Kattegespin


In film- en theaterkringen blijken soms hardnekkige vooroordelen te bestaan. Een van de meest onuitroeibare is wel het idee dat wetenschapsmensen wereldvreemde wezens zijn die zich maar met moeite handhaven.

Binnen enkele weken tijd werden op de buis twee musicologen ten tonele gevoerd. De lezer zal het misschien verbazen, maar ik voelde me niet bepaald aangesproken door deze 'collega's'. De eerste, Kees Brusse in een of ander Nederlands televisiespel, introduceert zich bij een 'toevallige' kamergenote aldus. 'Ik houd lezingen. Ik ben musicoloog. Hou jij van klassieke muziek?' Met het antwoord 'Ik vind het te mooi' is hij merkwaardig tevreden. Even later ontpopt hij zich als een clandestiene walkmangebruiker: 'Alleen de verkoper weet dat ik 'm heb....'

In What's up, Doc? (1972) verschijnt Ryan O'Neal als de vreselijk vergeetachtige Howard Bannister op de Conference of American Musicologists als een van de twee gegadigden voor de $ 20.000 van de Larrabee beurs. Zijn onderwerp is 'pre-paleozoïsch stollingsgesteente en een theorie over muziek bij de Neanderthalers'. We zien hem dan ook in de weer met een stemvork en stenen. Er is sprake van nonsens over een bel in de hotellobby, die een halve toon te laag (ten opzichte waarvan?) zou zijn, en van Leonard Bernstein die een lawine in Es zal dirigeren. Gelukkig is dit laatste niet serieus bedoeld, maar het onderwerp van de Kroatische (sic) tegenstander wel. Hij bestudeerde 'pauzes in het jodelen die door zeventiende- en achttiende-eeuwse Zwitserse componisten (hoezo, Zwitserse componisten?) in hun muziek zouden zijn verwerkt'. Hij wordt op plagiaat betrapt omdat over het onderwerp in 1905 al een publicatie verscheen van een ander ... Maar deze Hugh werd toch al niet serieus genomen toen eerder in een gesprek was gebleken dat hij als Doctor in de musicologie geen hifi- set kon repareren.

Alle gekheid op een stokje, deze matige film - het mooist blijven de woorden van de song You're the top uit Cole Porters Anything goes: 'You're the Colosseum...you're the Louvre museum...you're a melody from a symphony by Strauss.....you're a ...bonnet, you're a Shakespeare sonnet, you're Mickey Mouse...' waarmee de film opent en besluit - geeft een verknipt beeld van mijn vak. Hadden ze niet net als in 'Sleepless in Seattle (An affair to remember, 1957) verwijzingen naar een ècht leuke film met Cary Grant kunnen opnemen?

In Bringing up Baby (1938) speelt hij een verstrooide paleontoloog die zojuist het laatste bot voor zijn dinosaurusskelet heeft ontvangen - Jurassic Park lag om de hoek... - maar dat onmiddellijk weer kwijtraakt doordat Baby, Katherine Hepburns huis- luipaard, ermee vandoor gaat. Tijdens schermutselingen zien we ook het hele skelet jammerlijk ineenstorten. Een verrukkelijke comedy of errors die leuk blijft en die, zo lees ik bij Pauline Kael, notabene het uitgangspunt van Peter Bogdanovich was bij het schrijven van What's up, Doc? Sorry, geef mij maar Grant.

Om nog even bij katten te blijven, soms komen juist niet-musicologen met de beste ideeën over muziek. Midas Dekkers, de beroemdste bioloog van Nederland - of is dat toch Maarten 't Hart? - amuseert de luisteraars van Vroege Vogels al jaren met zijn columns. Zijn voorkeur voor poezen heeft hij nooit onder stoelen of banken gestoken en onlangs stelde hij: 'Als ik een warenhuis had, liet ik in plaats van muziek over alle verdiepingen een warm gespin weerklinken.' En als professional onderschrijf ik dit voorstel van harte: ik kies niet alleen voor Baby maar ook voor kattegespin.

PRISKA FRANK


©St. NoPapers

Terug naar overzicht