Het miezert een beetje vanavond, wanneer ik mij door de binnenstad van Utrecht spoed, richting Catharijneconvent. Mijn verwachtingen zijn hoog gespannen. Kamermuziek van Vivaldi staat op het programma voor vanavond. Speelse, gevarieerde muziek dus. In het Convent aangekomen eerst maar eens een kop koffie en dan het bij de entree ontvangen programmablaadje doorlezen. Het netwerk voor Oude Muziek besteedt hier altijd bijzonder veel aandacht aan. De toelichting op de gespeelde werken is ditmaal van de hand van blokfluitiste Saskia Coolen. Heel informatief. Er staat ook een foto van haar in de brochure afgedrukt. Daar staat ze bepaald niet op haar voordeligst op, zoals later zal blijken. Het koffiezaaltje loopt inmiddels aardig vol. Een goede opkomst dus vanavond. Wanneer we rond de klok van acht de vrijgegeven zaal betreden, blijkt dat ook de organisatie op een hoog bezoekersaantal heeft gerekend, want het ensemble staat opgesteld aan de korte zijde, zodat er zoveel mogelijk stoelen konden worden geplaatst. Ik ga op de eerste rij zitten. Bij live uitvoeringen heb ik graag een zo goed mogelijk zicht op wat er allemaal gebeurt en ook bevordert dit het onzichtbare contact met de musici. Er is zowaar voor het eerst een heus podium opgebouwd. Weliswaar een houten vlonder, maar toch een verhoging van een kleine meter, waardoor de mensen achter in de zaal ook nog iets kunnen waarnemen naar ik aanneem. Voorlopig is het podium nog leeg. Ik bekijk het deels al aanwezige instrumentarium. Een prachtig beschilderd clavecimbel en een glimmende contrabas, althans volgens het programmablaadje. Ik twijfel. Peter Rikkers verschijnt eventjes en tracteert de fluisterend wachtende zaal op wat 'stemmige' klanken uit z'n contrabas. Dat zit blijkbaar wel goed, want hij verdwijnt al snel weer. Dan is het kwart over acht. Namens de organisatie spreekt een mij onbekende heer, verbonden aan het Convent, een welkomstwoord, daarbij memorerend dat voor het eerst op veler verzoek gebruik is gemaakt van een podiumopstelling. Verder stelt hij voor in de pauze gespreid koffie te drinken. Hij zal voor de wachtenden een korte rondleiding in een deel van het museum verzorgen, met als onderwerp: Houten Beelden.
En dan betreden de musici de ruimte, terwijl de zaal applaudiseert. Voorop Saskia Coolen. Wat een charmante, innemende verschijning ! En die Jacques Ogg, wat een enthousiasme straalt hij uit. De klep van het clavecimbel wordt geopend, men neemt plaats. Een paar tellen stille concentratie en daar start het eerste allegro uit het concert RV 94. Lekker tempo. De mime van Jacques Ogg is prachtig om te zien. Is ook een echte entertainer. Ik mag dat wel, mits het niet ten koste gaat van de muziek. De violist speelt met een mooie toon. De fagot als een sonore begeleider knort er lekker op los. Het largo wordt mooi rubato gespeeld, met een zacht spelende viool eronder. Het derde deel weer pittig, met mooie viool- en blokfluitsoli.
Voor het tweede werk trekken de hoboïst en de violist zich terug. De vierdelige sonate RV 86 begint met een largo. Een mooi werk. De fagotspeler loopt af en toe rood aan van inspanning. Boordje en stropdas los en zo te zien lust hij wel een biertje. Saskia zit charmant heen en weer te wiegen, met haar in het lamplicht glinsterende, fraai met glittertjes versierde zwarte hesje. Dit is toch een veel rijkere ervaring dan het luisteren naar een CD. Voor het derde deel kan de fagot even uitblazen. De hoboïst betreedt het podium weer. De violist blijft echter nog weg.
Het derde te spelen werk is weer een concert, RV 103. Jacques Ogg leeft zich helemaal uit op zijn clavecimbel, met staccato spel en speelse versieringen. Die heeft er duidelijk lol in en bespeeld de andere leden van het ensemble prachtig. Een sprankelend allegro wordt gevolgd door een largo, waar afwisselend hobo en blokfluit om de solistische eer lijken te strijden. De eenvoudig uitziende barokhobo, met slechts één klep heeft gelukkig een milde klank. Toch nog veel sterker dan de veel zachter fluitende Saskia. De contrabassist zit er wat afgezonderd bij en trekt weinig de aandacht. Toch geeft juist hij met zijn spel de werken een stevig fundament en klinkt het ensemblespel daardoor veel voller. Het vierde en laatste werk voor de pauze is het ensemble weer in complete bezetting.
Het concert RV 95, bijgenaamd 'La Pastorella' staat klaar op de lessenaars. In het eerste allegro worden we getracteerd op prachtige blokfluit- en fagotsoli, hoewel de laatste af en toe net wat te hard speelt en daardoor teveel er boven uit komt ten koste van de anderen. De violist heeft hoorbaar problemen met z'n toon. Het tweede deel wordt lyrisch neergezet, met mooie lange lijnen van blokfluit en clavecimbel, ondersteund door contrabas. Fagot en hobo zwijgen. Het derde deel wordt weer gedreven gebracht. Dan is het pauze. Natuurlijk staat er toch een rij voor de koffie. Het zaaltje is ook veel te klein om iedereen een zitplaats te bieden. Wat geeft het, er is genoeg te zien in dit museum.
Na de pauze starten viool, blokfluit en fagot met het concert RV 92. Dit is dus eigenlijk daarmee een trio geworden voor twee bovenstemmen en een bas. De fagot, heel goed spelend overigens, is toch net iets te nadrukkelijk aanwezig naar mijn smaak. In de eerste vioolcadens zijn er nog wat intonatieproblemen. Het afsluitende werk speelt men weer in volle bezetting. Ook hier de fagot weer nadrukkelijk aanwezig. Heerlijk ensemblespel in het eerste deel. Het clavecimbel weer heel speels en lijkt iedereen nog extra te motiveren. In het tweede deel soleren afwisselend blokfluit en fagot. Na het laatste deel klinkt een daverend applaus op uit de zaal, dat dankbaar in ontvangst wordt genomen door het gezelschap. Saskia dreigt van de weeromstuit bijna van het podium te vallen. Omdat de zaal blijft klappen komt men nogmaals op, maar een toegift zit er niet in, helaas. Nog nagenietend en napratend over dit zeer geslaagde concert bleef één vraag onbeantwoord: Waar was de tweede oorbel van Saskia ? Voor de pauze ontbrak de 'zaalzijde', na de pauze was het omgekeerd......Een nieuwe trend ?
C.J. Roeleveld