Anke de Vries is een veelzijdig auteur, die niet alleen boeken voor oudere kinderen maar ook voor kinderen vanaf een jaar of zes schrijft. Speciaal voor kinderen met leesmoeilijkheden schreef zij 'Een vijand als vriend' (1992) en 'Lucky, de wilde hond' (1993).
Verschillende romans spelen in het buitenland, waarbij ze op een uiterst beeldende en effectieve manier gebruik heeft gemaakt van haar reizen door Griekenland en Frankrijk en een verblijf in Pakistan.
'Fausto Koppie', dat verschijnt in een oplage van 252.000 exemplaren, is haar 33ste boek.
Het boek gaat volgens Anke de Vries '...over mensen en menselijke verhoudingen, zoals al mijn boeken. In dit geval de verhouding tussen een jongen en een fietsenmaker. Maar ook over andere verhoudingen'.
Maar het boek gaat over meer en stelt opnieuw een momenteel actueel thema aan de orde: pesten. In 'Fausto Koppie' is het de jongen Stijn die getreiterd wordt door een paar jongens, waarbij het feit dat hij veel sproeten in zijn gezicht heeft voor de treiteraars een dankbaar aanknopingspunt is.
Om een reden die verderop in het verhaal wordt onthuld is Stijn aanvankelijk als de dood voor de pestkoppen. Als hij de fietsenmaker meneer Roeleveld, die nieuw in de buurt komt wonen, leert kennen verandert alles in Stijns leven.
Een belangrijke, zij het passieve rol is daarbij weggelegd voor een door meneer Roeleveld zelf ontworpen en gemaakte race-fiets met de naam van een ooit legendarische Italiaanse wielrenner: Fausto Coppi. De racefiets draagt de naam van de wielrenner, maar dan op z'n Nederlands geschreven.
Stijn en de heer Roeleveld delen hun passie voor wielrennen en die gedeelde belangstelling maakt dat de twee veel tijd samen doorbrengen in de werkplaats van de fietsenmaker, waar ook 'Fausto Koppie' staat.
Allengs wordt duidelijk dat er iets met meneer Roeleveld aan de hand is, iets wat met de racefiets en met de Italiaanse wielrenner te maken heeft.
Als stukjes van een legpuzzel brengt Anke de Vries steeds meer elementen in het verhaal in, waarop de fietsenmaker nogal vreemd reageert, zo lijkt het voor buitenstaanders. En ook voor Stijn.
Pas tegen het eind van het verhaal wordt duidelijk dat meneer Roeleveld een geheim met zich meedraagt en wat dat geheim is.
Zowel Stijn als de fietsenmaker zijn het hele boek bezig een overwinning te behalen. Ze zwoegen zoals wielrenners in de Tour de France om de steilste hellingen te bedwingen, om even in stijl te blijven. Bergen bedwing je met vallen en opstaan. Maar zoals het een ouderwets boek in de goede zin van het woord betaamt, loopt alles goed af.
Enig moralisme is Anke de Vries niet vreemd. Wie dat echter, zoals zij, zo terloops ter sprake brengt en weet te verpakken in een adembenemend verhaal, mag van mij.
'...een boek dat kinderen in één ruk willen uitlezen.' Niet alleen in de ogen van de CPNB, bij monde van Henk Kraima, ook in de ogen van deze volwassen lezer 'is Anke de Vries met dit boek daar cum laude in geslaagd'.
HARRY FLEURKE