Lilya Zilberstein schittert met Schubert


De Russische pianiste Lilya Zilberstein timmert aardig aan de weg. Zij maakt in het najaar een tournee door Europa. De afgelopen jaren heeft zij op vele belangrijke podia haar entree gemaakt en zij werkte reeds onder meer met Claudio Abbado en James Levine. Sinds zij in 1988 in vaste dienst kwam bij Deutsche Gramophon, maakte zij opnames van werk van onder meer Rachmaninov, Sjostakovitsj, Brahms en Moessorgski. In de nabije toekomst staan Rachmaninoffs derde pianoconcert, de beide concerten van Tsjaikovsky en solowerk van Debussy op het programma.

Kort geleden kwam een CD van haar uit met composities van Liszt en Schubert. De keuze der werken is heel aardig, met naast Schuberts sonate in D (D 850) en Liszts Dante-sonate een bewerking door Liszt van Schuberts lied "Gretchen am Spinnrade".
De hoofdschotel vormt Schubert's sonate. De sonate in D is een opvallend krachtig en extravert werk dat een aparte plaats inneemt tussen de overige sonates van Schubert. Minder dan anders zoekt Schubert naar emoties die eindeloos bewegen tussen majeur en mineur. Toch zou het verkeerd zijn deze sonate daarom anders te behandelen. Er is wel degelijk sprake van Schubertiaanse lyriek en van aanhoudende schakeringen in tempo en sfeer. Zilberstein heeft dit goed aangevoeld en gekozen voor een rustige verteltrant, waarbij de luisteraar kans krijgt alles naar behoren te verwerken. Ik vergeleek haar uitvoering met die van Anton Kuerti op IMP en die vergelijking viel grotendeels in het voordeel van Zilberstein uit. Niet alleen begrijpt zij meer van Schuberts gevoelswereld, zij durft het ook beter aan om deze sonate op zijn eigen waarde te toetsen.

De sonate is niet rijk aan zangerige melodieën, maar eerder gestoeld op een grote variatie aan harmonische schakeringen. Zilberstein weet de verbanden te leggen, een logisch samenhangend geheel te scheppen. Kuerti's uitvoering accentueert de grilligheid van het werk, de onstuimigheid en de erflast van Beethoven, maar Zilberstein laat onverminderd een volbloed Schubert horen. Die verdienste blijkt het sterkst in het eerste deel, waar de gehele gehele structuur ook het meest om de hand van een begrijpend vertolker vraagt.

In het tweede deel, waar alles meer voor zich spreekt, lijkt Zilbersteins tempo-keuze gevaarlijk langzaam. In haar versie duurt dit Con Moto langer dan een kwartier, terwijl het vertelde verhaal toch niet lijkt te vragen om zò'n grote bezonkenheid. De grote lijnen lijken af en toe onder te sneeuwen door de al te grote behoefte aan expressie van de pianiste. Daarom bevalt het erop volgende Scherzo mij beter, waar Zilberstein weer buitengewoon goed de zangerige toon treft in de discant-passages. Verder onderscheidt zij zich hier in zeer wakker en charmant spel dat geen moment verveelt. Hetzelfde geldt voor het afsluitende Rondo, dat voortreffelijk wordt neergezet.

Een klein punt van kritiek betreft het passagespel waar de linker- en rechterhand in een pittige octaven-dialoog zijn gewikkeld: de linkerpartij had iets sterker naar voren mogen komen om de dialectische werking te onderstrepen. Maar dit mag in de beoordeling van Zilberstein geen rol spelen. Dit is Schubert in optima forma: delicaat, breekbaar, maar toch, zeker in dit werk, vol van een sprankelende levenszin.

Over het Liszt-aandeel op deze CD ben ik iets minder enthousiast. De bewerking van "Gretchen am Spinnrade" speelt Zilberstein weliswaar met sfeer, maar het verhaal verzandt door een wel erg voorzichtig tempo. Dan kan men beter terecht bij Kissin, op diens recente CD met verder onder meer de Wanderer-Fantasie van Schubert. De Dante-sonate lijdt een beetje aan hetzelfde euvel. Dat de tempi echt iets te laag liggen, wordt met name duidelijk in de eindeloze pauzes, die bij een sneller tempo niet zo onnatuurlijk aan zouden doen. Verder staat Zilberstein technisch niet echt boven de materie. Het is goed te horen dat zij hard moet werken. Zo krijgen virtuoze passages meer aandacht dan nodig en komt de nadruk meer op de pianistiek dan op de muziek te liggen.

Al met al blijft de prachtig gespeelde Schubert-sonate een doorslaggevende reden om deze CD aan te schaffen. Zilberstein geeft een zinrijke vertolking ten beste, waardoor zij zich kan meten met de grootste Schubert-interpreten. De sonate geeft aan waar Zilbersteins kracht ligt: in subtiliteit, toonvorming en verfijnde emotie. De opname bezit de kwaliteit die de uitvoering toekomt, al klinkt de discant soms wat ijl en omfloerst. Ondanks dat staat de opname op het peil dat voor Deutsche Gramophon bijna vanzelfsprekend is. Het is een genot om naar te luisteren. Van harte aanbevolen!

Paul van den Belt


©St. NoPapers

Terug naar overzicht