Terug naar overzicht
"Eigenlijk hoor ik helemaal niet bij dit orkest'', vertelt Bente Olie in de pauze van het concert van het Jeugdorkest Nederland. ,,Ze hebben me als gast op slagwerk gevraagd. Ik doe het voornamelijk voor De Vuurvogelsuite. Dat is zulke mooie muziek. Fantastisch.''
Niet alleen de slagwerkster, ook de andere leden van het Jeugdorkest Nederland brengen Igor Stravinsky's Vuurvogelsuite met hoorbaar plezier ten gehore. Hun uitvoering van het werk, vrijdagavond 22 oktober in het Haarlemse Concertgebouw, zou zeker niet misstaan op de 'conduitestaat' van een internationaal gerenommeerd orkest. Al vanaf de eerste noten van de Suite wordt duidelijk dat het orkest er veel zin in heeft. De celli aan het begin van het eerste deel klinken precies zacht en ijl genoeg om de onderhuidse spanning die het stuk in zich heeft op te wekken. Ook het geluid van de violen heeft 'glans'. In het rustige tweede en derde deel valt op hoe 'Russisch' het orkest speelt. De koperblazers klinken in het vierde deel van de Suite, ''Dans in de hel van koning Kashchei'', net zo duivels als de componist het gewild zou hebben. Erg mooi allemaal. Op deze manier móet het niet alleen prettig luisteren, maar ook spelen zijn.
Teije Hylkema, cellist bij het Jeugdorkest, bevestigt dat. "Er heerst een enorm goede sfeer in dit orkest. Daarom wordt er ook goed muziek gemaakt. Spelen bij dit orkest is in één woord fantastisch! We hebben natuurlijk ook een goede dirigent.'' Daar is gastslagwerkster Olie het mee eens. "Alexander Vakoulsky is erg goed. De orkestleden zijn natuurlijk allemaal nog tamelijk jong. Dat merk je wel eens bij repetities, als sommigen een beetje té enthousiast zijn. Vakoulsky tempert dat dan, door te zeggen dat het niet altijd om de show gaat.'' Olie vertelt dat zij normaal in andere jeugdorkesten speelt, waaronder het Noordhollands Orkest. Volgens haar ligt het spelniveau van het Jeugdorkest Nederland hoger, wat het voor Olie alleen nog maar leuker maakt om mee te doen.
Hylkema en Olie zijn beiden eerstejaars student aan het Koninklijk Conservatorium in Amsterdam, dat fungeert als één van de belangrijkste 'bronnen' voor het talent dat in het Jeugdorkest Nederland is verzameld. Het orkest is in 1959 oorspronkelijk opgericht als Regionaal Jeugd Orkest voor het noordoosten van het land. Sinds 1989 fungeert het als 'school voor orkestspel', waarin musici zitten tussen de 14 en 22 jaar. Naast conservatoriumstudenten spelen in het orkest ook leerlingen van muziekscholen en van privédocenten. De orkestleden komen in de herfst-, kerst- en paasvakanties bij elkaar, om vijf dagen te repeteren voor een volledig concertprogramma, dat vervolgens in kleine en grotere zalen wordt uitgevoerd. Alexander Vakoulsky is de vaste dirigent van het orkest. Hij is Rus van geboorte en vestigde zich in 1976 in Nederland. Daarvoor had hij in eigen land al naam gemaakt.
Na de laatste tonen van de Vuurvogelsuite is ook hij een tevreden mens. Hij bedankt de orkestleden uitvoerig en gooit het hem aangereikte boeket bloemen met een sierlijk gebaar in de tuba. Het orkest mag dan voor de pauze niet zó sterk hebben gespeeld, na de pauze is met de uitvoering van ''Chowantsjina'', van Modest Mussorgsky, en zeker met de Vuurvogelsuite bewezen, dat het met het jonge muzikale talent in Nederland wel goed zit. Gelukkig maar.
CARLO NIJVEEN