Onder de kop 'Evenementen' in de bijlage Traject van de zaterdagse
Volkskrant staan vaak aardige tips. Deze week heb ik bij een ervan toch
wel even met mijn ogen zitten knipperen. Vanaf 4 april tot oktober organiseert
de Culturele Raad van Oost Knollendam (sic) namelijk literaire rondvaarten
op het Jisper- en Wormerveld. 'Terwijl een bekende schrijver voorleest
uit eigen werk, vaart de boot door het vogelrijke gebied van Waterland.'
Vertrek telkens om 12 uur, behalve in mei. Dan wordt gestart om 20 uur
in verband met het onderwerp: spannende verhalen...
Hoe komt iemand erop? Het zal een teken zijn van deze tijd, waarin
muziek als behang wordt gebruikt en de televisie dient als decor voor het
familieleven. Maar varen door een natuurgebied èn voorgelezen worden, lijkt
me toch echt teveel van het goede. En die ene keer 's avonds is helemaal
waanzin: het zal toch al vrij snel donker zijn. Reuze spannend natuurlijk,
maar dan kan je net zo goed op de Zaan of op het Noordzeekanaal gaan varen.
Deze literaire boottochtjes doen me denken aan een tripje op het water dat ik zelf alweer lang geleden maakte. Door mijn geliefde Londen stroomt de rivier de Theems en een paar eeuwen terug was die veel meer dan nu, zeg maar, de hoofdstraat van de stad. Hij was niet alleen breder maar ook schoner dan de gemiddelde achttiende-eeuwse straat en bood tevens ruimte aan groots opgezette (koninklijke) evenementen. De Duitse componist Händel, die door de Britten is omarmd als een nationale figuur, schreef voor zo'n feest de bekende Water Music. Mijn boottochtje nu, bestond eruit dat we de rivier af zouden zakken terwijl deze muziek aan boord werd gedraaid. Althans dat dàcht ik, en het leek me wel wat om onder het genot van die majestueuze muziek daar zelf statig te varen. Ik had niet gerekend op een 'vertelster', die ons het hele verhaal eromheen voorschotelde op een toon alsof we een kleuterklas waren. Kortom, een typisch voorbeeld van verdeelde genoegens.
Op een andere, minstens zo toeristische plek kwam ik een voorbeeld tegen van oneigenlijk gebruik van muziek. In de grootste zaal van de druipsteengrotten in Han-sur-Lesse stond vroeger een restaurant waar dan een stop voor een verplichte consumptie werd gemaakt. Gelukkig is dat inmiddels verdwenen maar nu wordt het publiek op een licht- en geluidsshow getrakteerd. Overigens dreven de klanken van Ennea al door de zaal toen we daar binnen kwamen. Vervolgens werden de gigantische afmetingen van de grot aangetoond door iemand met een brandende toorts vanaf het hoogste punt naar beneden te laten hollen. Iedereen wordt op stoelen gepoot, al het licht gaat uit en even zijn de immense duisternis en stilte tastbaar: heel indrukwekkend. Maar dan klinkt plotseling machtig Bachs bekende Prelude voor orgel en flitsen lampen aan en uit. Nauwkeurig op de maat van de muziek gesneden als ware het een videoclip volgt een waterval van licht en geluid. Fascinerend, adembenemend soms zelfs, maar ik blijf toch mijn twijfels houden over dit soort 'praktijken': mag je muziek die daar niet voor gemaakt is zo gebruiken? En, mag je mensen op die manier bespelen?
PRISKA FRANK