Een paar jaar terug kreeg ik een programmaboekje van de Camerata Trajectina onder ogen. Het was een programma naar aanleiding van de 400e sterfdag van Dirck Volckertszoon Coornhert. Zangers en muzikanten vertolkten de liederen van Coornhert, omlijst door inleidende verhalen, temidden van een opvallend decor, zo vertelde mij één van de zangers. Muziek en literatuur in een aantrekkelijk jasje, is dat niet cultuureducatie? De artistiek leider van de Camerata Trajectina Louis Grijp wil het educatieve gehalte niet benadrukken: `We spelen gewoon wat we zelf leuk vinden'.
Thematiek
Op een kleine kamer met rijen kaartenbakken in Amsterdam praat ik
met de musicoloog Louis Grijp, de man achter de Camerata Trajectina (letterlijk
Utrechts muziekgezelschap). Het ensemble bestaat al sinds 1974 en, zo staat
in het promotiemateriaal: `maakte naam als pleitbezorger van Nederlandse
muziek uit de 16e en 17e eeuw'. De Camerata maakte programma's rond politieke
en literaire thema's zoals 'De hoer van Babylon' over de godsdiensttwisten
en 'De honingvloeiende poëet' over Vondel. Het muziekgezelschap is
haast elk jaar te zien op het festival Oude Muziek te Utrecht en treedt
verder op in binnen- en buitenland, vaak op historische locaties. De thematische
aanpak bestond nog niet toen Louis Grijp, omdat hij luit speelde wat toen
haast niemand deed, het gezelschap werd binnengehaald. Het eerste thematische
programma in 1979 had liederen over de tachtig jarige oorlog tot onderwerp.
De liederen uit onder andere Valerius Nederlandtsche Gedenckclank (vast
nog bekend uit de Nederlandse literatuurlessen) werden, begeleid door de
bijbehorende verhalen, op het Muiderslot opgevoerd. `Die strakke programmering
sloeg in' volgens Louis Grijp, `toen zijn we op dat spoor blijven zitten,
want het was niet alleen een gat in de markt, maar we waren er ook buitengewoon
geschikt voor'.
Oude melodieën
Grijp legt uit hoe de liederen voor opvoering geschikt worden gemaakt.
Vaak staan er geen noten bij de lyriek, maar alleen op de wijze van...
Grijp zoekt zelf de oude melodieën op. De vocale partijen, die vaak
eenstemmig zijn, maakt hij ook zelf voor de verschillende zangers meerstemmig.
Ook wordt er een aannemelijke partij voor de muzikanten bij bedacht. De
liederen, die voor het hedendaagse publiek moeilijker te begrijpen zijn,
worden in de programmatoelichting vertaald of op het podium geëxpliceerd
door een verteller.
Presentatie
De produkties van de Camerata zijn geen gewone opvoeringen waar
een stel zangers voor een muziekstandaard hun muziekstuk zingen. Er wordt
veel aandacht aan de presentatie geschonken. Louis Grijp vertelt dat het
vaak om liederen gaat die niet bedoeld zijn om voor een publiek te vertolken
en qua taalgebruik voor een hedendaags publiek moeilijker zijn en daarom
meer aandacht in de presentatie nodig hebben. De zangers doen veel aan
articulatie en gesticulatie en vaak worden de liederen door een beroepsacteur
verhalend ingeleid. Het meest opvallend zijn nog de decors. Zo deden bij
het programma rond Willem van Oranje grote diaschermen dienst en was het
programma rond Bredero (dat zich in café Nol in de Jordaan afspeelde)
20ste eeuws aangekleed. Bij het Coornhertprogramma stond er een grote boekenkast
vol met witte `boeken' op het toneel. De zangers haalden `toevallig' een
boek uit de kast waarin hun liedtekst stond. De aandacht voor de decors
is ook afhankelijk van het subsidiegeld. WVC is geneigd meer geld te geven
aan de programma dat voor Nederland van cultuur- historisch belang is,
zoals een nationale herdenking als de sterfdag van Coornhert. En meer geld
betekent meer mogelijkheden voor het ontwerpen van een professioneel decor
en het inhuren van een regisseur en een acteur. De bijzondere opvoering
maakt de programma's toegankelijker. Volgens Grijp kun je kiezen of je
de lyriek alleen tekstueel wilt volgen of vooral wilt kijken naar het theatrale:
het decor, de gelaatsuitdrukking van de zangers enzovoorts. `En als ze
alles willen weten moeten ze maar twee keer komen'.
Plezier
Het lijkt er op dat de Camerata Trajectina een bijzonder cultuureducatief
ensemble is. Het gezelschap brengt oude liederen op speelse wijze onder
de aandacht en verduidelijkt ze in het programma zelf en de programmatoelichting.
Ik vraag aan de artistiek leider of de uitgangspunten van de Camerata
educatief zijn. Louis Grijp ziet de Camerata allereerst als een gezelschap
waar met plezier muziek gemaakt wordt. `We doen het omdat we het zelf leuk
vinden'. Het publiek wordt aangestoken door dit enthousiasme. Maar het
is volgens Grijp wel duidelijk dat er veel moeite gedaan wordt voor de
aankleding en de programmatoelichting om de voorstelling toegankelijk en
leuk te maken.
Publiek
Ik ben erg benieuwd naar het publiek van de Camerata, daar ik zelf
zelden of nooit een aankondiging van het ensemble tegenkom. Volgens Louis
Grijp bestaat het publiek vooral uit oude muziekliefhebbers. Dat is een
speciaal publiek dat vooral op het Festival Oude Muziek te vinden is en
op soortgelijke concerten elders in het land. Maar ook meer literair geïnteresseerden,
zoals Neerlandici komen naar de concerten (Een artikeltje over de Camerata
had inderdaad ook gemakkelijk in een themanummer over literatuur gekund).
Het gaat dus om een publiek van kenners. Grijp voelt zich niet geroepen
om een breder publiek te bereiken, maar zo zegt hij vrolijk 'iedereen is
welkom hoor'. Ik vind het jammer dat niet meer mensen kennis kunnen nemen
van de Camerata. Grijp vindt dat ik dan maar eens zelf een concert moet
organiseren, voor cultuureducatoren bijvoorbeeld.
MIRJAM BOSGRAAF