Vivaldo door I Solisti Italiani: natuurlijke perfectie


Antonio Vivaldi schreef altijd series concerten die hij bundelde en onder één naam uitbracht. Zo kennen we "La Stravaganza", "L'Estro harmonico" en "Il cimento dell'armonia e dell' invenzione" (Het waagstuk van de harmonie en van de verbeelding). Van de laatste verzameling maakt de Vier Jaargetijden deel uit. Verder is er dan nog Vivaldi's negende opus, dat de naam "La Cetra" draagt (de kithara, een oud soort lier). Het is een serie van twaalf vioolconcerten, waarvan één concert bovendien nog een rol inruimt voor een tweede solist. De muziek heeft de zo kenmerkende lyriek van al het werk van Vivaldi. Hij was ook de eerste componist die het langzame deel in het concert net zo belangrijk vond als de snelle delen (de concert-vorm bevatte toen al drie delen: snel, langzaam, snel). Juist dat langzame deel bood natuurlijk bij uitstek de kans om fraaie melodieën te componeren.

Van La Cetra is recentelijk bij Denon een nieuwe opname verschenen op CD, door het strijkersensemble I Solisti Italiani. Deze groep nam al eerder werk op van Vivaldi bij hetzelfde label, waaronder L'Estro harmonico (Denon 72 719) en Il cimento dell' armonia e dell' invenzione (CO 1520 en CO 1471). Ooit heette het ensemble "I Virtuosi di Roma", toen het nog onder leiding stond van oprichter Renato Fasano. Maar toen men besloot om zonder dirigent verder te gaan, was het tijd voor een naamsverandering.

De groep noemt zich niet voor niets "solisti", want in La Cetra komen vrijwel alle violisten aan bod om de solo-partij te spelen. Dat levert een afwisselende luisterbelevenis op. Af en toe zijn er verschillen in temperament waarneembaar tussen de ene en de andere violist. Maar voor allen blijken te zijn opgewassen tegen de solistenrol. Als een enkele keer de ene solist iets meer moeite heeft met de materie dan de andere, lijkt mij dat als gering nadeel weg te vallen tegen het voordeel van de variatie in de solo-afdeling. Ik heb met veel genoegen geluisterd naar dit perfect op elkaar ingespeelde ensemble, dat zich kan meten met I Musici en The Academy of St. Martin-in-the-Fields. Men bespeelt moderne instrumenten, maar op een ronduit frisse manier, zonder romantiseren en altijd in een tempo dat natuurlijk en ongeforceerd aandoet. Het viel mij op hoe de groep elk concert tot een soepele (drie)eenheid weet te smeden. Het ademt, het leeft en het is een streling voor het oor.

Die ervaring wordt door de opname alleen maar versterkt. Het is een glashelder totaalbeeld, waar de groepsleden keurig in geplaatst worden. De opname is een tikje koel, maar ik heb in tijden niet zo'n waarheidsgetrouwe registratie gehoord. Persoonlijk voel ik me bij barok-muziek het meest aangetrokken tot een kerk-akoestiek. Het lijkt alsof Denon meer de ruimtelijkheid van een hal of toonzaal prefereert. Dat is even wennen, maar de klank wordt geen moment fel of opdringerig. Het klavecimbel staat er parelend op en van de strijkers is in zachte passages die ontroerende "schorheid" te horen waar ik zo van houd. Wat een rijkdom aan mooie muziek!

Paul van den Belt


©St. NoPapers

Terug naar overzicht