Wel is het zo dat de betekenis van homoseksualiteit in een literair werk nogal veranderd is onder invloed van de ziekte aids of anders gesteld: omdat aids met name onder homo's nogal hard toeslaat kan de literatuur niet om het onderwerp heen en valt er een tragische grens te constateren: boeken voor en boeken sinds het aids-tijdperk.
In de nieuwste verhalenbundel 'Spek en bonen' van Tom Lanoye komen beide onderwerpen dan ook voor, zij het dat ze niet of nauwelijks een relatie met elkaar hebben. Alleen al deze opvallende constatering maakt duidelijk dat en waarom de zeven opgenomen verhalen, die allemaal geheel of gedeeltelijk eerder elders verschenen, in een verzamelbundel bijeen werden gebracht.
Overigens is homoseksualiteit niet of nauwelijks een motief voor Lanoye; de personages in drie van de opgenomen verhalen zijn 'gewoon zo', zonder dat het iets af of toe doet aan de feitelijke vertelling of de plot van het verhaal. Hoogstens is het zo dat de voorkeur van de hoofdpersoon in het reisverhaal 'Johannesburg, le Bain' de entourage, een homo-sauna, heeft bepaald.
In twee verhalen komt de ziekte aids aan de orde. In 'Marlon, tu n'es pas un ange' is de ziekte vrij diffuus en ongenoemd aanwezig, zoals ook de in de titel van het verhaal genoemde hoofdpersoon gehuld blijft in een geheimzinnige waas, zowel voor zijn omgeving als voor de lezer; hij houdt het met vrouwen, heeft blijkbaar ook wel eens iets met een man (zijn broer?), gebruikt drugs en heeft het masker (in de betekenis van 'persona') tot stijl van leven verheven. In 'Onweer in de tropen' is aids het leidmotief van het verhaal, waarin een vrouw de belangrijkste personage is maar de ziekte het eigenlijke thema vormt; ondanks die ernst maakte Lanoye er een tragi-komische geschiedenis van met een afloop die even schokkend als verrassend is en bij de niet overgevoelige lezer zeker tot tenminste een glimlach zal leiden, zij het misschien uitsluitend van leedvermaak. Dat is een van de voorrechten van de lezer.
In twee verhalen ('Een perfecte moord' en 'Café Zeezicht') gebeuren de onwaarschijnlijkste dingen die door de auteur echter zo geloofwaardig worden neergezet dat de lezer maar al te graag bereid is met het verhaal mee te gaan, ook omdat Lanoye door de spanningsopbouw van de verhalen de aandacht gevangen weet te houden.
Verreweg het mooiste en ontroerendste verhaal is het laatste in de bundel, het verhaal in brieven 'Moros y cristianos', dat grotendeels in Cuba speelt. De brieven schrijvende hoofdpersoon is zowel creatief als persoonlijk in een impasse gekomen: hij kan niet verder met zijn, evenals hijzelf, schrijvende minnaar, slaat op de vlucht, komt in Cuba terecht en merkt daar dat het hem niet lukt om van zijn vriend los te komen.
Zoals steeds bij de boeken van Lanoye heeft de bundel een eigenzinnig en opvallend omslag: dit keer zijn voor- en achterkant van het boek verwisseld en staat de informatie die normaal op de achterflap is vermeld, op de rug samengeperst.
Met 'Spek en bonen' bezorgde Tom Lanoye een zeer afwisselende en vaak verrassende nieuwe proeve van zijn kunnen en zijn veelzijdige talent.
HARRY FLEURKE