Eeuwig interessant blijft de extentie 'compleet' als het om muziek gaat. Het woord moet genuanceerd beschreven worden anders is deze term uiterst gevaarlijk. "The songs - complete" van de Amerikaanse componist Samuel Barber is enkel door de titelkeuze van de CD twijfelachtig en een nader onderzoekje waardig. Uit de toelichting blijkt al dat er wellicht nog ergens een lied zou kunnen opduiken, maar op dit moment zijn de op deze CD gepresenteerde liederen compleet. Het lied "Andromache's Farewell" voor sopraan en orgel is wellicht door de bezetting niet opgenomen. De ontwikkeling van Barber als liedcomponist is samengeperst op twee CD's met een totale duur van ongeveer een uur en drie kwartier. Cheryl Studer, Thomas Hampson, John Browning en het Emerson String Quartet hebben zich ontfermd over 'alle' liederen van Barber voor het label Deutsche Grammophon. Wellicht is het wat overdreven om zoveel zout te leggen op de term 'compleet', maar het wekt een lichte irritatie op als in de toelichting beweerd wordt dat er 'veel ongepubliceerde liederen' van Barber zijn en dat de executeur testamentair Gian Carlo Menotti (componist) er voor drie toestemming heeft gegeven ze op CD uit te brengen. Via andere wegen komen de musici Studer, Hampson en Browning tot tien ongepubliceerde liederen. Deze kunnen bijgeschreven worden in de werkenlijst van Barber, geen slechte score maar hoeveel heeft Menotti nog in de kluis? De ongepubliceerde liederen van Barber op deze CD zijn gecomponeerd in de periode 1925 tot 1937. Kenmerkend zijn de sobere begeleidingen, melodieën en fraaie teksten. Echter de gepubliceerde liederen van latere datum sprankelen meer, zijn minder beladen in stemming en zijn vooral origineler. De voorspelen van de piano van de vroege liederen voorspellen veelal het verloop van de zangstem waardoor het ontluisterende waarnemen van clichés onvermijdelijk is. Een absolute topper in het liedrepertoire van Barber zijn de "Hermit Songs" uit 1952-53. Een totaal van tien liederen op teksten van anonieme Ierse 'dichters' uit de periode 8ste tot 12de eeuw. De gedichten en teksten zijn eenvoudig van tekstuur; korte zinnen met alledaagse thema's. Barber heeft er ongecompliceerde muziek bij geschreven, zeer rijk aan variatie en sprankelend van intentie.
Het ongecompliceerde in Barbers muziek is hem niet altijd in dank afgenomen. Verwijten als zou hij niet met zijn tijd meegaan zijn veel gehoord. Bij het horen van Barbers liederen past het etiket '20ste eeuw' niet direct. Barbers idioom (manier van componeren) is niet dissonant of berekend, maar richt zich op een mooie melodische lijn en een contrapuntische begeleiding. De piano heeft een ondersteundende functie en richt zich niet zozeer op klank. Geen dikgevulde akkoordvelden of hoog en laag springende tonen, maar een functionele, open en sobere begeleiding. De tekstkeuze is eveneens van bepalend belang voor de toonzetting. Elk lied leest als een gedicht en heeft ook in de kale tekstuele vorm een bijzondere schoonheid. Barber gebruikte teksten en gedichten van James Joyce, Rainer Maria Rilke, Gerard Manly Hopkins en anderen. Tekst is belangrijk voor Barber en deze is dan ook het bepalende element voor de toonzetting van een gedicht of een tekst. De sobere begeleidingen laten voldoende ruimte over voor de zangstem waarin intensiteit en volledig tekstbegrip tot uiting moeten komen. De beide zangers Cheryl Studer (sopraan) en Thomas Hopkins (bariton) slagen hierin met glans. Beide zangers zingen met een natuurlijk gevoel voor de muziek die ze vertolken. Geen overspannen vibrato, geen dikke klank zonder dictie, integendeel de teksten zijn goed te verstaan en de intentie van het gedicht komt duidelijk naar voren. De variatie in de liedteksten is enorm groot. Grappige teksten zoals de 'Monks and raisins', moderne teksten als 'Now have I fed an eaten up the rose' en 'A green lowland of pianos', vluchtige teksten zoals het bijzondere interessante lied "Nuvoletta" op.25 op tekst van James Joyce uit "Finnigans Wake".
De stem van Cheryl Studer is bijzonder goed geschikt voor het vertolken van liederen. Haar stemgeluid is zo helder als glas en heeft in alle registers evenveel zeggingskracht. Ze maakt bijzonder mooie fraseringen waaruit hoorbaar blijkt dat voor haar de tekst meer is dan enkel de lettergrepen op de noten. Thomas Hampson heeft een zeer veelzijdig geluid, lyrisch in de hoogte en in de laagte een mooie volle klank. Ook in zijn interpretaties klinkt de flexibiliteit en veelzijdigheid als zanger door. Beide zangers waarderen Barbers muziek en weten dit goed over te brengen. Niet alles is even fantastisch natuurlijk. De uitspraak van het Frans van Thomas Hampson is in de liederen op teksten van Rilke behoorlijk storend, ook de hoorbare ademhaling van Cheryl Studer leidt af. Ook jammer is dat er op deze CD een aantal onnodige onzuiverheden zijn vereeuwigd. Het meest vervelend is toch wel het onbeholpen pianospel van John Browning. Zonder enig gevoel voor wat dan ook ramt hij de noten op zijn plek, totaal ongevoelig voor tekst en zangstem. Het verschil is echt bijna genant als het Emerson String Quartet Thomas Hampson begeleidt in het prachtige lied "Dover Beach" op.3. De muziek krijgt een enorme zeggingskracht door de samenkomst van begeleiding en zangstem. De rijke tekstuur van de beleidingen is door het spel van Browning op de achtergrond geraakt en dat is jammer, zeker nu het om de complete liederen van Barber gaat. Al met al is deze CD zeker de moeite van het beluisteren waard. De ordening van de liederen is chronologisch waardoor een waarheidsgetrouw overzicht van Barber als liedcomponist ontstaat. De variatie in de muziek zelf levert een fraai resultaat op zodat de luistertijd zeer makkelijk te overbruggen is.
Katja Brooijmans