Publicitair gezien was het natuurlijk een slimme zet van de uitgever om Amanda Ooms' roman 'Noodzaak' bijna tegelijkertijd uit te brengen met Theo van Goghs verfilming van Joost Zwagermans gelijknamige boek 'Vals licht', waarin Ooms een van de hoofdrollen speelt. Maar ook zonder die promotie zou het boek ongetwijfeld de weg naar de lezer hebben gevonden.
In de Scandinavische landen werd de oorspronkelijk Zweedse roman 'Nödvändighet' een doorslaand succes. En terecht.
Met zeer sobere stijlmiddelen en veel korte zinnen vertelt Amanda Ooms het verhaal van Klara en haar veelal trieste, weemoedige en vergeefse liefdes. Vergeefs, want praktisch geen enkele liefde die in het boek beschreven wordt, kan gedijen omdat de meest noodzakelijke voorwaarde ontbreekt: wederkerigheid. Civet, de man van wie de 23-jarige Klara houdt, houdt niet van haar en om hem te ontvluchten (vergeten?) vertrekt zij naar Italië voor een kortstondige verhouding vol wrede perikelen met de veel oudere schrijver Paul. Hij houdt van haar (?), zij niet van hem. Na twee weken houdt ze het voor gezien, plundert Pauls portefeuille en vertrekt hals over kop naar Stockholm.
Hoewel Klara redelijk veel succes heeft als actrice, voelt ze zich mislukt: nooit vindt zij in de ontmoetingen met mannen en vrouwen wat zij zoekt of omgekeerd: zij kan niet geven wat wordt gevraagd. Bang is ze voor de eenzaamheid, voor zichzelf, voor de verkeerde mensen en voor Paul. Klara zwalkt heen en weer tussen haar behoefte aan onafhankelijkheid en vrijheid en aan gezelschap tegen het alleen zijn.
Dat zwalken vindt zowel letterlijk als in overdrachtelijke zin plaats, ongedurig als ze is. Enkel wanneer het om kleine dingen gaat, is ze in staat om ferme besluiten te nemen en te zeggen: 'ik wil...'.
Maar haar diepste verlangen en grootste noodzaak, Civet, lijkt onbereikbaar. Uiteindelijk besluit ze om zich terug te trekken in Amsterdam, waar ze door een gelukkig toeval tijdelijk in het huis van een in Zweden verblijvende Nederlandse vrouw kan wonen. In Amsterdam, de locatie waar de roman eindigt, zal haar leven tenslotte ingrijpend veranderen.
Het boek is opgebouwd uit vele, kleine fragmenten. Er worden grote sprongen in de tijd gemaakt, jeugdherinneringen -een jong gestorven moeder en een hertrouwde vader- spelen in de terugblikken een belangrijke rol. Toch is de roman een eenheid, doordat Ooms erin is geslaagd al die fragmenten naadloos op elkaar aan te laten sluiten.
'Noodzaak' is geen vrolijk boek, al worden er komische situaties in beschreven en roept de uiterlijk laconieke houding van Klara (waarachter ze een grote onzekerheid verbergt) hier en daar een glimlach op. Al gaat de roman dan vooral over de 'achterkant van de liefde', de hunkering naar warmte en geborgenheid klinkt door op bijna elke bladzijde van deze bijzondere debuutroman. Dat het boek grotendeels autobiografisch is, maakt bovendien dat je het met andere ogen leest.
De vertaling lijkt me grotendeels onberispelijk, al zitten er enkele slordigheden in. Wat bijvoorbeeld te denken van deze twee zinnen, die achter elkaar staan: 'Het kostte me grote moeite om de boterham op te eten. Ik probeerde het maar met een sigaret'. Wat nou? Proberen een boterham op te eten met een sigaret? Is dat een uitglijder van de vertaalster? Staat dat er oorspronkelijk ook zo? Of zou het een typisch Zweeds gebruik zijn?
Die slordigheidjes nemen echter niet weg dat 'Noodzaak' een plaats verdient op de boeken-toptien. En wel zo snel mogelijk.
HARRY FLEURKE