In het Utrechts Nieuwsblad van vrijdag 8 mei jongstleden schreef Désirée Staverman naar aanleiding van de zesde Mozartweek te Zeist: "Was er in 1991 een duidelijk herkenbare rode draad in de confrontatie van jeugdwerken en werken uit Mozarts sterfjaar, dit jaar is het vergeefs zoeken naar een centraal thema dat de 13 concerten bijeenhoudt." Zij betreurt dat de organisatie onder leiding van initiator Herman Passchier "ondanks de inmiddels ruime ervaring" een zekere "metaalmoeheid" niet heeft weten af te weren. Wie echter in de Entr'acte van april het interview met Herman Passchier heeft gelezen, weet, dat er juist bewust gestreefd is naar gevarieerdheid. Kamermuziek, symfonisch werk, vocale composities, alles moest een kans krijgen. Zo'n opzet is dus weliswaar niet gericht op een thema, maar verdient mijns inziens zeker lof, juist omdat de ongekende rijkdom van Mozarts oeuvre zo goed tot zijn recht komt. Indien ik deze week niet al druk zou zijn met het zeer enerverende Liszt-concours, dan zou ik zeker in Slot Zeist de concerten van Jos van Immerseel, Bart van Oort (en diens lezing), Theodora Geraets en het Arcis Ensemble bezocht hebben. En dan noem ik nog maar enkele van de dertien concerten die tot en met zondag 24 mei geprogrammeerd staan. Helaas, ik moet mij beperken tot het Trio Cristofori dat zondag 17 mei een concert gaf, met werken van Mozart, Haydn en hun Tsjechische tijdgenoot Kozeluh (1747-1818).
Om met deze laatste te beginnen: zijn pianotrio in g klein beleefde zijn Nederlandse première! Niet zonder trots maakte Passchier hier voor aanvang melding van. Kozeluh stond duidelijk onder invloed van Mozart, maar uit een brief van Mozart aan zijn vader bleek een waardering zonder reserves. In vergelijking tussen de twee componisten valt wel op dat Kozeluh de instrumenten niet tot een zo volmaakte eenheid weet te smeden als zijn goddelijke voorbeeld. Het uitgevoerde pianotrio verdiende zeker aandacht, helemaal in de gedreven uitvoering van het Trio Cristofori.
Trio Cristofori ontving tijdens deze middag de Mozartprijs 1991 uit handen van de heer Beelaerts van Blokland, commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht. En hoe terecht bleek deze prijstoekenning! De pianotrio's KV 502 en 548 kregen een flitsende vertolking, die mij van begin tot eind overtuigde. De leden van het trio bespelen authentieke instrumenten, met een toewijding en souplesse die eventuele "anti-authentieke" kritiek deed verstommen. De pianiste bespeelde een pianoforte van Neupert uit Bamberg, een instrument dat volmaakt van stemming en klank bleek te zijn. Het blijft een aparte sensatie om twee strijkers een klavier bijna te horen overstemmen. Meestal was er echter sprake van een perfect evenwicht, wat mede een verdienste was van de pianiste, die uitblonk in levendig en krachtig spel.
Ook Haydn kreeg een uitvoering waar niets op aan te merken viel. Indien de authentieke uitvoeringspraktijk de bloei voortzet die sommigen voorspellen, dan dient die naar mijn smaak gestalte te krijgen in een ruime discografie van het Trio Cristofori. Herman Passchier gaf in het al genoemde interview te kennen, dat op de Mozartweek zelfs bezoekers uit het buitenland afkomen. Daar viel deze zondag echter weinig van te merken. Het publiek was duidelijk grotendeels afkomstig uit Zeist, met een gemiddelde leeftijd van rond de zestig jaar. Ik vond dat wel wat jammer, omdat deze muziek niet alleen de happy few zou moeten bereiken, maar het liefst een happy "humanity"
Paul van den Belt