The Duke Ellington Orchestra, Papa Bue's Viking Jazz Band, Chris Barber Jazz and Blues Band, Nederlands Blazers Ensemble... Nederlands Blazers Ensemble? Ja, tussen al die grote namen in de serie Swing van Muziekcentrum Vredenburg staat dit gezelschap zondermeer zijn mannetje/vrouwtje. En trouwens, de muziek van Duke Ellington is inmiddels toch ook klassiek.
In turbulente tijden van de actie Notenkraker, het orkestenbestel en Kunsten '92 is het Nederlands Blazers Ensemble sinds de oprichting in 1959 onaangetast gebleven. Indertijd bundelden een aantal topblazers van het Concertgebouw Orkest hun krachten om ook in kleine bezetting te musiceren. Dat werd een succes, men had plezier, probeerde nieuwe dingen, begon zelfs een traditie (Nieuwjaarsconcerten met onvermijdelijke komische aspecten). Er werd op ongewone plaatsen gespeeld zoals L'histoire du soldat van Stravinsky in een tent op het Amsterdamse Museumplein. De opnames van indertijd geven de hoge standaard weer. Zo is ondanks alle 'authentieke' inzichten van later de inmiddels op CD heruitgebrachte opname (Philips) van Mozarts Gran Partita nog steeds van een onovertroffen en adembenemende schoonheid. Een kleine dertig jaar na de start is het Nederlands Blazers Ensemble in feite vernieuwd; een kern van jonge musici heeft het roer overgenomen. De naam, internationaal bekend en een om trots op te zijn, is gehandhaafd evenals de avontuurlijke programmering. En nu dus een swing-programma met muziek van Amerikaanse klassieke componisten, die er niet voor schroomden hèt Amerikaanse idioom, de jazz, in hun muziek te integreren. Gedeeltelijk betrof het bewerkingen van deze stuk voor stuk aanstekelijke composities.
De zaal zat voor driekwart vol, maar zelfs in een uitverkocht huis is deze ruimte verre van ideaal voor het kopergeweld dat in een aantal van de gespeelde stukken voorkomt . Het enthousiasme spatte bijvoorbeeld al van Coplands 'Fanfare for the common man', maar de oren moesten het toch wel ontgelden bij het schel tussen de betonnen wanden weerkaatsende geluid. Even goed indrukwekkend afgezien van een paar missertjes aan het begin. De drie slagwerkers, die al vanaf de opening met krachtige slagen de dreigende sfeer neerzetten, sloegen spatgelijk. Een leuke vondst om het koper met uitzondering van de hoorns naast elkaar op de eerste 'galerij' te zetten, wat het idee van een openingsgroet, wat ook de oorspronkelijke functie van het stuk was, nog eens onderstreepte.
Meer swing, zij het in een vrij gestileerde vorm verwerkte Bernstein in zijn Prelude, Fugue and Riffs voor blazers, divers slagwerk, contrabas en piano. De klarinet treedt hier en daar op de voorgrond en het stuk was aanvankelijk ook voor Woody Herman gedacht, hoewel zijn minstens even beroemde collega Benny Goodman het stuk uiteindelijke in première bracht. Mij is niet zo duidelijk geworden waarom het Blazers Ensemble zijn toevlucht tot gedeeltelijke electrische versterking had gezocht, en waarom het slagwerk daarbij inbegrepen was. Gevolg was dat er vaak fors op los getoeterd werd (nog steeds in die 'harde' zaal) en dat daar bovenop de versterkte instrumenten kwamen, terwijl de installatie bij klarinetuitschieters vervaarlijk kraakte. Dat zou toch geheel akoestisch in balans moeten zijn te krijgen. Hoe dan ook, dit vrij eigenzinnige stuk laat de prachtigste kleuren (fugue for the saxes!) en eveneens swingende momenten horen: deze mensen kunnen er wat van, dat is duidelijk.
De Russische componist Stravinsky kwam via Frankrijk tenslotte in de Verenigde Staten uit en hij schreef ook een werk voor Woody Herman en big band: Ebony Concerto. Evenals in Bernstein vertolkte Harmen de Boer de solopartij op een meeslepende manier. Dit vrij korte concert speelt vooral met ritmes, zoals Stravinsky dat zo vaak deed en de instrumentatie met harp en gitaar erbij geeft soms verrassende effecten, die ook probleemloos hoorbaar waren. Het prachtige middendeel klonk warm en vol, het geheel was puntgaaf. Het swingpubliek vond Stravinsky duidelijk aan de moeilijke kant en voelde zich beter thuis bij Gershwin's Rhapsody in Blue, een eendelig werk voor big band en piano. Een echt concert is het niet; afgezien van een tweetal uitgebreide soli versmelt de pianopartij daarvoor teveel in de totale orkestklank. Niemand minder dan Louis Lortie nam het pianoaandeel, dat de componist indertijd zelf uitvoerde, voor zijn rekening. Nu heeft Gershwin nog veel meer swingende, jazzy muziek geschreven en uit ervaring weet ik dat het aanstekelijke van deze muziek niet in genoteerde noten is te vangen: dat moet in je zitten om het te kunnen laten horen. Van Gershwin weten we dat hij een werkelijk fenomenale pianist was, maar bij iemand als Lortie zou ik toch de technische moeilijkheid van deze partij niet als reden van zijn soms wat houterige spel willen aanvoeren. Vooral in het begin, en dat gold ook voor de overige musici, wilde het gewoon niet klinken. Zo'n openingsglissando op de klarinet kán traploos en dan is het meteen veel spannender. Deze Rhapsody wordt meestal gespeeld in de versie met symfonie(achtig) orkest en daardoor was het nu soms even wennen als vertrouwde passages opeens anders klonken. Opnieuw waren er soms balansproblemen, want dan was er echt niets te horen van de piano, terwijl Lortie wel zichtbaar zat te zwoegen. In het geheel bespeurde ik veel speelplezier en ook heel lekker lopende onderdelen in een altijd weer heerlijk stuk muziek.
Het feest der herkenning was compleet met zeven onderdelen uit Bernsteins West Side Story. De slagwerkers kunnen zich hier helemaal uitleven en vaak zorgen zij juist voor het meeslepende karakter van de muziek. Helaas was hier opnieuw 'volle kracht vooruit' teveel van het goede voor deze zaal. Echt uitgepakt werd er in het geliefde nummer 'America', dat tenslotte voor het enthousiaste publiek herhaald werd als toegift. Het Nederlands Blazers Ensemble is geen big band (maar een heel veelzijdig blaasorkest) en dat is te horen, al komen de musici zo nu en dan zeker op dat `niveau`. Swing heeft alles te maken met het nemen van vrijheden en dat is iets waar de gemiddelde klassiek- geschoolde musicus vaak geen raad mee weet. Evengoed petje af voor wat de dames en heren presteren onder de weinig opvallende maar evengoed stimulerende leiding van Richard Dufallo. Overigens verschijnt ditzelfde programma in het najaar op een Cd van het label Chandos. Bovenstaande akoestische bezwaren zullen daarop ongetwijfeld ontbreken.
PRISKA FRANK