Onbekende liederen van Grieg
meesterlijk gezongen door Anne Sofie von Otter


Naar mijn mening wordt de componist Edvard Grieg in onze contreien nog altijd een beetje ondergewaardeerd. Als je zijn naam noemt schampert men al snel: "Grieg? Ach ja, leuke stukjes voor amateur-pianisten. Een niet te moeilijk in het gehoor liggend pianoconcert in a om lekker bij weg te suffen. En tja, dan is er natuurlijk nog die Peer Gynt suite. Een leuke publiekstrekker voor een Zondagmiddag-matinee-inclusief-koffie-in-de-pauze-voor-de-hele-familie." Hier houdt voor het merendeel van de muziekliefhebbers de kennis over het werk van Grieg op. En daarmee helaas ook meteen hun waardering die over het algemeen (en in het gunstigste geval) niet verder komt dan: een "kleine meester". Voor een groot deel vloeit dit (voor-)oordeel denk ik voort uit het feit dat er slechts een paar stukken (en met name de bovengenoemde) uit zijn toch zeer omvangrijke oeuvre worden uitgevoerd en daarmee toegankelijk zijn voor het grote publiek. Zijn overige (vaak uitermate boeiende en rijke) werk hoor je jammer genoeg maar zelden of nooit. Onbekend maakt nu eenmaal ook maar al te vaak onbemind, en de meeste concertzalen durven in de tegenwoordige tijd geen echte risico's meer te nemen.

Gelukkig geldt dit laatste minder voor platenmaatschappijen. En zo heeft de Deutsche Grammophon Gesellschaft (DGG) naar aanleiding van het feit dat het dit jaar 150 jaar geleden is dat Edvard Grieg (1843-1907) werd geboren, een serie opnames op de markt gebracht die een uitvoerige indruk geven van het veelomvattende werk van deze Noorse componist. In deze "Anniversary Edition" heeft DGG ook een drietal CD's opgenomen met vocale werken: één gewijd aan liederen met piano, één aan liederen met orkestbegeleiding en één aan de werken geschreven voor het theater. Een zeer welkome aanvulling op het aanbod in de platenwinkels, want datgene wat in zijn algemeenheid reeds gold, geldt nog eens te meer voor het vocale oeuvre. Mede door de ontoegankelijkheid als gevolg van de taalbarrière (de meeste van zijn vocale stukken zijn nu eenmaal geschreven op teksten in het Noors of het Deens) is dit buiten Scandinavië vrijwel geheel onbekend. En dat zeer ten onrechte, wat mij persoonlijk betreft.

Voor het op de plaat zetten van de liederen met pianobegeleiding heeft DGG gekozen voor de Zweedse mezzo-sopraan Anne Sofie von Otter. Een welhaast volmaakte keuze: haar vertrouwdheid en affiniteit met de diverse talen waarin Grieg zijn werken schreef (Noors, Deens en Duits), en haar prachtige lyrische stem en perfecte voordracht maken haar bij uitstek geschikt voor het adequaat vertolken van deze hoog-romantische liederen. Want naast de sterke invloed van de Noorse cultuur (met zijn folklore en zijn sagen) die we in Grieg's werk steeds weer aantreffen, is diens muziek stevig geworteld in de laat negentiende-eeuwse romantische traditie. In lyriek doet Grieg zeker niet onder voor Schubert, Schumann of Wolf en deze CD geeft hiervan een bijzonder mooi en weldoordacht overzicht.

Allereerst is er de cyclus "Haugtussa" (Het meisje uit de bergen) Opus 67 uit 1895, bestaande uit acht liederen op teksten van Arne Garborg. Deze liederen worden gezongen in het "Landsmal" (een vrijwel onvertaalbaar Noors boerendialect), dat voornamelijk opvalt door de prachtige sonore klank die perfect aansluit bij de donkere lyriek van Grieg's muziek. Hijzelf vond dat zijn toonzetting van deze gedichten bij het beste hoorde dat hij ooit heeft gecomponeerd. Zo schreef hij zijn Nederlandse vriend Julius Röntgen eens in een brief dat de muziek in deze gedichten reeds besloten was en dat het opschrijven van de noten het enige was dat hij nog moest doen. Deze acht aangrijpende liefdesliederen worden door Anne Sofie von Otter op ideale wijze vertolkt: gepassioneerd, weemoedig, ingetogen en expressief. Op zeer meeslepende wijze wordt ons door haar vertolking van de muziek en de prachtige sonore klanken van het Noorse dialect duidelijk hoe het jonge, door haar minnaar afgewezen, herderinnetje Veslemöy zich terugtrekt in de bergen waar ze uiteindelijk in een bergstroom de gezochte vergetelheid zal vinden (analoog aan de molenaar uit Schubert's cyclus "Die schöne Müllerin").

Zo aansprekend is Von Otter's voordracht dat je om te begrijpen wat er wordt gezongen eigenlijk niet eens de letterlijke tekst hoeft te volgen. (Hetgeen overigens met behulp van de drie uitstekende vertalingen (Engels, Frans en Duits) die door DGG in een fraai verzorgde boekje worden bijgeleverd niet eens al te moeilijk is). Voorts vinden we op deze CD de Zes Liederen Opus 48 uit 1884-1889, op teksten van evenzovele Duitse dichters (Heine, Geibel, Uhland, Goethe, Von Bodenstedt en Von der Vogelweide).

Het meest opvallende lied in deze (in het Duits gezongen) verzameling is wel het "Dereinst, Gedanke mein" op tekst van Geibel. Recitatief-achtig, heel rustig en zeer fijnzinnig getoonzet: een fraai contrast met de manier waarop Hugo Wolf dit gedicht zes jaar later in zijn "Spanisches Liederbuch" op muziek zou gaan zetten. De resterende tijd op deze CD is gevuld met elf qua sfeer en vormgeving zeer uiteenlopende liederen die, zorgvuldig gekozen, tezamen een bijzonder mooie dwarsdoorsnede geven van het overige (bijna 250 titels omvattende) lyrische werk van Grieg in al zijn (vaak zeer onvermoede en onverwachte) facetten. Zo is er pittoreske ballade "Fra Monte Picino" Opus 39 no. 1 uit 1870 op tekst (in het Noors) van Björnson, waarin de avond die valt over Rome op een meesterlijke wijze in de muziek wordt geschilderd: fraai Italiaans coloriet compleet met hoorngeschal en citherspel. Natuurlijk ontbreekt hier het etherische "Vären" ((Laatste) Voorjaar) Opus 33 no. 2 uit 1880 op de (Landsmal-)tekst van Aasmund Vinje niet: een ragfijne melodie, prachtig ingetogen gezongen en gespeeld, waarin de vreugde over het aanbreken van het voorjaar en de stille vrede met de uiteindelijke dood wordt bezongen. Schitterend hoe Bengt Forsberg in het naspel van dit lied de poëtische en berustende sfeer die door Von Otter werd gecreëerd nog verder weet uit te bouwen: meesterlijk samenspel tussen twee kunstenaars! En uiteraard is er het "Jeg elker Dig" Opus 5 no. 3 uit 1864 op de (Deense) tekst van Hans Christian Andersen, dat voornamelijk in het Duitse taalgebied door talloze zangeressen en zangers (van Kirsten Flagstad tot Victoria de los Angeles, van Mario Lanza tot Peter Scheier), al dan niet in orkestbewerking, als "Ich liebe dich" reeds honderden malen op evenzovele Muziek-voor-Miljoenen-platen is gezet. Zelden heb ik echter dit overbekende en vaak doodgezongen niemendalletje zo mooi (in originele Deense taal) horen uitvoeren als Anne Sofie von Otter het op deze opname doet. Het mag dan ook geen wonder heten dat deze buitengewoon fraaie CD, waarvan tevens de voortreffelijke kwaliteit van de opname in het oor springt, jongstleden October de Gramophone Awards voor "Best Solo Vocal Recording" en "Recording of the Year 1993" heeft weten weg te slepen. Daarmee voor wat die eerstgenoemde categorie betreft nu eindelijk eens de (in de afgelopen vijf jaar gevestigde) saaie traditie doorbrekend, dat slechts aan de opnames van liederen van Franz Schubert deze accolade schijnt te kunnen worden verleend.

Het is te hopen dat, mede naar aanleiding van de toekenning van deze twee prijzen, de liederen van Grieg wat vaker dan tot nu toe het geval is geweest te horen zullen zijn op de radio en in de concertzalen. Want iedereen die deze CD beluistert, zal onder de indruk komen van de kwaliteit en de grote zeggingskracht van zijn vocale werk. Zeker in de magistrale uitvoering van Anne Sofie von Otter en Bengt Forsberg, waarin we zo overduidelijk kunnen horen wat voor genoegen de beide uitvoerenden kennelijk hebben beleefd bij het opnemen van deze liederen. Anne Sofie von Otter zegt hierover zelf: "We hadden er zoveel plezier in, dat we niet wilden ophouden. We hebben op een gegeven moment zelfs gesuggereerd om ze maar allemaal op te nemen." Het is voor de klassieke muziekliefhebber zeer te hopen, dat DGG binnenkort eens serieus op deze laatste suggestie zal willen ingaan.

ABRAHAM GOEDHALS


©St. NoPapers

Terug naar overzicht