Het Nederlands Kamerkoor staat garant voor uitvoeringen op topniveau. Dat dit besef is doorgedrongen tot een grote groep mensen bleek uit de lange rij voor de kassa van Muziekcentrum Vredenburg op de waterige zondagmiddag. Een ieder die het gemist heeft, kan donderdag 27 oktober naar radio 4 luisteren. Het programma was overigens helemaal niet zo toegankelijk als de grote schare gemengd publiek deed vermoeden. Van welluidende kerkmuziek van Rachmaninov tot een halsbrekend zestienstemmig, zeer dissonant stuk van Ligeti.
Opmerkelijk in de uitvoering van de stukken van Rachmaninov was de balans tussen de stemmen. Telkens lag de nadruk op een andere stem zonder dat deze luider werd of er daadwerkelijk in melodisch opzicht uitsprong. Het in de kern verschuiven van de vocale lijnen gaf de muziek een meerwaarde die bijzonder genoemd mag worden. Zeer subtiel en krachtig, zowel in de ijle hoogte als in de donkere laagte. Helemaal indrukwekkend was 'Jézus és a kufarok' (Jezus en de kooplieden) van Kodàly. In klank, in ritmiek, in zeggingskracht en allesomvattende spanningsboog was dit stuk absoluut een klapper. De tekst geeft enerzijds de rust van Jezus weer als ook de drukte van de kooplieden. Tekst wordt klank en de klank vormt weer de associatie die terugkeert naar de betekenis van de woorden. Gronostay zette het koor met simpele gebaren naar zijn hand en lokte de voor hem kenmerkende ingetogenheid uit zonder aan dramatiek te verliezen. De muziek vloeide hier als vanzelf uit voort.
De 'Drei Phantasien nach Friedrich Hölderlin' van Ligeti vereiste meer nauwkeurige gebaren van de dirigent. Zestien stemmen vertolkten de halsbrekende noten van de componist op een manier die nauwelijks te beoordelen valt. De polyfonie in harmonie, ritmiek en tekst is auditief zo verwarrend dat slechts verbazing overblijft. Dat ondanks de vele noten er een algehele structuur en spanningsboog hoorbaar was, geeft het niveau van zowel Ligeti, als Gronostay, als het Nederlands Kamerkoor weer. De 'Drei Phantasien..' zijn extreem in klankidioom. Snerpende luidheid op zeer dissonante akkoorden maar ook dissonanten die zo zacht gezongen worden dat het lijkt alsof er aarzeling in het ensemble heerst. Een zelfde soort aarzeling klonk ook door in het buitengewoon schone 'Agnus Dei' van Penderecki. Het 'Agnus Dei' maakt deel uit van het 'Poolse requiem' uit 1980- 1984, maar kan ook zelfstandig worden uitgevoerd. Het 'Requiem' is een buitengewoon dramatisch stuk en de klagende klanken van het 'Agnus Dei' moeten ook in dit verband worden gezien en vertolkt. De aarzeling of de ingetogenheid waarmee het Kamerkoor de muziek vertolkte, was dan ook niet zaligmakend. Te veel vibrato met name in de sopranen, maakte de melodische lijnen te zoet en te week. Non vibrato is een absolute must om het klagende karakter van het lam Gods duidelijk te markeren.
Als ik zo vrij mag zijn mijn advies op te dringen: stop een bandje in de cassetterecorder en zorg dat het rode lampje brandt op 8 uur donderdagavond.
KATJA BROOIJMANS