Russen stevig in actie


Aan het eind van de zomer van 1993 werd alweer een nieuw label op de Nederlandse klassieke CD-markt gelanceerd: Russian Disc. Daarop worden bijzondere opnames uit Moskou uitgebracht gespeeld door talloze Russische musici van topniveau. Inmiddels zijn een heleboel opnames verkrijgbaar. Het zijn bijvoorbeeld live opnames gemaakt in de grote zaal van het Moskous conservatorium door allerlei Russische orkesten onder leiding van grootheden als Kondrasjin, Svetlanov, Rohzdestvenski en David Oistrach. De symfonieën van Sjostakovitsj zijn, ik zou bijna zeggen uiteraard, royaal vertegenwoordigd. Daarnaast zijn er recitals, piano- en andere concerten, 'Mravinsky live' met het Leningrad Philharmonisch Orkest en veel werk van Skrjabin. We bespreken hier opnames van muziek van Beethoven en Sjostakovitsj gemaakt door een ander gerenommeerd Russisch gezelschap, het Borodin Kwartet.

Sjostakovitsj schreef indertijd veel van zijn strijkkwartetten voor dit ensemble, dat in 1946 werd opgericht door studenten van het Moskous Conservatorium als Moskous Filharmonisch Kwartet en genoot zijn eerste succes met de uitvoering van diens derde strijkkwartet in 1947. De naam werd in 1955 door de Russische autoriteiten veranderd in Borodin Kwartet. Geen van de huidige leden, die sinds 1974 bij elkaar zijn en de traditie hooghouden, heeft indertijd nog met Sjostakovitsj zelf gewerkt. Mikhail Kopelman, Andrej Abramenkov, Dmitri Sjebalin en Valentin Berlinski hebben bewust gekozen voor het kwartetspel boven een carrière als solist. Samen behoren ze als zodanig tot de absolute top en bezoeken Europa ook regelmatig tijdens toernees. Russische muziek staat nog steeds hoog in het vaandel van dit ensemble, dat zich behalve voor de al genoemde Sjostakovitsj ook heeft ingezet voor onder anderen het werk van Prokofjev en Schnittke.

Doorleefd
Op deze live opname die in 1991 werd gemaakt in de grote zaal van de Philharmonie in St.Petersburg horen we een hecht ensemble, en dat is ook niet zo verwonderlijk na een kleine twintig jaar samenwerking. Hoewel de opname, helaas meer dan eens gestoord door ongegeneerde hoesters, de afzonderlijke instrumenten voldoende op zichzelf laat staan, lijkt het alsof er door een man een instrument bespeeld wordt. Het achtste strijkkwartet van Sjostakovitsj ontstond in 1960 in slechts drie dagen tijd en telt vijf delen die zonder onderbreking in elkaar overgaan. De componist was in Dresden en legde in deze muziek onder meer zijn gevoelens over deze verwoeste stad, die overigens nog steeds niet helemaal is herbouwd, vast. Hij deed dat in de vorm van een soort terugblik op ook zijn eigen leven door in chronologische volgorde te citeren uit eigen werk. Het voert te ver om hier alle aanhalingen op te sommen, maar het is wel van belang te weten dat deze componist zelf voortdurend is dwarsgezeten door het Stalinistische bewind. Zijn muziek en dan met name de strijkkwartetten was een middel om zijn persoonlijke visie over zaken uit te dragen. Bovendien heeft hij in dit kwartet, evenals in enkele van zijn andere werken zijn naam, of althans zijn initialen, verwerkt: D-S-C-H. Op zijn Duits levert dat de notennamen D, Es, C en B op, die tenslotte in het laatste Largo het fuga-thema worden. Het Borodin Kwartet geeft een stevige vertolking van dit werk, maar besteedt ook voldoende aandacht aan de meer luchtige momenten, die de muziek wel degelijk kent. Zelfs gevoel voor humor komt in het derde deel om de hoek kijken. In de langzame opening en in verdere kalme passages valt de donkere, maar toch open klank vol sonoriteit op. Daarin kan de luisteraar ook enigszins op adem komen, want in deze doorleefde en op zijn tijd ook gevoelige vertolking wordt kracht niet geschuwd en niet op veilig gespeeld. En inderdaad is niet zozeer een mooie als wel expressieve interpretatie van dit kwartet verre te prefereren boven een gladjes weggespeeld nummertje. Ook de lage tempi blijven spannend en lijnen worden ver doorgetrokken: musici in hun element. Als een soort toegift op deze toch al wel mager gevulde CD wordt ook de Elegie voor twee violen, altviool en cello uit 1931 gespeeld. Dit eerste proefje van de componist in het schrijven voor strijkkwartet heeft zelfs geen opusnummer gekregen. De Borodiners spelen deze gedempte, triestige muziek schitterend, maar ook de aanwezige onrust wordt niet over het hoofd gezien. Een plaat-première overigens, voor zover ik kan nagaan.

Woest
Ook voor Beethoven gold dat het strijkkwartet zijn meest persoonlijke uitdrukkingsmiddel was. Gedurende de laatste 2½ jaar van zijn leven schreef hij zelfs in niet anders dan dit genre. Maar alle zes de kwartetten uit zijn laatste vijf jaar, opusnummers 127, 130, 131, 132, 133 en 135, worden tot zijn beste muziek gerekend. Opus 131 dateert uit 1826 en bestaat uit zes delen, op zich al ongebruikelijk, en hij bleef ook in de volgende kwartetten van het normale aantal delen afwijken. Het zesde deel van 131 was de Grosse Fuge, die qua lengte ongeveer gelijk was aan de vijf eraan voorafgaande delen. Bovendien werden hoge eisen gesteld aan zowel de musici als het publiek. Dit complexe deel, waarin in feite een strijd tussen de sonate-vorm en de meerstemmige fuga wordt uitgevochten, hetgeen wel vaker in Beethovens latere werk voorkomt, werd niet bepaald gewaardeerd. Het werd een tijd lang zelfs min of meer onspeelbaar geacht. Om niet de commerciële waarde van het gehele kwartet te torpederen heeft de componist korte tijd later op verzoek van zijn uitgever een alternatief zesde deel geschreven, een Rondo, dat veel toegankelijker was en is. Wie het hele kwartet opus 131 uitvoert, kan dus eigenlijk kiezen welke Finale hij wil spelen.

Intussen is de Grosse Fuge, die ongeveer een kwartier duurt, ook een eigen leven gaan leiden als afzonderlijk uitvoerbaar stuk. Het is vreemd bij een dergelijk gepassioneerd stuk te moeten bedenken dat Beethoven, toen hij het schreef, niet alleen ziekelijk was maar ook al meer dan twintig jaar geheel doof. De in 1770 geboren componist had voordat hij goed en wel dertig was al problemen met een afnemend gehoor. Er zijn theoretici, die zeggen dat Beethovens muziek een afspiegeling is van zijn emoties. En hoewel dat op verschillende punten aanvechtbaar is, behoeft het weinig verbeelding om zich bij het horen van deze muziek een getormenteerd man voor te stellen, die bovendien nooit had uitgeblonken in goede manieren en optimisme.

Voordat ik de uitvoering van de Grosse Fuge door het Borodin Kwartet hoorde, was ik met name goed bekend met die van het Tokyo Kwartet op RCA Victor. En dat is wel behoorlijk schrikken dan, want de Russen pakken deze muziek nogal woest om niet te zeggen ruw aan. Beide uitvoeringen ontlopen elkaar qua tijdsduur net een halve minuut, maar de temposuggesties lopen sterk uiteen. De Borodiners geven in hun heftige en sardonische benadering ook voortdurend de indruk gehaast te zijn, geen tijd te hebben om echt mooi te spelen. Deze musiceerstijl komt wel uit de tenen van de musici maar is voor de luisteraar bepaald vermoeiend, en roept begrip op voor de onvoorbereide luisteraars uit de tijd van de componist. Zeker door de koppeling op deze CD kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de uitvoerenden zich teveel hebben laten leiden door hun benadering van Sjostakovitsj, die ze vervolgens op deze fuga hebben losgelaten. Ondanks de echtheid ervan geef ik in dit geval toch de voorkeur aan de wat beschaafder klinkende versie van bijvoorbeeld het Tokyo Kwartet, dat ook qua kleur vaak totaal andere en wat mij betreft in dit geval mooiere dingen doet dan het Borodin Kwartet. De Japanners besteden eveneens royaal aandacht aan de verscheurdheid binnen deze muziek.

Conclusie
Als document is dit soort live opnames natuurlijk uniek. Wat me wel opvalt, is dat het beroemde Borodin Kwartet voor eigen publiek niet de ademloze aandacht kreeg, die ik had verwacht: er wordt regelmatig en voluit gehoest. En het applaus is ondanks enig bravo-geroep toch vrij zwakjes. Eerlijk gezegd vind ik dat dergelijk applaus dan wel bijdraagt aan het 'live-gevoel', maar qua volume en timing - bijvoorbeeld absoluut zonder stilte na de Fuge - zo storend werkt in de huiskamer, dat direct wegdraaien mijn voorkeur zou hebben. Qua balans voldoet deze opname goed, maar het beeld is vrij smal door een kennelijk wat afstandelijke opstelling van de microfoons. Voor Rusland-liefhebbers lijkt me deze CD evenals mogelijk vele andere op het Russian Disc-label toch een must. Want zelfs als je het niet met de interpretatie eens bent, blijft een heel persoonlijke en daardoor boeiende manier van musiceren dit ensemble eigen. Voor Sjostakovitsj kunnen ze zich zonder twijfel meten met het naar deze componist genoemde strijkkwartet, dat al jaren de wereld rondreist met met name diens volledige 15 werken voor de vier strijkers en wat Beethoven betreft bieden ze afwisseling ten opzichte van het meer gangbare en een iets meer gepolijste benadering.

PRISKA FRANK


©St. NoPapers

Terug naar overzicht