Als één wens in vervulling gaat, wordt hij afgelost door een andere. In de twintigste eeuw is één hele grote wens voor de mens in vervulling gegaan: de homo sapiens heeft leren vliegen. Voor dit verlangen zijn talloze andere wensen in de plaats gekomen, bijvoorbeeld de wens door de tijd te kunnen reizen. Hoe sterk dit verlangen is blijkt o.a. uit de plaats die het thema 'tijdreizen' inneemt in onze verbeelding, en dan met name daar waar we onze fantasie de vrije loop kunnen laten: bijvoorbeeld in de Science Fiction-literatuur, met als 'stamvader' H.G. Wells' novelle 'The Time Machine'; in strips en kinderliteratuur (prof. Barabas' teletijdmachine, 'Kruistocht in Spijkerbroek'); maar ook in grote- mensen-literatuur (Marten Toonder's 'De Bommellegende' en Kurt Vonneguts 'Slaugterhause 5'); en niet te vergeten in films ('Time Bandits' en 'Back to the Future').
Door onze nieuwsgierigheid, nostalgie of escapisme hebben we een groot aantal middelen en methodes 'ontdekt' waarmee we door de tijd kunnen reizen: ingenieuze apparaten, het onderbewuste (te bereiken door b.v. een stevige klap op de schedel), tijdgaten, kosmische wervelingen, etc. Een zelfde onwerkelijk gevoel als we ons kunnen voorstellen bij tijdreizen, garandeert de CD 'Goethe-Lieder' gezongen door Christiane Oelze (Berlin Classics, 1992, DDD, 67:43).
Op weg naar de 20ste eeuw
Op deze CD zijn een 24 liederen op teksten van Goethe verzameld.
Vanaf track 1 worden we ondergedompeld in de sfeer van de vroege Romantiek:
vijf liederen van Franz Schubert, met de voor Schubert zo karakteristieke
mengeling van melodische Romantiek en helder Classicisme. Na Schubert gaat
de muziek welhaast vloeiend over die van zijn 'opvolger' Schumann. Door
de constante factor van Christiane Oelze's stem, hebben we niet direct
in de gaten dat er iets verandert, (aangenomen dat we er niet constant
de inhoudsopgave van de CD op nazien of alles er wel opstaat). Langzamerhand
bekruipt ons echter een onwerkelijk gevoel. Met Schumann bevinden we ons
namelijk minstens 35 jaar dieper in de negentiende eeuw. De Romantiek wordt
hier zwaarder en het verlangen ondragelijker (o.a. in het oneindig mooie
'Kennst du das Land'). Duidelijk is dat er dingen in beweging zijn, al
kunnen we nog niet direct onze vinger erop leggen. Als na Schumann echter
in een stroomversnelling de componisten Webern, Eisler, Von Zemlinsky de
revue passeren, doorleven we in korte tijd de ontwikkeling van een hele
eeuw. Wat het meest opvalt, is de breuk met de traditie en het loslaten
van de traditionele tonaliteit. Het scala van wat muzikaal mogelijk is,
wordt steeds breder. Hoorbaar is ook dat we definitief afscheid nemen van
het verleden, dat de tijden onherroepelijk veranderen. De Industriële
Revolutie heeft zijn volle beslag gekregen, en daarmee de urbanisatie,
het verlies van de oude groepsidentiteit, de traditionele levensvormen,
en het vertrouwelijke concept van de Voorzienigheid. We dringen door in
de twintigste eeuw, onheilspellend naderen we twee wereldwijde oorlogen.
Het is echt allemaal hoorbaar.
Het recital wordt besloten met een tiental liederen van Hugo Wolf. Uit zijn omvangrijke Lieder-oeuvre koos men o.a. een zetting van 'Kennst du das Land' (het laatste lied op de CD). Als we Wolf's compositie vergelijken met die van Schumann, wordt glashelder wat er in de tijd veranderd is: we horen het verschil tussen een Romantisch Leiden en het duistere pessimisme van het Fin de Siècle. Schumann's verlangen naar het land waar 'ein sanfter Wind vom blauen Himmel weht' is een uiting van puur romantische 'Weltschmertz'. Deze kwelling is echter oplosbaar, al wil de componist er nog even onder leiden, omdat dat zo'n mooi gevoel is. Zijn verlangen is dat van een Noordeling naar het lieflijke, zonnige Italië waar de citroenen bloeien, een verlangen dat nog wel te vervullen is. Wolf's visie is echter fatalistisch en tragisch. Voor hem is het paradijselijke, het utopische voor altijd onbereikbaar.
Een interessante opzet, zo'n recital van Goethe-lieder. Aan elke selectie mankeert echter wel wat. Zo ook aan deze. Hoewel er 24 schitterende liederen op staan - waar ik een aantal nog niet van kende - ontbreken er wat mij betreft toch een paar. Het is in ieder geval jammer dat men Schubert's 'Kennst du das Land' niet heeft opgenomen.
Uitvoering: precies pas
De sopraan Christiane Oelze is een ware ontdekking voor mij. Kenmerkend
voor Oelze's stem is een natuurlijk klinkende charme, een bescheiden vibrato
en een uitstekende tekstdeclamatie. Zij schijnt zich reeds in een vergevorderd
stadium van haar carrière te bevinden en heeft al een lange reeks
optredens op haar naam staan, o.a. met Roger Norrington en zijn Chamber
Orchestra of Europe, Sir Neville Marriner en zijn Academy of St. Martin-in-the
Fields en vele andere illustere gezelschappen. Oelze raakt 'iets' in de
op deze CD verzamelde muziek. Ze weet de liederen zo te zingen dat het
moeilijk voorstelbaar is dat een andere stem passender zou kunnen zijn.
Wat dat betreft is ze (vanaf nu) voor mij de vrouwelijke tegenhanger van
Dietrich Fischer-Dieskau. Voor sommige musici, maar ook voor sommige acteurs
geldt dat ze hun muziekstuk of rol op een bijzondere passende manier uitvoeren.
Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop Elizabeth Taylor haar rol inkleurt
in Who is Afraid of Virginia Woolf. De kwaliteit die hier in het geding
is, verheft musici en acteurs tot standaard, een maatstaf waaraan het kunnen
van anderen kan worden afgemeten. Vergelijkbaar met de prestatie van een
topacteur is Oelze's uitvoering van bijvoorbeeld 'Gretchen am Spinnrad'.
Ze weet bijvoorbeeld de 'rol' van de onder een duivelse liefdesbetovering
staande Gretchen zo te zingen dat we haar stem gaan beschouwen als onlosmakelijk
verbonden met de enige echte Gretchen uit 'Faust'. Duidelijk is dat ze
in staat is zich volledig te vereenzelvigen met het door onrust gekwelde
subject uit Goethe's gedicht. Dit vermogen van de sopraan, maar ook zeker
de 'time-traveling'-opzet van het recital zijn twee redenen waarom deze
CD het kopen waard is.
JèMELJAN HAKEMULDER