De Franse componist Arthur Honegger (1892-1955) bestreek binnen een betrekkelijk klein oeuvre, waarin geen opusnummers worden gehanteerd, heel veel verschillende genres. Met name die waarin een dramatisch (in de oorspronkelijke zin van het woord) aspect zit trokken hem: opera, dans, film, toneel, radio.
Onlangs verscheen er bij Deutsche Grammophon een CD met orkestmuziek van Honegger, die een beetje een overzicht biedt van het brede bereik van de componist. Drie van de zeven stukken hier zijn weliswaar zelfstandig voor de concertzaal gedacht, maar ze verraden toch stuk voor stuk een in beelden concipieerde achtergrond. Daarover later meer. Verder staan op de CD voorbeelden van respectievelijk ballet-, toneel- en filmmuziek.
Hoewel Honegger wel degelijk onderscheid maakte tussen autonome en (aan beeld en/of tekst) ondergeschikte muziek was het beslist niet zo dat hij neerkeek op de laatste categorie. Integendeel, binnen zijn oeuvre slaat de balans duidelijk door naar functionele muziek. Afgezien van de beide suites uit de film Mermoz uit 1943 betreft deze selectie muziek uit de jaren twintig van deze eeuw. Zo kan blijken dat Honegger zeker een eigen stijl had, maar intussen toch ook zeer verschillende wegen bewandelde, althans in compositorisch opzicht.
Als we ons om te beginnen beperken tot de zelfstandige stukken dan valt direct de verwantschap op tussen Pacific 231 - Mouvement symphonique nr. 1 uit 1923 en Rugby - Mouvement symphonique nr. 2 uit 1928. (Er is nog een derde Mouvement Symphonique uit 1932/3 maar dat heeft geen aparte titel.) Pacific 231 is ongetwijfeld Honeggers bekendste stuk en dat heeft waarschijnlijk alles te maken met het feit dat hier het portret van een (eerst stilstaande, dan op gang komende, rijdende en weer vertragende) stoomlocomotief met deze naam wordt gegeven. Kennelijk verlegen geworden door het succes van dit stuk, dat pas na de toevoeging van de naam van de locomotief zo populair werd, zei Honegger later dat hij slechts het beeld van mathematische versnelling van ritme had willen schetsen, terwijl de beweging zelf juist vertraagt. De componist was een groot liefhebber van locomotieven (en sportwagens) maar anders dan futuristen en bruïtisten als Russolo en Antheil, die in die tijd eveneens hun hoorbare commentaar leverden op de voortsnellende wereld van de techniek, bleven Honeggers produkten muzikaal klinken. Met heftig slagwerk en blokken van klanken wordt een herkenbaar en min of meer realistisch beeld geschilderd.
Amerikaans
Qua muziek komt Rugby - in het orkest deze keer geen slagwerk -
duidelijk uit dezelfde koker als Pacific. Hier dezelfde blokken en energie.
Hetzelfde beeldende ook, compleet met een langdurig fluitsignaal aan het
slot, en de componist kon het weten want hij was eveneens een fervent rugbyliefhebber.
Heel knap vind ik de manier waarop hij erin is geslaagd zijn muziek ook
nog een Amerikaans kleurtje te geven, zoals dat later (!) bij Copland en
Bernstein zou verschijnen als 'typisch Amerikaans'.. : beweeglijke en onderhoudende
muziek. Pastorale d'été - Poème symphonique is een
titel die de lading volledig dekt. Het is duidelijk dat de componist voortborduurde
op de genres van de Pastorale en het symfonisch gedicht. Het resultaat
is een veelal dromerig soms zelfs loom om niet te zeggen landerig stuk
met de in dit genre onvermijdelijk hobosoli, die met fluit worden aangevuld.
Dit stuk uit 1920 heeft idyllische trekjes en sfeer, net genoeg reliëf in deze uitvoering om ruim negen minuten te blijven boeien. Ook hier kunnen we niet aan het beeldende aspect van de muziek ontkomen. Horace victorieux- Symphonie mimée pour orchestre (1923) had een groot werk voor mime-spelers, koor en orkest zullen worden, maar de librettist overleed voortijdig en een uitsluitend orkestraal werk dat in 1921 zonder veel succes werk uitgevoerd bleef over. Tenslotte werd het in 1927 alsnog als balletmuziek gebracht, zij het niet voor een van de Parijse gezelschappen die op dat moment hoogtij vierde (met als belangrijkste Les Ballets Russes van Diaghilev). Hoe dan ook, het antieke verhaal over de Romeinse Horatii en Curatii is in afwisselende muziek beeldend weergegeven.
Verrassend is te horen dat fanfare-achtige gedeelten soms sterk doen denken aan Janáceks Sinfonietta, die ook van later dateert! Als representant van Honegger's toneelmuziek vinden we hier 'Prélude pour 'La Tempête' de Shakespeare'. Deze inderdaad stormachtige ouverture lijkt een staalkaart van wat er aan dreigende weersgesteldheden in muziek uitgebeeld kan worden; het effect is soms overdonderend. Flarden van de Tempest-muziek lijken terug te komen in die voor Mermoz, een film over de vliegerij. In zowel 'La Traversée des Andes' als in 'Le vol sur l'Atlantique' wordt de luisteraar inderdaad meegenomen op de vluchten vol spanning, maar ook met rust en vooral schoonheid. Een passage uit La traversée... zou overigens ook zo onder dat prachtige fragment in Out of Africa passen, waarin Streep en Redford boven al die flamingo's vliegen: Honegger verstond zijn vak.
Bij deze wat ruime maar heel doorzichtige opname had ik graag nog meer betrokken en meegesleept willen worden. Het Orchestre du Capitole de Toulouse levert een in alle opzichten voortreffelijke prestatie, maar de opname zelf blijft enigszins afstandelijk. Verder niets dan lof voor deze produktie, die bovendien goed gedocumenteerd is. Vreemd is wel dat in de vier talen (Frans, Duits, Engels en Italiaans) vier auteurs vier verschillende toelichtingen schreven, die samen een wel heel compleet beeld geven. Uiteraard zijn van Pacific 231 diverse opnames verkrijgbaar maar voor andere weken ligt dat anders. Mermoz was nog niet beschikbaar evenmin als Horace victorieux en de Tempest-ouverture; niet te geloven eigenlijk, maar dat wordt nu een beetje goed gemaakt. Aanbevolen.
Nb. Een recensie van de CD met Honeggers pianomuziek door Anette Middelbeek (augustus 1992) bevindt zich in het archief.
PRISKA FRANK