Figaro, de zingende barbier uit Sevilla, figureert in twee opera's die nog steeds tot het meest geliefde repertoire behoren. Het verhaal van Beaumarchais vormt de basis voor de libretti van Rossini's Il Barbiere di Seviglia en Mozarts Le nozze di Figaro (de bruiloft van F.). De laatste beleefde zijn première in 1786. In Mozarts geval was Lorenzo da Ponte verantwoordelijk voor de bewerking van de tekst van het verhaal over Figaro's trouwen. Ook voor latere opera's werkte de componist samen met de librettist, te weten voor Don Giovanni (1787) en Cosí fan tutte (1790). Overigens is het wel aardig te melden dat de verzuchting over vrouwen 'Zo doen ze allemaal' (cosí fan tutte) al in Le nozze wordt geuit!
Le nozze di Figaro is een zogenaamde opera buffa, een komische opera, waarin en passant ook nog commentaar wordt geleverd op sociale rangen en standen. Het is opvallend hoe goed Mozart met zijn muziek de tekst volgt, zelfs hier en daar ook op die manier de luisteraar op subtiele wijze tussen de regels door laat luisteren. Met al zijn intriges, verkleedpartijen en persoonsverwisselingen en soms niet helemaal plausibele verwikkelingen is Le nozze een opera buffa bij uitstek. Dat geldt zelfs voor wie de dubbele bodems niet herkent. De muziek klinkt fris, uitbundig vaak, laat teksten ideaal tot hun recht komen zonder in simpele begeleidingen te vervallen. Het voert te ver om hier de hele inhoud weer te geven, maar het verhaal komt erop neer dat Graaf Almaviva, die achter Susanna, de aanstaande bruid van Figaro aanzit, daarvoor gestraft wordt. Intussen wijkt Figaro ook even van het rechte pad door avances richting gravin Almaviva te maken. Althans, dat dènkt hij, want in werkelijkheid heeft hij een verklede Susanna voor zich. Verscheidene andere personages, en met name Cherubino zorgen hierbij voor extra verwikkelingen. In het totaal zijn er veertien rollen in deze opera. Verder draagt een koor op bescheiden wijze een enkele maal bij aan het geheel.
Zoals gezegd behoort deze opera nog steeds tot het gangbare repertoire, niet alleen in de operahuizen maar ook bij de verschillende platenmaatschappijen. Sinds ook Mozart 'ten prooi' is gevallen aan de authentiekelingen zijn er ook talloze interpretaties mogelijk. Sommige daarvan zijn inderdaad interessant genoeg om vastgelegd te worden. Zo is John Eliot Gardiner met zijn English Baroque Soloists voor Archiv bezig aan zo'n beetje alle belangrijke Mozart opera's. Inmiddels heeft hij Le Nozze ook opgenomen. Nicolaus Harnoncourt, de man die onder meer het Koninklijk Concertgebouworkest 'authentiek' dirigeert, is eveneens bezig de opera's van Mozart op te nemen. Op Teldec is hij al iets verder gevorderd dan Gardiner, maar ook hij nam onlangs Le nozze di Figaro op. De Teldec-opname ligt in het verlengde van een reeks voorstellingen die Harnoncourt bij de Nederlandse Opera gaf. Echter, in de bezetting van de in het Concertgebouw concertant opgenomen versie zitten nogal wat verschillen met die van de Stopera-voorstellingen. Wie bleven waren de inmiddels internationaal bekende Nederlandse sopraan Charlotte Margiono als de gravin en Isabel Rey als Barbarina. Kevin Langan speelde in het theater Bartolo en op de cd Antonio. Verder werd een geheel nieuwe cast samengesteld. Een cast die er trouwens mag zijn: Thomas Hampson als de Graaf is net zo'n schot in de roos als Anton Scharinger als Figaro en Barbara Bonney als Susanna. Jammer dat deze bezetting nooit op de planken te zien en te horen is geweest: die had voorstellingen om van te watertanden kunnen opleveren.
Twee lokaties
Niet alleen is het stemmenmateriaal van topniveau, ook de vocale
acteerprestaties van de zangers zijn dat. Hier wordt een vanzelfsprekende
dramatiek aan de dag gelegd, die mede door de verstaanbaarheid ook heel
natuurlijk aandoet. De zangstijl is heel puur gehouden. De vrouwen klinken
allemaal even licht, geraffineerd en charmant, alleen Ann Murray als Marcellina
gebruikt een vrij breed vibrato. De mannen geven allemaal sterke vertolkingen
met een vaak grote vrijheid binnen de recitatieven. Een en ander komt de
helderheid zeer ten goede. Harnoncourt neemt bovendien de ruimte voor vertragingen,
waardoor het geheel de kans krijgt te ademen. Op sommige momenten zou men
daardoor van traagheid kunnen spreken. Wat echter mij bij het beluisteren
van deze vaak sprankelende vertolking stoorde was de discrepantie tussen
de recitatieven en de gedeelten met orkest. Er is namelijk op twee lokaties,
de grote en de kleine zaal van het Concertgebouw opgenomen. Het orkest,
dat overigens wel steeds behoorlijk achter de zangers is gehouden, klinkt
steeds ruim, om niet te zeggen té ruim. De veel intiemere recitatieven
zijn in de drogere akoestiek van de kleine zaal opgenomen. Deze constante
afwisseling tussen beide lokaties zorgt voor een zekere mate van onrust.
Bovendien zijn niet alle overgangen vlekkeloos gesneden. Waar is bijvoorbeeld
de nagalm van track 6 op de eerste cd? Harnoncourts opvatting over tempi
levert misschien hier en daar een duidelijker dan bij anderen waar te nemen
structuur op, maar soms ontbreekt daardoor ook het hoogspanningsgevoel,
dat speelse effect in de muziek. Le nozze is dus een komische opera, maar
wie zonder zich van de tekst of inhoud te verwittigen naar deze opname
luistert zal dat er vaak niet aan af horen. En dat, terwijl er toch gewoon
komische zaken passeren. Afgezien van dit bezwaar weet de dirigent het
Concertgebouworkest als vanouds op te zwepen tot een vaak felle uitbundigheid,
die meeslepend kan zijn. Men kan bepaalde bezwaren hebben tegen Harnoncourts
opvatting. Men kan vallen over de opname, die overigens wel een fraaie
balans tussen de verschillende zangers laat horen. Men kan het betreuren
dat in deze concertante versie niet geprobeerd is de diverse personages
nog enigszins te laten bewegen, waardoor een nogal statisch 'toneelbeeld'
is ontstaan. Wat blijft boeien zijn de verschillende stemmen, met twee
topparen die althans in deze benadering moeilijk te evenaren zullen zijn.
Margiono en Hampson voegen andermaal glansrollen aan hun repertoire toe.
Hoewel de gravin pas in de tweede akte ten tonele verschijnt, zijn de prestaties
van niet alleen deze beide zangers genoeg om deze versie van 'Harnoncourts'
Le nozze di Figaro toch te beschouwen als een geslaagde onderneming.
PRISKA FRANK