Hoe beschaafder, hoe meer regels, hokjes, categorieën etc. Overzichtelijkheid lijkt in Westerse culturen een doel op zich geworden. Ondanks woordenboeken voor het reguleren van de taal (of is het andersom...?) is er zeker sinds de introductie van op grote schaal verspreide media rond de toch zo internationale taal muziek een forse spraakverwarring ontstaan, waarin uniformiteit ver te zoeken is. Een kritische momentopname.
Ooit werd een meter-conventie gehouden om precies vast te stellen hoe lang één meter is en sindsdien gaat het ijkwezen daarover. Iets dergelijks is in de muziek ook gebeurd (zij het niet bindend) maar dan met de toonhoogte. Eeuwen lang hing het van de (al dan niet geografische) locatie af hoe laag/hoog instrumenten gestemd werden. Daar kwam in pas 1955 officieel een eind aan toen de ISO (International Organisation for Standardisation) koos voor een standaard a' op 440 Hz (de a boven de 'midden-c' op 440 trillingen per seconde). Ze namen daarbij een besluit over uit 1938 van de Britse Standards Institution Conference. Regels zijn er om overtreden te worden en dus ... stemmen tegenwoordig veel orkesten weer een streepje hoger, omdat dat net even briljanter klinkt. De authentieke beweging zet(te) zo'n afspraak uit historische overwegingen vervolgens totaal op losse schroeven. Kunst onttrekt zich natuurlijk per definitie aan regels, maar binnen de klassieke muziek is er inmiddels een chaotisch randgebied ontstaan (de vermelding van titels en uitvoerenden in de diverse programma's van omroepen, concertzalen en op CD's en dergelijke) dat zich wèl leent voor regulering. Er blijken legio mogelijkheden te zijn voor discrepanties in deze nomenclatuur. Gelukkig gaat het Concertgebouw Orkest in het Engels niet als Concert Building Orchestra door het leven, maar op een onlangs verschenen CD is het Gelders Orkest wel 2 verrassend omgedoopt in het Arnhem Symphony Orchestra. Bij titels van stukken die meer inhoud hebben dan 'concert' of 'symfonie ontstaan dilemma's over de te gebruiken taal: de oorspronkelijke of een vertaling? Bij toonsoorten zijn er verschillende mogelijkheden waarvan sommige beslist om moeilijkheden vragen. Een technisch probleem daarnaast is dat een aantal accenten dat met name in de Scandinavische en Slavische talen voorkomt niet op het toestenbord van de gemiddelde PC is te vinden. Ook de schrijfwijze van vooral het Russisch (maar ook andere niet in Latijns schrift geschreven talen) levert grote problemen op, hoewel hiervoor wel degelijk regels zijn. Deze verschillen overigens weer per taal, zodat niet klakkeloos een bijvoorbeeld Engelse transcriptie in een Nederlandse tekst gebruikt kan worden, maar dat wil nog wel eens gebeuren.
Spelling
Om maar te beginnen met de spelling van Russische namen, waarvan
de transcriptie een 'fonetische' weergave moet zijn van de uitspraak, zij
het dat ook daar restricties gelden. Zo wordt bijvoorbeeld Bolshoi uitgesproken
als Balsjói (klemtoon op de tweede lettergreep!), maar de Cyrillische
'o' blijft desondanks in transcriptie een 'o'. Overigens zijn er geen regels
voor de plaats van de klemtoon in het Russisch; dat moet men wéten.
Dan zijn er nog een aantal verwant-klinkende letters: v/w, i/j, f/v en
i/y. Dus zou zowel Prokofiev als Prokofjev als Prokofief kunnen, maar er
zijn wel regels, of liever gezegd afspraken. In het Nederlands schrijven
we Prokofjev (de Britten Prokofief) en zijn voornaam Sergej (de Britten
Sergey). Deze en andere overeengekomen spellingen van Russische namen zijn
overigens te vinden in de Winkler Prins Encyclopedie. In principe wordt
dus een ie-klank getranscribeerd in 'i', de j-klank in 'j', en de v(f)-klank
als 'v'. Dus Tsjaikovski (de tsj- aan het begin van het woord is de transcriptie
van één letter, de tsjè). Andere spellingen zoals
Tsjajkovski (consequent in de VARA-gids), Tsjaikowsky (een variant op het
Engelse Tchaikowsky) of zelfs Tchaikowski zijn dus in feite fout. Wie zo
kijkt naar Stravinsky zal zich waarschijnlijk verbazen over de -y aan het
eind, maar deze componist leefde lange tijd buiten Rusland en kon dus zelf
de Latijnse schrijfwijze bepalen en zowel in de Franse als Engelse taalgebieden
waarin hij verbleef is een uitgang op -y gebruikelijker dan -i. De oe-klank
(Russische kleine letter 'y') zou strikt genomen in een - u- getranscribeerd
kunnen worden en dat zou consistent zijn met transcripties uit andere talen
(die echter op de uitspraakregels van het Engels zijn gebaseerd zoals Japans
en Chinees: haiku = haikoe!), maar ook hier wordt de werkelijke uitspraak
genoteerd: Glazoenov, Moessorgski en Goebajdoelina. Deze regels verder
toepassend wordt het dus ook: Balakirev, Rachmaninov, Rimski- Korssakov
(die tweede -s ziet men zelden of nooit), Skrjabin en Sjostakovitsj. Wie
Paderewski, Wieniawski of Lutoslawski met een -v- gespeld ziet, heeft te
maken met een over-ijverige scribent. Deze namen zijn immers Pools en niet
onderhevig aan transcriptie perikelen. 3 Een ander taalgebonden eigenaardigheidje
betreft het Spaans, waarin gesproken wordt over Manuel de Falla, maar Falla
(dus zonder 'de') als alleen de achternaam genoemd wordt. Trouwens, waarom
spreken we wèl van von Weber en niet over van Beethoven? Om de verwarring
kompleet te maken gaat Orlando di Lasso in de wandelgangen ook door het
leven als Lassus, Orlande de Lassus (en zelfs Orlandus Lassus in het programma
van Antwerpen '93). Genoeg valkuilen dus voor de dames en heren programmamakers
en CD-mensen. Het lijkt wel of men gemakshalve niets eens pogingen doet
tot stroomlijning, zelfs niet binnen eigen werk, terwijl het nu toch een
fluitje van een cent is met de huidige tekstverwerkers mèt spellingscontrole!
Titels
Een naam is iets eigens, zou je zeggen, of dat nu een persoon, een
orkest, een plaats of een stuk muziek betreft. In de praktijk rond de klassieke
muziek blijkt dat maar gedeeltelijk op te gaan. Wie muziektijdschriften,
programma's van zalen en omroepinformatie bekijkt merkt dat dat betrekkelijk
is. De lezer wordt overspoeld met een veelheid aan talen (en niet alleen
de 'moderne') en inconsequent gebruik ervan. Om bij de kleine ensembles
te beginnen: strijkkwartetten. Slechts weinigen voeren daarin een lijn.
Het Utrechtse Muziekcentrum Vredenburg en bijvoorbeeld Muziekcentrum Frits
Philips in Eindhoven noemen gewoon elk kwartet ongeacht hun herkomst 'Kwartet':
dus Raphael Kwartet, Borodin Kwartet, Colorado Kwartet, Hagen Kwartet etc.
Geen noemenswaardige aantasting, lijkt me en veel mooier dan het gebruik
van de oorspronkelijke talen waar het de moderne talen betreft en toch
weer 'kwartet' voor andere landen van herkomst. Bovendien voorkomt dit
vreemde 'vergissingen' zoals de aankondiging in een omroepblad van het
Raphael Quartet dat toch echt uit Nederlandse (omroep!)musici bestaat.
Maar soms geven namen van ensembles ook echt informatie, die zonder vertaling
verloren kan gaan. De organisatie van Antwerpen '93, die brochures in vier
talen produceerde, kan er van meepraten, maar ondanks uitgebreide discussies
en memo's zijn ze er daar ook niet uitgekomen. Want mag je van een franstalige
muziekliefhebber verwachten dat/zij weet dat bijvoorbeeld het Nederlands
Blazers Ensemble een groep blazers is zonder die naam te vertalen? (Voor
de namen van locaties was de mensen van Antwerpen '93 de mogelijkheid tot
een zelfstandig beleid al uit handen genomen, omdat de VVV al plattegronden
in de verschillende talen uitgaf waarop alles wèl vertaald was.
Maar of een eenvoudige Antwerpenaar de Engelse bezoeker, die naar het Municipal
Theatre vraagt, ook naar de Stadsschouwburg zal wijzen blijft de vraag.)
Bij orkesten is er een tendens de oorspronkelijke naam in het Nederlands,
Frans, Duits en Engels te handhaven en voor het overige vaak een Engelse
of Nederlandse vertaling. Maar ook daar zijn uitzonderingen op, want (gelukkig)
zullen we het Vlaamse strijkersensemble I Fiamminghi nooit aangekondigd
zien als The Flemings of iets dergelijks. Er even vanuit gaande dat we
die moderne talen inderdaad kunnen laten staan, dan zijn 'Frans Radio Philharmonisch
Orkest' en 'Koor en Orkest van het [sic] Metropolitan Opera', beiden als
zodanig vermeld in de Radio-4-bijlage van het 4 tijdschrift Entr'acte,
niet acceptabel. Zodra we het over titels van stukken hebben gaat er iets
anders spelen. Of niet? Maakt het uit of er gesproken wordt over een piano
concerto, een piano concert (concert voor piano en orkest...) of ein Klavier
Konzert? Nog niet zoveel, maar hoe ligt dat bij Variaties over thema xyz;
moet dat niet in de oorspronkelijke taal gemeld worden? Kan Präludium
und Fuge van Bach/Schönberg (programma van het jongste Holland Festival)
dan niet ook 'Prelude en Fuga' zijn? En mag 'Les sept dernières
paroles...' of The seven last words..' voor Haydns Sieben letzten Worte?
Willem in plaats van Guillaume Tell (Rossini); 6 Duitse dansen of liever
6 Deutsche Tänze (Schubert)? Is het Handel of Händel? Zelf geef
ik geef echt de voorkeur aan Matthäus Passion 4 boven Mattheus Passie
of iets daar tussenin. Trouwens, tempo-aanduidingen vertalen we toch ook
niet...
Opera
Het dilemma groeit en blijft helemaal groeien waar het bijvoorbeeld
opera-titels betreft: waarom aan de ene kant 'Het sluwe vosje' (Tsjechisch:
Janácek) en aan de andere kant 'Pique Dame' (Russisch: Tsjaikovski)?
De Barbier van Sevilla of Il Barbiere di Seviglia? Wie niet kan kiezen
kan nog besluiten tot hebriden als 'gitaarquintet' en 'Seven variaties
op...' (beiden gevonden in het programma van Concert Radio)... Titels met
een meer inhoudelijke dan vorm-betekenis leveren dus de grootste problemen
op zodra het origineel onbegrijpelijk is voor de gemiddelde muziekliefhebber.
Maar kennelijk is het opnieuw teveel moeite om consequent te zijn. Zo geeft
het Entr'acte overzicht enerzijds titels van onbekende Tsjaikovski-liederen
in het Nederlands (12/3/93: onder meer 'O, als je een ogenblik..' en 'Op
het bal') maar op 16/3 hebben Rachmaninovs eveneens Russische liederen
opeens Engelse teksten: 'Lilacs', Sing not to me, beautiful girl' (tekst
Poesjkin). Gebrek aan informatie en/of kennis of juist het feit dat hij
zelf zeer goed op de hoogte is, zal reden voor de recensent in Luister
geweest zijn om een reeks CD's van de Deense componist Rued Langgaard (1893-1953)
(in de befaamde New Grove consequent als 'Langgard' gespeld) te bespreken
zonder enige toelichting op bijnamen van symfonieën als Synflod af
Sol (nr. 16, zondvloed van zon, PF) en Fra Dronning Dagmars By (nr. 9,
vanuit koningin Dagmars stad, PF). Vredenburg programmeert in een concert
Rondom Janácek 'In de mist' voor piano en het strijkkwartet 'Intieme
brieven', maar bij Pohádka voor cello en piano ontbreekt opeens
die vertaling (sprookje, PF). Dit zijn maar een paar voorbeelden om de
situatie te schetsen. Overigens is de kans dat het 'muziek-eigen' Italiaans
in deze context vertaald wordt klein en datzelfde geldt voor Latijnse teksten.
Toonsoorten
Een aspect ter identificatie van stukken heb ik nog niet besproken:
de toonsoort. En ook hier blijkt gelegenheid te over voor onenigheid en
verwarring. Want, is de informatie hierover nu onderdeel van de 5 titel
of niet? En is het dus correct om genoemde Präludium und Fuge in Es-Dur
te schrijven? Ik zou ervoor pleiten om onze eigen taal te gebruiken: Es
groot, Es, Es grote terts of Es majeur om alle alternatieven maar even
te noemen. Ook hier dus geen uniformiteit, ook niet wat de taal betreft.
Al schijnt het Duitse Dur en Moll (met of zonder hoofdletter) in het Nederlandse
taalgebied meer gebruikt te worden dan bijvoorbeeld de Engelse equivalenten.
Om het eenvoudig te houden bedienen de Fransen en de Italianen zich van
weer een ander systeem. Si mineur = Si minore, Fa major = F majore, maar...
ut mineur = do minore....
Bij het gebruik van de Duitse terminologie schuilt er overigens nog een addertje onder het gras. Bedoelt iemand die het over b-moll heeft, dat ook echt of bedoelt hij b klein? Op dit punt verschillen de toonsoortnamen namelijk: b-klein (Ned.) is h moll ! (Du.); bes klein (Ned.) is b moll (Du.) Dit lijkt me dé reden om uitsluitend het Nederlands te gebruiken en goed naar de herkomst van de bron te kijken (of een betrouwbaar naslagwerk te raadplegen). Die bron is bij radio vaak (uitsluitend zelfs in het geval van de Concert Radio) een CD en die zijn over het algemeen niet op de Nederlandse markt gericht. Ook bij het bespreken van CD's kan de recensent dus voor het merkwaardige feit komen te staan, dat hij/zij in de aanhef van een bespreking een andere spelling en toonsoortindicatie hanteert dan op de mogelijk er pal boven afgebeelde 'hoes' is te zien. Bijvoorbeeld: Moussorgsky, Khovanshchina wordt Moessorgski Khovansjtjsina. Alles bij elkaar blijkt het dus een ratjetoe te zijn op dit terrein: een Babylonische spraakverwarring, een kakofonie waarbinnen cembalo naast klavecimbel staat, toneelmuziek opeens incidentele muziek heet en de 'Unvollendete' tevens 'Onvoltooid' is. En als zelfs de spelling van het platen-programma Discotabel (c of k?) voor discussie vatbaar is, wordt het misschien hoog tijd voor een CONSTANTE rond muziek: Conferentie voor de Standaardisatie van Terminologie.
PRISKA FRANK