De Domingo Editie bij Deutsche Grammophon


Meestal moet iemand (al lang) overleden zijn of op zijn minst een zeer eerbiedwaardige leeftijd bereikt hebben, voordat de platenindustrie ertoe overgaat een aan een componist of musicus (m/v) gewijde serie uit te brengen. Mozart, Stravinsky, Herbert von Karajan, Leonard Bernstein, Claudio Arrau en de Wiener Philharmoniker (150 jaar geleden opgericht) gingen de befaamde heldentenor Plácido Domingo, die dit jaar kan terugkijken op een 25-jarige carrière, reeds voor. Een beetje griezelige ontwikkeling, zo'n Domingo Editie, die deze toch al mega-ster nu helemaal op onbereikbare hoogten plaatst: Pavarotti moet groen zien van afgunst.

De presentatiemap behorende bij deze editie bevat voornamelijk een groot aantal superlatieven over deze 'in alle opzichten geweldige tenor', opgetekend uit de monden van mensen, die op allerlei fronten met hem samenwerkten. Het gaat natuurlijk om het klinkende materiaal en daarvoor werd een selectie gemaakt uit opnames daterend van 1970 tot 1990 met dirigenten van Claudio Abbado tot Giuseppe Sinopoli, met orkesten van het Beiers Omroep Orkest tot de Wiener Philharmoniker, met vocalisten als Francisco Araizo, Agnes Baltsa, Kathleen Battle, Brigitte Fassbänder, Dietrich Fischer-Dieskau, Barbara Hendricks, Christa Ludwig, Lucia Popp, Hermann Prey, Ruggero Raimondi en Cheryl Studer.
Aangezien de 20-delige serie - ook los verkrijgbaar - 17 cd's lang bestaat uit operahoogtepunten, ligt de conclusie voor de hand, dat we hier eerder te maken hebben met sterrenpromotie dan met een grote dienst bewezen aan de muziek. In een korte toelichting, waarin de tenor zelf te kennen geeft bijzonder trots op de editie te zijn, zegt hij ook, dat de cd's zo zijn samengesteld, dat de sfeer van de opera wel degelijk mee zou komen. Dat kan wel zijn, maar hoeveel men ook van Wagners Tannhäuser of Meistersinger op één cd propt, er zal altijd nog veel meer worden weggelaten. In het imago met flamboyante hoed en rode shawl in de stijl van Toulouse-Lautrec, dat de rood-zwarte editie meekreeg, zit een duidelijke romantische ondertoon, welke ook is terug te vinden in het verzamelde repertoire. Dat zijn hoogtepunten uit Bizets Carmen, Les Contes d'Hoffmann van Offenbach, Tannhäuser en die Meistersinger von Nürnberg van Wagner, Oberon van von Weber; La Fanciula del West, Manon Lescaut en Turandot van Puccini en van Verdi : Aida, Un ballo in maschera, Don Carlos, Luisa Miller, Macbeth, Nabuco, Rigoletto, La Traviata en Il Trovatore.
Dan zijn er twee cd's met Franse aria's en een met Italiaanse, tenslotte nog een cd met tango's en populaire liederen. Wat dit laatste betreft moet men niet iets verwachten in de trant van de eerdere samenwerking met bijvoorbeeld John Denver, die werkelijk de populaire kant opging. Het gaat hier meer om orkestbegeleide zaken als Mattinata (van Leoncavallo) en Dein ist mein ganzes Herz (Lehar).

Meest recent

Niet in de editie opgenomen zijn bijvoorbeeld Domingo's rol als Cavaradossi in Tosca, waarmee hij indertijd in Hamburg debuteerde of diens vertolking van Otello in de gelijknamige opera, waarmee de presentatie van de Domingo Editie in Hamburg omlijst werd.

Even afgezien van de onmiskenbare kwaliteiten van deze tenor, moet men zich afvragen voor wie deze cd's zijn bedoeld. De ware operaliefhebber wil volledige opera's, en die waaruit nu fragmenten zijn heruitgebracht in deze serie zijn veelal ook nog integraal te verkrijgen. Interessanter zijn dan misschien de recital-cd's met overigens ook uitsluitend operarepertoire, waarvan de opnames gedeeltelijk het meest recente onderdeel van de hele editie vormen. Zo dateert een fragment uit Puccini's Tosca uit 1989 en een deel uit Mascagni's Cavalleria rusticana uit 1990. Echter, in 'Là ci darem' uit Mozarts Don Giovanni kunnen we Domingo niet als tenor maar als bariton aan het werk horen. Hierbij loopt hij enigszins vooruit op de opnamen, die hij gaat maken van Rossini's Barbier van Sevilla, waarin hij zijn eerste volledige baritonrol als de barbier zelf zal gaan vertolken. Op het toneel zal hij hij dat voorlopig trouwens niet gaan doen.

Spanje-jaar

Domingo heeft het geluk, dat zijn 25-jarig jubileum als zanger valt in een soort Spanje-jaar, waarin niet alleen de Olympische Spelen in Barcelona plaatsvinden, maar waarin ook Madrid de culturele hoofdstad van Europa is en in Sevilla de Expo '92 wordt gehouden. Bij dit laatste evenement fungeert Domingo overigens als artistiek leider. Hij zal ondermeer een productie van Bizets Carmen met Theresa Berganza en José Carreras dirigeren! Over het muzikale aspect van de Olympische Spelen brak overigens begin februari al ruzie uit. Carreras heeft hier de artistieke leiding - tenslotte moet iederen tevreden worden gesteld ... - en behalve Domingo zal de bekende Spaanse sopraan Montserrat Caballé haar medewerking verlenen. Deze zangeres nam met de inmiddels overleden Freddy Mercury van de rockgroep Queen al een speciaal Olympisch nummer op. De eveneens Spaanse (want op de Canarische Eilanden geboren) tenor Alfredo Kraus voelt zich bij deze gelegenheid gepasseerd, omdat hij niet gevraagd is. Dat zou zijn omdat hij het befaamde en verguisde superconcert van 's werelds drie beroemdste heldentenoren, Domingo, Carresras en Pavarotti, ter gelegenheid van de wereldkampioenschappen voetballen in Italië in 1990, dat zo'n waanzinnig en overdreven succes werd, veroordeeld had.
Inderdaad had deze vertoning ook weinig meer met muziek en veel met sterallures te maken. Maar, Kraus vergeet, dat hij gewoon een veel mindere publiekstrekker en daardoor commercieel minder interessant is. Het zal dus wel bij Domingo (en Carreras) blijven deze zomer bij de Spelen.

PRISKA FRANK


©St. NoPapers

Terug naar overzicht