De première van 'Het Oponthoud' van Otto Ketting in muziekcentrum Vredenburg verliep nogal chaotisch. Niet alleen zaten er fouten in de programmatoelichting die mondeling zijn gecorrigeerd, maar de gehele avond kreeg een haast genant, commercieel tintje toen in de pauze de eerste CD van 'De Volharding' werd aangeprezen. Het publiek wilde de gang naar de koffie voortzetten en de zaal stroomde leeg. 'Het Oponthoud', in dit verband een toepasselijke titel, van Otto Ketting is het tweede deel van een reisverslag dat uit drie delen bestaat. 'De Overtocht' en 'De Aankomst' hebben respectievelijk in november 1992 door het Nieuw Ensemble en september 1993 door Nieuw Sinfonietta hun première beleefd. In dit tweede deel wordt de reis onderbroken en krijgt de reiziger tijd over 'het verleden' te denken. Dit verleden komt tot klinken in een vleugje Mahler en de koralen in het koper. Maar zoals elke herinnering verstoord kan worden door andere invloeden gebeurt dat ook hier.
Het stuk is typisch Ketting. De stevige ritmiek van de tweede symfonie voor saxofoons en orkest gecombineerd met lyrische passages en wenken naar het verleden, die zo karakteristiek zijn voor het latere werk van Ketting. Het is speciaal voor 'De Volharding' geschreven en dat hoor je. Ketting weet de kern van het orkest vast te leggen in zijn partituur, en Hempel weet de kern van het stuk over te brengen op het orkest. Het was een prachtig samenspel. Ketting, die aanwezig was in de zaal, kreeg dan ook welgemeend applaus. 'Chant/Interlude' en 'Hex', deel twee en drie uit 'Three Mechanisms' (1988/89/92) van Rob Zuidam zijn werkelijk voortreffelijk uitgevoerd door 'De Volharding'. Hempel wist het orkest te kneden tot een haast vloeibare massa welke pulserende golfbewegingen maakte. Deze golven van geluid zijn het resultaat van hard werken want de openingsnoten van elk deel klinken door de voorgeschreven rusten alsof je een fout maakt en opnieuw begint. Op zichzelf is dit geen rare observatie want de geschiedenis van het stuk is op deze wijze te beschrijven.
'Three Mechanisms' is oorspronkelijk in 1988/89 geschreven voor orkest 'De Volharding'. Na de première heeft Zuidam dit stuk gewijzigd en anders geïnstrumenteerd, de 'gereviseerde' versie is uiteindelijk weer terug vertaald naar de bezetting van 'De Volharding'. Terug bij het begin. Zo zou je 'La Création du Monde' van Milhaud in een zetting van Louis Andriessen uit 1972 ook kunnen beschrijven, en niet alleen chronologisch want de titel spreekt voor zichzelf. Dat het 'begin' zo tegen zou vallen, had ik niet verwacht. Het is ritmisch niet zo complex als de andere stukken waardoor een meer lyrische benadering gewenst is. Hempel wist hier geen raad mee. Bob Driessen (saxsolo) speelde prachtig, schitterend en gezellig maar dit werd niet gehonoreerd in de begeleiding die buitengewoon verknipt klonk. Hempel hakte alles in stukjes en wist geen vloeiende overgangen te maken, echt heel jammer.
Het concept beïnvloeding en vervuiling is niet actueel maar vormt wel de basis voor 'Remote Places' van Martijn Padding. Ach, dit stuk is ook al oud, namelijk uit 1988. Ook de behandeling van het orkest in converserende groepen is al oud. Misschien zeg ik het verkeerd, traditionele of oude technieken beluisteren is heerlijk; Schönberg e.a. blijven, maar dit concept is uit de tijd en biedt de luisteraar geen verrassingen. De 'o ja'-reactie is voor elk stuk dodelijk. Het mag duidelijk zijn dat een interpretatie achter de noten van belang is, de verschillende orkestgroepen hebben elkaar iets te melden. Hempel wist opnieuw de kale structuur van het stuk bloot te leggen en met sobere gebaren het orkest te leiden, maar ik miste de interpretatie. Geen afgelegen, verre verwijderde vreemde plaatsen zoals de toelichting ons meldt, maar spatgelijke brass-klanken, trefzeker hout en een zenuwachtig tellende contrabassist. Als slot van de avond 'Shoulder to Shoulder' (1986) van Steve Martland, de enige niet-Nederlander naast Milhaud. De oren werden hier nog even flink betetterd. De echte tutti-Volhardingklank: lekker!
KATJA BROOIJMANS