Enige tijd geleden vroeg Hervormd Nederland aan vijf middelbare scholieren om -als een soort 'schaduwjury'- de zes voor de AKO-literatuurprijs genomineerde boeken te lezen en beoordelen. Eric de Kuyper viel snel af. De scholieren raakten niet geboeid door zijn jeugdherinneringen. Ondanks zijn cinematografische kwaliteiten hebben De Kuypers boeken inderdaad niet de snelheid van een videoclip, maar dat is ongeveer het enige, wat er eventueel op zijn werk af te dingen valt.
Misschien weet de auteur met zijn nieuwe, korte roman 'Als een dief in de nacht' ook jongeren voor zich in te nemen. En niet uitsluitend vanwege het feit dat het zo'n lekker dun boekje is. Geschreven in de hem eigen, licht onderkoelde, ironiserende en verzorgde stijl lijkt de roman aanvankelijk niet te verschillen van Eric de Kuypers andere werk: herinneringen aan een voorgoed voorbije jeugd, met een vleug weemoed over de 'temps perdu'.
Met zijn moeder neemt de 'ik' -voorlopig voor onbepaalde tijd- zijn intrek in een luxe appartement van de Résidence Palace, een gebouwencomplex in het centrum van Brussel. Zulks op verzoek van de eigenlijke bewoners, het gezin van Albert, de jongere broer van de moeder. Het is een jaar voor de tweede wereldoorlog en Albert is onverwacht naar een diplomatieke post in het buitenland gezonden.
Naarmate de tijd verstrijkt doen zich allerlei vreemde zaken voor. Niemand lijkt precies te weten waar Albert uithangt en wat hij doet, zelfs zijn opdrachtgever, 'het ministerie' niet. Brieven uit het buitenland komen slechts af en toe. De bewoners van het appartement krijgen te maken met merkwaardige nachtelijke geluiden en andere onverklaarbare verschijnselen.
De gebeurtenissen komen in een stroomversnelling als Philippe, de zoon van Albert, opduikt. Er wordt een moord gepleegd, een rebellerende jeugdbende zet een ontvoering op touw en stukje bij beetje doen moeder en zoon enkele gruwelijke ontdekkingen.
Pas halverwege het boek wordt duidelijk dat het onschuldige begin -waarin De Kuyper met kleine verwijzingen (o.a. naar tante Jeannot) het verhaal onnadrukkelijk plaatst in de context van zijn andere werk- slechts schijn is en onbeduidende kleinigheden plotseling een belangrijke functie blijken te hebben.
Met 'Een dief in de nacht' schreef Eric de Kuyper een roman, waarin hij zijn afgewogen taalgebruik, met veel oog voor details, moeiteloos weet te combineren met een spannend verhaal. Kortom: een juweeltje van vertelkunst. En niet alleen voor middelbare scholieren.
HARRY FLEURKE