Anatol Ugorski speelt anders piano dan andere pianisten, Anatol Ugorski leefde tot nu toe anders dan andere pianisten. Voor 1990 had niemand buiten de (voormalige) Sovjet-Unie eerder van hem gehoord. Zelfs de piano moest aan hem wennen. Na opnames van de "Diabelli" variaties van Beethoven voor het label Deutsche Grammophon in mei 1991 zei een geluidstechnicus dat hij nog nooit zóveel verschil had gehoord tussen zacht en hard spelen. Wat je er ook van kon zeggen, het was in ieder geval ongelooflijk mooi. Waarom kende niemand deze man ?
Ugorski werd in 1942 geboren in het Russische Rubtsovsk. Zijn vader was ingenieur en vaak maanden van huis om in de Oeral te werken, zijn moeder werkte in een bioscoop en zong af en toe oude Russische volksliedjes, waarbij ze zichzelf op gitaar begeleidde. Het Russisch-Joodse gezin (vader, moeder, vijf kinderen) verhuisde naar het centrum van Leningrad (St. Petersburg) om in een te klein appartement te gaan wonen. Ook financieel gezien hadden ze het niet breed. Al gauw bleek Anatol meer dan gebruikelijke aandacht voor muziek te hebben. Hij bespeelde een kleine xylofoon met houten lepels en hij had een goede zangstem. Hij zong zelfs zo goed, dat zijn moeder besloot hem op zesjarige leeftijd auditie te laten doen voor de Muziekschool voor kinderen, die aan het conservatorium van Leningrad verbonden was. De toelatings-commissie vroeg hem een aantal liedjes ten gehore te brengen en op een gegeven moment moest hij een mars zingen. "Dat wil ik wel doen", zei Anatol, "maar alleen op voorwaarde dat u marcheert". De leden van de commissie deden het en schreven in hun rapport: "Anatol Ugorski is begaafd en actief, maar erg eigenzinnig. Een afwijkende ontwikkeling wordt niet uitgesloten". Ugorski werd toegelaten en zijn muzikale carričre was begonnen.
Toeval
Het instrument dat hij zou gaan bespelen, werd niet door hemzelf uitgekozen, maar door de toelatings-commissie: de piano. Ugorski zegt nog steeds dat het dus puur toeval was dat hij met dit instrument in aanraking kwam. Zijn familie schraapte al het geld bijeen en kocht een piano. Er was een overeenkomst tussen hem en zijn eerste leraar; het waren voor beiden de eerste lessen. Zijn leraar was slecht en had ouderwetse opvattingen over pianospelen. Zodoende behaalde hij in eerste instantie geen goede resultaten, maar hij had het geluk dat het hoofd van de piano-afdeling van de school 's-avonds met dezelfde bus naar huis reed. Hij vertelde haar verhalen van oude films die hij had gezien en kreeg alsnog goede cijfers. Dat leek niet meer dan terecht. Aan andere leerlingen vroeg hij wat zij speelden, waarna hij de stukken op papier bestudeerde en zich zodoende zelf les gaf. Op achttienjarige leeftijd verliet hij in 1960 de school, om op het Leningrads conservatorium verder te studeren. Tijdens de studie, die vijf jaar duurde, gaf hij al diverse uitvoeringen van werken van onder anderen Alban Berg en Arnold Schönberg. Steeds meer mensen raakten onder de indruk van zijn fabuleus pianospel. Tot dan toe had hij nog geen persoonlijke schade geleden onder het communistische systeem in de Sovjet-Unie.
Dissident
Hij was grootgebracht met de gedachte dat al het andere dan het socialisme fout was, maar nadat de opstand in Hongarije in 1956 werd neergeslagen begon hij aan deze "waarheid" te twijfelen. Even was er de dooi van Chroestjov, maar daaraan kwam een einde met de inval in Praag (Tsjecho-Slowakije) in 1968. In die tijd was alles dat modern was fout, dus ook het spelen van moderne muziek. Ugorski werd tijdens de uitvoering van een concert van Pierre Boulez "betrapt" op te enthousiast applaudiseren. Hij moest zich hiervoor verantwoorden voor een Staatscommissie, die zijn applaus als te demonstratief veroordeelde en hem een "subversief element" noemde. Omdat hij een te moderne opvatting over muziek zou hebben, mocht hij geen les gaan geven op het conservatorium en werd hij "verbannen" naar een baan als zangbegeleider van een onbetekenend jeugdkoor.
Hij deed dit werk dertien jaar lang. Ofschoon de situatie verre van
bevredigend was, beschouwt Ugorski dit toch als een zinvolle periode uit
zijn leven. Hij kon musiceren zonder zich voor iets of iemand te hoeven
verantwoorden. Hij had complete artistieke vrijheid, maar wel ver van de
"bewoonde" wereld. Ugorski schikte zich zelfs zó in zijn situatie,
dat hij diverse mogelijkheden aan zich voorbij liet gaan om tijdens de
Russisch-Joodse exodus in de jaren zeventig de Sovjet-Unie te verlaten.
Ondanks zijn verbanning raakte hij steeds meer bekend bij het publiek en
de incidentele concerten die hij mocht geven waren altijd uitverkocht.
De autoriteiten kwamen hierdoor onder grote druk te staan en in 1982 verkreeg
hij alsnog het professorschap aan het Leningrads conservatorium. Daarna
gaf hij vele uitvoeringen van concerten, van Bach tot moderne klassieke
componisten.
Zijn leven leek een positieve wending te hebben genomen, totdat hij
en zijn vrouw in het voorjaar van 1990 werden mishandeld en bedreigd door
leden van de Pamjat, een fascistische, anti-semitische organisatie. Nadat
ook zijn zestien-jarige dochter was bedreigd, besloot de familie in grote
haast de Sovjet-Unie te verlaten en naar Duitsland te emigreren. Ze werden
ondergebracht in een gebouw met twee kamers, die ze deelden met zeven andere
immigranten en kregen een dagelijkse toelage van twee mark van de Duitse
regering. Het duurde maanden voordat Ugorski weer een piano aanraakte.
Viavia kwam hij in contact met Irene Dische, een schrijfster van boeken
over muziek. Op bezoek bij Dische nam Ugorski plaats achter de daar aanwezige
piano en begon te spelen. Zijn tweede muzikale carričre was begonnen.
Eigenzinnig
Is de levensloop van Ugorski op zijn minst interessant te noemen, zijn persoonlijkheid en visie ten opzichte van muziek zijn het net zo zeer. "Verschillen maken het leven interessant", aldus Ugorski. "Ik wil ze niet uitwissen. Anderen hebben het volste recht er een andere muzikale mening op na te houden. Per slot van rekening zal ik de mijne ook niet veranderen. Mijn probleem is altijd geweest dat ik alles precies wil weten. Ik kan niet volstaan met het aanstrijken van een lucifer, ik moet weten waarom hij brandt".
Ugorski geeft inderdaad blijk van een heel persoonlijke muzikale interpretatie. Reden te meer om hem nauwlettend te blijven volgen. Op het moment dat we dit schrijven, verschijnt een dubbel-cd op zijn naam, waarop de "Diabelli" variaties van Beethoven, Moussorgskis Schilderijen- tentoonstelling en drie delen van Petrouschka van Stravinsky te beluisteren zijn. Een kleurrijke combinatie, van een kleurrijk man, Anatol Ugorski.
CARLO NIJVEEN