Moderne Griekse dichters en tekstschrijvers geven in hun werk blijk van een sterk historisch besef. De in het Nieuw-Grieks geschreven poëzie van ook buiten het eigen taalgebied bekende dichters als Kaváfis en Seféris zijn doordrenkt van historische en mythologische verwijzingen en in de liedteksten die in de serie 'hedendaagse Griekse muziek' ten gehore worden gebracht komen frequent motieven uit het rijke Griekse verleden voor. Zo opende Elly Paspala haar concert met 'Schikgodinnen', was het lied 'Parallelle levens' (Bioi parallelloi) een verwijzing naar het gelijknamige werk van de Griekse schrijver en wijsgeer Plutarchus en herinnerde 'Op de dorsvloeren van Digenis' aan Digenis Akritas, een legendarische held uit de Byzantijnse periode. Dit teruggrijpen naar het verleden is een van de opvallende overeenkomsten tussen de drie concerten die inmiddels plaatsvonden in de serie van vier. Een andere overeenkomst betreft het algemeen zeer hoge poëtische gehalte van de teksten, dat bewijst dat over praktisch elk onderwerp de mooiste liederen zijn te maken, mits men de beschikking heeft over getalenteerde schrijvers. Griekenland lijkt wat dat betreft uit een aardig arsenaal te putten.
Elly Paspala onderscheidde zich van haar voorgangers doordat zij uitsluitend door anderen geschreven en gecomponeerd werk ten gehore bracht, terwijl zowel Nikos Papazoglou als Savina Yannatou veel eigen composities uitvoerden. Misschien is het daar aan toe te schrijven dat dit concert minder aan de verwachtingen voldeed, zonder direct te kunnen spreken van een teleurstelling. Aan haar stem lag het niet, want zij heeft een groot bereik zowel in de hoge als lage registers en een goede stembeheersing. Evenmin lag het aan de composities, waarin zij evenals de anderen afweek van de 'main-stream', het geijkte en overbekende repertoire, waarmee toeristen in de zomertijd worden doodgegooid. Misschien is het simpelweg niet juist om een vergelijking te maken, zeker niet na het gewaagde, experimentele optreden en het uitzonderlijk hoge niveau waarmee Savina Yannatou de concertbezoekers verraste.
In haar concert bleek Elly Paspala tenminste een perfecte vertolkster te zijn van het werk van een der grootste Griekse contemporaine componisten: Mános Chatzidákis. Hij was het die Paspala ontdekte en in Griekenland op weg hielp, zo weet Hero Hokwerda in het opnieuw voortreffelijk verzorgde programmaboekje te melden. Mános Chatzidákis heeft voor zijn composities veel geput uit zowel de Griekse als internationale literatuur uit verleden en heden. Op zijn CD 'O megálos erotikós' (De grote liefdesgod) maakte hij bijvoorbeeld gebruik van teksten van o.a. Kaváfis, Garcia Lorca, Sapphó, Euripides en uit de bijbel. Elly Paspala zong vier liederen, die werden geschreven door de enkele jaren geleden gestorven dichter Nikos Ghátsos, met wie Chatzidákis veel heeft samengewerkt. Bijzonder waren de bewerkte vertolkingen van enkele bekendere Griekse liederen, waaronder een zeer langzame uitvoering van 'Reis naar Kythíra', het titellied van de gelijknamige film dat vooral bekend- heid kreeg doordat de grote Griekse zanger Yórgos Daláras het in zijn repertoire opnam. Afzonderlijk vermelding verdient 'Stiletto Naaldhak' dat nog niet op cd/lp verscheen. In dit nummer bewees Paspala ten volle haar potentiële kwaliteiten en liet ze overtuigend horen hoe elementen uit de jazz en de traditionele muziek harmonieus samen kunnen gaan. David Lynch, de duizendkunstenaar van de band (hij speelde even gemakkelijk dwarsfluit, klarinet, saxofoon als keyboard en percussie) en blijkens zijn naam de enige niet-Griek van het gezelschap haalde in dit lied alles uit zijn saxofoon wat er in zat.
Wellicht was de enige handicap van Elly Paspala dat zij pas sinds enkele jaren vaker in het buitenland optreedt. Dit concert was haar eerste bezoek aan Nederland. In dat geval zou een ruimere internationale ervaring voldoende zijn om haar uit te laten groeien tot een van de werkelijk groten op het gebied van de hedendaagse Griekse muziek. Een herkansing in Nederland lijkt dan op z'n plaats.
HARRY FLEURKE