Muziek verzekerd


'Jij weet veel van muziekinstrumenten, hè', begon een vriend aarzelend. Ik heb dat een beetje gerelativeerd, het is tenslotte onderdeel van mijn vak. 'En je hebt toch ook verstand van verzekeren?' Inderdaad ben ik een kleine vijf jaar tevens in die branche actief geweest, al heb ik het nooit geschopt tot zo'n verzekeringsadviseur die bij de mensen thuis komt en en passant ritjes maakt op de rug van een orca en dergelijke...
En toen vertelde hij, die vriend dus, een verhaal over een sitar, zo'n langhalzig Indiaas snaarinstrument, van een vriend die bij het klussen onherstelbaar beschadigd was geraakt. En hoe moest dat nou met de verzekering, want zijn vriend had het instrument zelf in India gehaald?

Goed, ik heb een passend advies gegeven en kwam daardoor ook in gedachten terug in de werkplaatsen van vioolbouwers waar mijn moeder, die zelf viool speelde, me als kind regelmatig mee naartoe nam. Daar mengden de geuren van hout, vernis en stof zich tot een mysterieus waas dat dit eeuwenoude ambacht omhult. Er werd onveranderlijk met een Duits accent gesproken en de chaos in dergelijke werkplaatsen was even onveranderlijk gigantisch. Overal aan de muur, op de grond en waar verder mogelijk hingen, stonden en lagen instrumenten, mallen, gereedschap, snaren. Instrumenten, die vaak in verschillende fasen van voltooiing verkeerden, sommigen nog in maagdelijk blank hout. Om de een of andere reden wordt dit beeld gecompleteerd door een wat onbestemd gekleurd Perzisch tapijtje op een overvolle tafel.

Het kan geen toeval zijn dat binnen een week na het 'sitar-incident' een vriendin mij vroeg haar te adviseren bij de keuze van een nieuwe viool. Daardoor stond ik na zoveel jaar opeens weer in zo'n werkplaats waar deze keer alleen het tapijtje ontbrak. Hoewel ik zelf geen strijker ben en eigenlijk niet eens zoveel affiniteit met dergelijke instrumenten heb, blijven dit toch oorden om je vingers bij af te likken. Het liefst zou ik dan rondlopen om de voluptueuze welvingen van celli te volgen, mijn neus in het zaagsel te steken.

Maar goed, ik kwam hier om te luisteren en dat heb ik dus gedaan. Tenslotte verlieten wij het pand met drie vioolkisten (met inhoud) want het is gebruikelijk om zoiets persoonlijks als een muziekinstrument, voor zover het nog draagbaar is althans, op proef mee te nemen. Hoewel, een verkoper van een niet nader te noemen muziekwinkel uit een kleine keten in het midden des lands presteerde het ooit om zijn totale onbenul in dit opzicht te tonen. Hij meldde eenvoudig dat de vleugel waar ik naar vroeg, wel voor me besteld kon worden.... Alsof het een dertien in een dozijn tafel of stoel betrof in plaats van een instrument van vele tienduizenden guldens met een eigen klank, die je dan wel moet aanstaan natuurlijk.

Terug naar de violen. Wat ik zo opmerkelijk vond aan deze hele transactie was dat die geheel gebaseerd was op vertrouwen. Er werd wel een adres opgenomen, maar zelfs een handtekening onder een leenovereenkomst of een borgsom werd niet gevraagd. En over de verzekering heb ik maar geen vragen gesteld, al moet je er toch niet aan denken dat er iets gebeurt met zo'n geleende viool. Trouwens ook niet als die inmiddels wèl je eigen bezit is geworden. Want juist door die uniciteit is in feite elk instrument onvervangbaar. Je kan je verzekeren voor de zogenaamde vervangingswaarde, maar net als bij mensen en dieren en foto's en nog veel meer heb je daarmee het oorspronkelijke 'bezit' niet terug. Voor diefstal van mijn vleugel, die ik tenslotte in het buitenland uitzocht, hoef ik in elk geval niet bang te zijn: onder veel bekijks is die uiteindelijk met een grote kraan omhoog gehesen.

PRISKA FRANK


©St. NoPapers

Terug naar overzicht