In 'Op hoop van zegen' laat Herman Heijermans Kniertje de inmiddels gevleugelde uitspraak 'De vis wordt duur betaald' doen. Maar vis is niet het enige wat duur betaald wordt: voor veel kunst geldt precies hetzelfde. En dan bedoel ik niet de astronomische bedragen die kunstwerken regelmatig opbrengen, maar de prijs van wat daaraan vooraf is gegaan bij de conceptie van die werken. Tot twee keer toe heb ik het aan den lijve ondervonden en meebetaald en geen Robin Norwood (Women who love too much) die me daarbij kon helpen.
Aan kunstenaars zit vaak een steekje los. Die ene van mij was zo onzeker en labiel (èn alcoholist) dat hij me het liefst in een kooitje had opgesloten. Toen de ander eindelijk zijn bindingsangst overwonnen had, verkoos hij toch nog alleen te blijven. Voorwaarde voor zijn inspiratie is immers dat hij ongelukkig is...waar heb ik dat meer gehoord? En hoeveel verdriet gaat er niet schuil achter meesterwerken? Hoeveel genieën als een Schubert waren er niet (manisch) depressief? Het lijkt wel een potsierlijke ruilhandel: wie groot op het ene gebied is zal er iets anders voor moeten inleveren. Al in de zestiende eeuw besteedde de Italiaanse humanist, filosoof, natuurkundige en arts Hieronymus Cardanus in twee tractaten aandacht aan dit fenomeen.
Dat zal je altijd zien: ik had al besloten over dit onderwerp te
schrijven toen me door Paul van Nevel in zijn boekje over Gombert deze
informatie in de schoot werd geworpen. Cardanus beschrijft ziekten, oververmoeidheid
en psychotisch wangedrag bij kunstenaars en signaleert bijvoorbeeld in
de zanger Carpentas (overl. 1548) een workaholic avant la lettre, die zichzelf
op deze manier lichamelijk ondermijnde.
Gombert wordt in dit verband genoemd omdat de toenmalige hofcomponist
en kapelmeester van Karel V zijn positie verloor en dwangarbeid in de galleien
moest verrichten nadat hij een koorknaap had verkracht. En dat is wel het
laatste wat je zou verwachten achter de 'hemelse' en devote muziek van
deze componist.
Inderdaad, kunst wordt duur betaald. Andersom komt soms ook voor.
Wie de film Rain Man heeft gezien zal inmiddels weten dat veel autistische
mensen bij wijze van spreken ter compensatie van hun communicatieve beperkingen
vaak over een bepaalde gave beschikken. Norman, de figuur die zo overtuigend
door Dustin Hoffman werd neergezet, was ongelooflijk goed en snel met cijfers
en getallen. Maar soms ligt een dergelijke begaafdheid ook op het kunstzinnig
vlak, bijvoorbeeld in de poëzie of de beeldende kunst. En die producten
zijn vaak van een intrigerende schoonheid, misschien ook wel omdat ze een
schijnbaar onoverbrugbare kloof daarmee weten te overbruggen.
Toch nog een beetje gerechtigheid.
PRISKA FRANK