Barok is in! Wie kent de uitvoering van Vivaldi's vier jaargetijden door Nigel Kennedy of Jaap van Zweden niet, of de nog niet zolang geleden met veel bombarie gelanceerde CD "Aangenaam Barok plus".
Sony brengt een CD uit met Barokmuziek uit geheel Europa, door de uitvoerder John Williams omgezet voor gitaar. Op het eerste gezicht lijkt de CD een potpourri van stijlen en compo- nisten, maar na een beetje snuffelen in de muziekencyclopedie op zoek naar componisten en genres komt men erachter dat de hele CD rondom Bach is gestructureerd. Ook de componisten, hoewel uit verscheidene delen van Europa, staan in een relatie met Bach. Jammer dat het niet ook op een andere manier duidelijk wordt gemaakt. De bijgeleverde tekst is summier.
De eerste componist op de CD, G.P. Telemann (1681 - 1767), is een tijd- landgenoot van Bach en tevens ook een vooraanstaand componist. Hij is een van de weinigen die een autobiografie heeft geschreven.
Over de muzikale opleiding van de Italiaanse componist Domenico Scarlatti (1685 - 1757) is niets bekend. Dit doet niets af aan de composities die hij geschreven heeft. Hij is na een paar betrekkingen in verschillende steden in Italië (Napels, Venetië en Rome) via Portugal naar Madrid gegaan. Het is daarom wel jammer dat er op deze CD alleen maar vijf sonates van Scarlatti staan. Deze strenge vorm kan bijna onmogelijk de veelzijdige muziekstijl van zuidelijk Europa tentoonstellen. De vaste indeling biedt alleen een mogelijkheid de thema's te etaleren.
François Couperin (1668 - 1733) is een telg uit een van de grootste Franse dynastieën van de muziekfamilies die in en rond Parijs actief waren van laat 16de tot midden 19de eeuw. Zo is de familie Couperin alles bij elkaar 173 jaar organist geweest in de Sint Gervaiskerk. François is het belangrijkste lid van de familie. Hij wordt gezien als de beste vertolker van de Franse klassieke school en daardoor de belangrijkste componist in de Franse muziekgeschiedenis tussen Lully (1632 - 1687) en Rameau (1683 - 1764). 'Les Baricades mistérieuses' en Les Moissonneurs' komen beide uit Couperin's tweede clavecimbelboek. In dit boek zet hij zich af tegen de vaste suitevorm, vandaar dat deze twee composities ook geen 'normale' dansnaam hebben (zoals gigue, sarabande enz.). Ook ging hij naturalistische onderwerpen gebruiken in plaats van de tot dan toe gebruikelijke humanistische. Een van de kenmerken van dit alles is de rondeauvorm (a-b-c-b-d-b) van 'Les Baricades mistérieuses'. Hiermee kon hij de compositie zo lang maken als hij wilde, in de sonatevorm was hij gebonden aan het vaste aantal maten dat een thema, doorwerking en reprise in verhouding tot elkaar moeten hebben.
De enige 'gitarist' en componist (de gitaar in de huidige vorm bestond nog niet) op deze CD is de Italiaanse Graaf Lodovico Roncalli (laat 17de eeuw). Hij is vooral bekend om een boek 'Capricci armorici sopra la chitarra spagnola' (Bergamo 1692). Hierin staan 9 'sonatas' of suites voor 5-snarige Barokgitaar in Italiaanse tabulatuur (dit is een muzieknotatie), elke compositie bestaat uit 5 tot 7 delen. Ondanks de Italiaanse titels van de afzonderlijke delen, zoals Passacaglia, is er duidelijke Franse invloed. Zo is er geen ordening naar stemming, maar stijl en tekstuur wijzen op een Franse stemming van de gitaar (A,d,g,b,e)
Ook Oost-Europa is op deze CD certegenwoordigd. De luitist Sylvius Leopold Weiss (1686 - 1750) is geboren in Breslau. Hij werkte samen met Scarlatti en kende de muziek van Corelli en andere Romeinse componisten, daar hij met de Poolse Prins Alex Sobiesky in Italië is geweest.
Samenvatttend kan worden gezegd dat het concept van de CD erg leuk is. Op papier is er samenhang, muziek uit dezelfde periode uit verschillende delen van Europa klinkt afwisselend, maar dat klopt in praktijk niet. De CD die 57 minuten duurt is saai, het boeit niet en de aandacht wordt niet voortdurend vastgehouden. Een van de oorzaken is waarschijnlijk dat alle composities een Franse of Italiaanse stijl hebben, deze verschillen zijn alleen goed te horen in complete suites en niet in delen ervan. Een Engelse stijl is bijvoorbeeld veel meer afwijkend. John Williams speelt fantastisch zoals zijn reputatie al doet verwachten. Het is technisch zo perfect dat het bijna mechanisch is. Een leuke afwisseling zou zo nu en dan het gebruik van een ander instrument zijn geweest. Dit kan prima aangezien vele stukken voor clavecimbel geschreven zijn, de melodie zou heel goed door een fluit kunnen worden gespeeld. Het blijft een bewerking. Deze CD zou ik op een luie zondagochtend opzetten, want die sfeer heeft het ergens wel.
SASKIA ROLSMA
Behalve op CD is The Seville Concert ook op video en Laser Disc verkrijgbaar (daarop ook beelden bij gitarist thuis in Londen en in Australië op bezoek bij gitaarbouwer).