavieren - piano, clavecimbel, hammerklavier? Ik weet
het niet want hoorde ze niet, zag noch het interieur - die hoekig en felgekleurd
voorzien van zwarte knoppen met elkaar in botsing kwamen. Al dat verkreukelde
hout was een akelig gezicht, zelfs in mijn merkwaardig stille droom. Maar
de ravage in ogenschouw nemend bedacht ik dat er onlangs nòg een klavier
was gecrasht.
De oplettende lezer begrijpt het al: eenmaal wakker ontgaat mij het
verband tussen deze droom en de werkelijkheid totaal. Bij mijn weten zijn
dergelijke botsingen nog niet voorgekomen, maar ik houd me uiteraard aanbevolen
voor informatie daarover.
Dromen leveren niet alleen inspiratie (en vraagtekens) maar ook stòf voor inspiratie. Het ongrijpbare fenomeen droom en dromerige sferen lenen zich uitstekend om in muziek vertaald te worden. Talloze componisten hebben dat ook gedaan. Ik geef maar een paar voorbeelden: Debussy schreef voor piano een prelude getiteld Rêverie, Schubert twee liederen 'Nacht und Träume' en 'Der Traum', Schumann een lied 'Allnächtlich im Traume' en twee pianostukken Träumerei (nr.7 uit Kinderszenen) en een Fantasiestück Traumes Wirren. En gelukkig biedt dit lijstje niet alleen zoetige dromerigheid. Het laatstvermelde stuk getuigt juist van de onrust en de verwarring die dromen kunnen oproepen. Het soort onrust dat overigens bepaald dieper gaat dan die over het absurdisme van verongelukte klavieren.
PRISKA FRANK