Concertmuziek van filmcomponisten


Het keurslijf van de beperkingen is voor veel schrijvers van filmmuziek reden om ook buiten dit genre aktief te zijn. Niet zelden blijkt hun eigen stijl dan een heel andere dan die vanuit met name Hollywood gedicteerd werd en wordt. Een CD zoals Koch die uitbracht met voor de concertzaal bedoelde werken van drie groten van het witte doek, is belangwekkend, mede vanwege de twee wereldpremières en een CD-première van Bernard Herrmann, Franz Waxman en Miklós Rózsa. Hoewel de namen hem misschien niet direct iets zeggen, heeft elke filmliefhebber ongetwijfeld muziek van tenminste één van de bovengenomede heren gehoord. Zoals hun namen al doen vermoeden, betreft het (naast Herrmann) twee Europeanen, die echter om verschillende redenen de grote oversteek waagden en in Hollywood terecht kwamen. Dit filmcentrum was en is een soort smeltkroes waar tenslotte vrijwel iedereen met talent en grote filmambities terecht komt.

New Yorker Herrmann (1911-1975) studeerde o.a. aan de befaamde Juilliard School en richtte als 20-jarige het New Chamber Orchestra op, waarmee talloze Amerikaanse premières van met name Brits werk als dat van Walton, Delius en Bax werden gegeven. Herrmann was ruim 20 jaar als dirigent verbonden aan het CBS Symphony Orchestra, maar dirigeerde ook vele andere orkesten. Bij CBS schreef hij muziek voor radio, film en televisie. Van de tientallen films zijn er velen nog steeds heel bekend: Citizen Kane, Jane Eyre, The man who knew too much, Psycho, Marnie, North by Northwest. Inderdaad, een samenwerking op grote schaal met filmmaker Alfred Hitchcock. Tussen de muziek voor diens film Psycho (1960) en de Sinfonietta (1936) heeft overigens een soort kruisbestuiving plaats gehad. Om de een of andere reden had Herrmann het atonale (met duidelijke lijnen naar Schönberg) Sinfonietta nooit uitgevoerd, maar hij greep erop terug toen hij de verknipte 'moeder' van Norman (Anthony Perkins) in muziek moest karakteriseren en 'leende' materiaal. In 1975 herzag hij de Sinfonietta vervolgens weer op basis van wat hij in Psycho had gedaan. Tot een opname of uitvoering van die versie was het tot nu toe nog niet gekomen. Van deze muziek voor strijkorkest word je als luisteraar niet erg vrolijk. De uitersten tussen hoog en laag, de soms wringende dissonanten en de vaak beklemmende sfeer laten zich inderdaad moeiteloos koppelen aan een thriller als Psycho. De vijf delen lopen in deze opname vrijwel in elkaar over, de klank van het orkest is compact. Herrmann is altijd een meester geweest in het weergeven van emoties, maar dan zonder daarvoor het vaak grote typische Hollywood- orkestapparaat nodig te hebben.

Miklós Rózsa (geb. 1907) kwam uit Boedapest en kreeg zijn opleiding in Duitsland. Naast zijn filmwerk is hij altijd zelfstandige muziek blijven schrijven zoals concerten voor viool, piano, cello, een symfonie en allerlei kamermuziek. Van de films noem ik alleen weer een paar bekende hoogtepunten: Spellbound (wint een Oscar), Ben Hur, The lost weekend, Quo vadis (1950). Na de intensieve arbeid aan deze laatste film schreef Rózsa een strijkkwartet. Hiervan bewerkte hij het eerste deel, Andante, speciaal voor deze CD voor strijkorkest: een wereldpremière dus. Deze wat melancholische muziek doet het inderdaad heel goed in een grotere bezetting. De Berliners brengen een heel homogene klank voort, die zowel aktief als gedragen klinkt. Ik ben nu wel benieuwd naar het hele strijkkwartet. Ook van Rózsa op deze CD het Concert voor strijkorkest (1943), waarin voornamelijk weemoed doorklinkt. Volgens de zeer uitgebreide toelichting bij de CD is in elke noot het gekwelde Hongarije te horen. In hoeverre deze opmerking is ingegeven door de wetenschap dat de tweede Wereldoorlog ten tijde van het ontstaan van het stuk in volle hevigheid woedde, weet ik niet, maar typisch Hongaars zou ik het concert zeker niet willen noemen. Wel heel mooi van sfeer met veel laag, een weinig opwekkende middendeel en bijna opstandig Allegro guisto. Waarom heeft bijvoorbeeld een Academy of St. Martin- in-the-fields zo'n stuk niet op zijn repertoire?

Tenslotte Franz Waxman (1906-1967), afkomstig uit Duitsland waar onder anderen Bruno Walter zich voor zijn carrièrre inzette evenals filmmuziekcomponist Friedrich Holländer. Zo arrangeerde en dirigeerde Waxman in 1930 Holländers muziek voor Der blaue Engel. Hij ontvluchtte het nazisme en kwam tenslotte in Hollywood terecht waar hij muziek schreef voor films als Rebecca, Dr. Jekyll en Mr. Hyde, Suspicion, Rear window en Peyton Place. Oscars voor Sunset Boulevard en A place in the sun. Verder schreef hij veel muziek voor televisie, richtte in 1947 het Los Angeles Musical Festival op waar hij tot zijn dood de belangrijkste dirigent van was. Veel tijd voor het schrijven van 'gewone' muziek was er niet. De hier gespeelde Sinfonietta (CD-première) voor strijkers en pauken was het laatste. Dit krachtige stuk met een duidelijke rol voor die pauken doet qua sfeer en kleur bijna Engels aan. De muziek is in hoge mate dramatisch hoewel er eigenlijk niet zoveel gebeurt. De (op een paar maten na) niet aflatende paukenpuls maken van het treurmars-achtige middendeel zonder violen en contrabassen een schrijnend mooi geheel. Ook in het laatste deel met diverse soli veel spanning, waaraan de uitvoering niet weinig bijdraagt. In zijn geheel een CD met samenhang en waar het het orkest betreft een zondermeer goede prestatie. De opname is eveneens goed met het orkest als het ware binnen handbereik van de luisteraar opgesteld. Vooral in de Sinfonietta van Waxman mis ik overigens wat hoog. Een productie die aandacht verdient.

PRISKA FRANK


©St. NoPapers

Terug naar overzicht