Telkens als ik me realiseer onder welke omstandigheden in Polen gewerkt werd kan ik alleen maar een enorme bewondering hebben voor wat daar ook tijdens het pre-Solidariteits-bewind op cultureel gebied gepresteerd is. In de muziek zijn componisten als Lutoslawski, Panufnik, Penderecki en niet te vergeten de inmiddels wereldberoemde Górecki ondanks het politiek weinig vruchtbare klimaat op een hoog niveau aktief gebleven. Ook in de film heeft zich iets dergelijks afgespeeld. Kieslowski en Wajda zijn regisseursnamen die dan boven komen. En vooral de laatste heeft zich politiek niet onbetuigd gelaten. De beide films Man van marmer (1977) en Man van staal (1981) van Wajda zijn van dat politieke standpunt de meest onomwonden uitingen. Met name in Man van staal speelt de toen nog verboden vakbond Solidariteit een belangrijke rol met optredens van leider Lech Walesa als zichzelf. Indertijd, het zal 1982 geweest zijn, zond de BBC beide films kort achter elkaar uit en ik weet nog dat ze een enorme indruk op me maakten. Dat was voor mij de reden om direct de CD met muziek van Andrzej Korzynski bij films van Wajda te bestellen toen die uitkwam. Behalve muziek bij de twee genoemde films staan er ook fragmenten uit Het Berkenbos uit 1970 en uit Vliegen jagen (1969) op: ruim vijf kwartier muziek. Korznyski werd in 1940 in Warschau geboren en manifesteerde zich na een conservatoriumstudie als componist, pianist, organist en arrangeur. Na een radio-micro-opera De sleutel hield hij zich jarenlang bezig met het dagelijkse radioprogramma Rhythm Studio waar het grootste gedeelte van de Poolse popgroepen en songs gelanceerd werd. Intussen raakte Korznyski steeds meer gefascineerd door de schier eindeloze mogelijkheden van de synthesizer en ontwikkelde ook in samenwerking met het instrumentale ensemble Arp Life tussen 1973 en 1978 nieuwe klanken. Zijn drang om terug te keren tot opera bracht hem in contact met Andrzej Zulawski, film regisseur. Met hem maakte hij twee televisiefilms. Diverse speelfilms volgden evenals contacten in het buitenland met Warner Bros. en Twentieth Century Fox. Zijn werk werd ook door de critici gewaardeerd. Filmregisseur Andrzej Wajda raakte in Korznyski's werk geïnteresseerd en dit resulteerde in hun eerste film samen, Everything is for sale, in 1969. Deze film was bedoeld voor de doorgewinterde filmkijker en tevens een knipoog naar en een terugblik op zijn eerdere werk. Het succes van Alles is te koop kreeg binnen een half jaar een vervolg in Vliegen jagen, dat gebaseerd is op het gelijknamige en in Polen bekende boek van Janusz Glowacki dat een ironisch beeld geeft van immer falende jonge intellectueel, die het slachtoffer is van de hem omringende vrouwen. Het is een satirische kijk op het socialisme. Korznyski's ervaring met pop- en rockmuziek kwam hem hierbij goed van pas. Wie de zeven fragmenten op de CD beluistert kan inderdaad niet om die invloed heen, maar geheimzinnige strijkers met fluit, een Zuidamerikaanse Bossa Nova, een wel erg electronisch gemanipuleerde track en een onverwacht citaat uit Chaplins City Lights wijzen op een veel gevarieerdere achtergrond. Muziek, overigens, die zich in deze geïsoleerde vorm niet laat herkennen als onderdeel van een meesterwerk. Een jaar later sloegen Korznyski en Wajda een nieuwe richting in met de verfilming van een romantisch verhaal van Iwazkiewicz, Het berkenbos. Het verhaal gaat over twee broers. De ene trekt zich na de dood van zijn vrouw terug en de andere is ongeneeslijk ziek, maar probeert tot zijn laatste ademtocht misbruik te maken van een. Zoals wel vaker, werkte Wajda met vooraf geschreven muziek, dan die onder meer op de set gedraaid werd. De componist schreef hiervoor in een idioom dat zijn banden met bijvoorbeeld Górecki verraadt. Spookachtige strijkers met tremoli en zelfs een clavecimbel. De drie opgenomen stukjes maken nieuwsgierig naar meer, met name omdat hier, in tegenstelling tot het gros van wat er klinkt, door een echt, dat wil zeggen akoestish orkest gespeeld wordt.
Tegenvaller
Eerlijk gezegd viel de hernieuwde kennismaking met de muziek van
Man van marmer en Man van staal behoorlijk tegen. Althans er was voor mij
niets dat de herinnering aan de films weer opriep. Deze films zijn vervolg
van elkaar. Via een jonge regisseur op zoek naar een socialistische werkersheld
worden in Man van marmer de gruwelijkheden van het Stalinisme en het absurdisme
van Poolse socialistische 'realiteit' in de jaren '70 getoond. In Man van
staal is deze regisseur inmiddels de vrouw van een arbeider op een scheepswerf.
Ze is ontslagen bij de televisie en hoewel de veiligheidsdienst hen op
de huid zit proberen ze rechtvaardigheid en waardigheid na te streven.
Gladde Hollywood-achtige muziekjes met zelfs invloed van Morricone (The
Katowice Ironworks) weerspiegelen nauwelijks het strijdbare in de films.
Uitzondering vormt de door Krystyna Janda bevlogen gezongen Ballade van
Janek Wisnieuwski. De componist maakte in beide films veel gebruik van
electronica met als gevolg een onmiskenbaar 'populair' sausje. Merkwaardigerwijs
kenmerken de onderdelen op de CD zich vrijwel zonder uitzondering door
gebrek aan voortgang en ontwikkeling. En dat citaat uit Sjostakovitsjs
filmmuziek voor The Gadfly in Man's Destiny en de langzame mars Gdánks
80 uit Man van staal, is dat bewust? Het duurde even voordat ik het had
thuisgebracht, al kwam ik wel onmiddellijk bij de goede componist, maar
die heeft nogal wat geschreven; mijn tweede poging was gelukkig al raak.
Gezien het onderwerp van de Russische film over een Italiaanse verzetstrijder,
die overigens voor het vuurpeleton eindigt, èn van Man van staal
kan nauwelijks sprake zijn van toeval. Het is de ondersteuning van een
politieke boodschap met muziek uit een film die anno 1955 via de achterdeur
van een historisch verhaal in feite dezelfde boodschap van verzet verkondigde.
Knap gedaan, maar wie van de Poolse kijkers en van al die anderen die de
film prijzen toekenden in Cannes (Gouden Palm en juryprijs in 1981) kent
Sjostakovitsjs muziek en is bovendien op de hoogte van de inhoud van de
bijbehorende film? Op CD-boekje staat dat de componist zelf de orkestEN
leidt. Zoals gezegd zijn dat niet altijd akoestische ensembles geweest
en ik zou me kunnen voorstellen dat Korznyski zelf de electronische aktiviteiten
voor zijn rekening heeft genomen. De opnames, die zijn aangeduid als 'extracts
from the original soundtracks', zijn kwalitatief goed, zij het misschien
een beetje klein van ruimte. Verder snap ik niet dat er aan het eind van
de derde track, Janek Wisniewski, een jank zit. Het klinkt alsof de band
even stagneert. Maar zelfs als de A van ADD inderdaad een heuse band is
geweest dan had zo'n foutje toch bij een nabewerking hersteld kunnen worden.
Ik zei het al: deze muziek is me een beetje tegengevallen. Gedeeltelijk
is dat aan al dan niet te hoog gespannen verwachten te wijten geweest,
maar ook onafhankelijk gezien blijkt dit geen muziek die zich zelfstandig
kan handhaven. Sommige nummers vond ik in deze vorm zelfs irritant. En
toch kan ik me, zeker gezien het succes van de vier films waarvan hier
muziek is opgenomen, voorstellen dat mensen daar anders over denken. Ik
neem aan dat voor hen deze en andere soundtracks bij Olympia worden uitgebracht.
Tenslotte lijkt het me goed te stellen dat het feit dat de muziek op zichzelf
zo tegenvalt terwijl de films indertijd zo'n indruk maakten waarschijnlijk
hèt punt is waarom het gaat. Een voor de hand liggende conclusie
zou kunnen zijn dat Korznyski dus perfecte filmmuziek heeft geschreven.
PRISKA FRANK