Hoe vaak hoor je mensen in een film niet zeggen: 'They are playing our song' waarna het tijd is voor een nostalgische terugblik.
Liedjes en herinneringen: zelfs als we iets wèl zelf hebben meegemaakt maken we er in onze herinnering nog televisie van: beeld en geluid. Iedereen kent waarschijnlijk legio voorbeelden: muziek die het verleden oproept. Zelf overkomt het me regelmatig dat zich 'zomaar' een melodie in mijn hoofd aandient, die ik eerst moet identificeren - wat soms op zichzelf al knap lastig is, want je blijkt de gekste dingen te onthouden, maar de naam ervan, ho maar - om vervolgens het verband met een gebeurtenis of persoon te leggen. Zo'n flard muziek meldt zich nooit ècht zomaar, blijkt dan. Dat is ook het bezwaar van muzak, wat voor de een slechts onopgemerkt muzikaal behang is, is voor de ander 'our song' met alle (meestal emotionele, want anders had je het niet eens onthouden) herinneringen en associaties van dien.
Hoe werkt dat nou, dat geheugen? Hoe meer verschillende maar wel samenhangende impulsen er tegelijk binnen komen, hoe beter iets onthouden wordt. Het is niet voor niets dat op de lagere school de tafels hardop worden gedaan. Niet alleen wordt de te leren stof zo hoorbaar gemaakt en levert dat een andere dan de visuele prikkel, maar bovendien gaan de mondspieren door een routine, die op den duur gedachteloos reproduceerbaar wordt. Daarom beklijft een hardop gelezen tekst beter dan een stilzwijgend gelezen stuk en bevordert ook het (relatief trage) proces van iets opgeschreven hebben het onthouden ervan. Het blijkt dus makkelijker een logische combinatie van factoren te onthouden dan losse zaken. Als leerhulpmiddel is de televisie dus zo gek nog niet met zowel visuele als auditieve stimuli. Maar veel ruimte voor eigen creativiteit van de kijker blijft er niet over.
Onlangs maakte ik de fout op de BBC naar de 4-delige verfilming van D. H. Lawrences Lady Chatterly's lover te kijken, die (de verfilming dus!) in Engeland nota bene veel stof had doen opwaaien vanwege zijn 'gewaagdheid', maar ik werd en niet warm of koud van, wel mooie muziek van Benjamin Britten. Jaren geleden las ik het boek - waarvoor tegen Penguin bij de eerste publikatie indertijd een proces werd aangespannen, dat de bestrijders van deze 'vunzige' literatuur overigens verloren - met rode oortjes, maar de opvattingen van regisseur Ken Russell - die ook verantwoordelijk is voor een paar vreselijke 'biopics', verfilmde biografieën van componisten als Mahler en Tsjaikovski - lagen mijlenver van mijn eigen invulling.
Ik had het kunnen weten, want om die reden zie ik ook nooit films naar mij dierbare boeken in de bioscoop: ik geef de voorkeur aan mijn eigen fantasie. Al dit bovenstaande doordat ik gisteren opeens een klein bundeltje citaten over muziek (oplage 100) van onder meer Shakespeare, Byron, Wagner etc. in mijn handen had, ruim tien jaar geleden in Paradiso op de beurs voor kleine uitgevers gekocht. Het was zo'n impulsaankoop waarvan je meteen zeker weet dat het een goede is. Ik herinner me dat nog als de dag van gisteren, toen ƒ 15,-- nog een heel kapitaal voor me was. Zo zie je maar dat niet alleen muziek herinneringen kan oproepen, een boekje óver muziek doet hetzelfde.
PRISKA FRANK