Een tombe voor Aline
geschreven door Peter Waterkoort (1993)
Inhoudsopgave:
In de catacomben schuilt Madame, een man in vrouwenkleren, na een aardbeving.
Dan meldt zich Aline. Zij heeft een zelfgemaakt kind van leer bij zich,
dat ze behandelt alsof het leeft. Aanvankelijk heeft geen van beiden behoefte
aan contact; maar als het Madame niet lukt Aline uit zijn schuilplaats
te verjagen, ontstaat een voorzichtige toenadering. Het wordt een keuze
uit het eigen fatum, het voltooien van de eigen levensloop, en een uit
nood geboren "Met zijn tweeën is beter dan alleen".
Vooral Aline heeft een afschuw van het beest in haar medemensen, de zelfzuchtigheid
en wreedheid die door de aardbeving op zo'n weerzinwekkende manier tot
uiting kwam.
Aline heeft geen vuile handen, zolang ze zich niet met anderen inlaat.
Het is haar tragiek dat ze dat wel doet en daarvoor haar welgekozen illusie
in de steek laat. Zonder "kind" heeft ze geen levenswil meer.
HET DEKOR
Na een aardbeving. In de catacomben. Vochtig. Rotsachtig. Door de wanden
sijpelt water. Het binnendringend water is gedurende het hele stuk te horen
als ware het een klok die de passerende tijd aangeeft.
Door een luchtschacht komt licht naar binnen. Centraal staat de koningstombe,
ontoegankelijk als een onneembare vesting. In de dekplaat zit een gat waardoor
je in de lege koningstombe kunt kijken. Links daarvan de fundamenten van
de koninginnetombe.
HET LICHT
Elke scène heeft een tijdseenheid van licht.
DE PERSONEN:
MADAME is wel een man in vrouwenkleren maar geen travestiet. Hij is eind
twintig en heeft een sterke band met het verleden. Het heden en de toekomst
beschouwt hij als een kans om zijn ervaringen door te geven. Maar niemand
dient zich aan.
Hij draagt boxershorts, daarover een gebloemde jurk en daarover weer een
nauwsluitende lange ochtendjas die tot aan zijn bergschoenen valt.
Madame heeft een grote doorzichtige plastic tas bij zich. Daarin zitten
etenswaren (radijsjes, appels en bananen) en een deken.
ALINE
is een kunstenares van begin dertig. Ook zij heeft een sterke band met
het verleden. Het heden en de toekomst beschouwt zij als een zinloze voortzetting
van het leven. Ze draagt een door haarzelf gemaakt kind van leer bij zich.
Ze is op weg naar de bergen. Maar de aardbeving doet haar rennen voor haar
leven. Ze draagt wijde zwarte kleren zodat niets van haar lichaam wordt
verraden.
HET KIND
is een kunstwerk van leer. Het draagt snoeren van verschillende kleuren
die aan elkaar zijn geknoopt. Elke knoop is een verhaal op zich. Ook in
de versiering van haar kleren zijn gebeurtenissen vastgelegd.
EEN MIDDAG
In het halfdonker zit Aline onbeweeglijk met een bundel in haar hand. Het
is alsof zij er niet is.
Madame waant zich alleen. Op de grond liggen bananeschillen.
MADAME
(eet een banaan) Nee. De aarde is niet uitgeschud. Nog lang niet. Eten.
Ik moet blijven eten. Dat is het antwoord. Eten en wachten. Tot de naschokken
voorbij zijn. Hier ben ik veilig. Deze catacomben zijn schokbestendig.
Hier kan mij niets gebeuren.
(pauze)
Het is wel onheilspellend stil hier. Alleen het druppen van het water.
Een alarmerend geluid. Elke uit elkaar spattende druppel is een waarschuwingsteken.
"Ik krijg je wel", zegt moeder aarde. Plets. Plats.
(pauze)
Eten. Ik moet blijven eten. Daar word ik rustig van. (Hij pakt nog een
banaan) Misschien wel laf. Maar beter laf dan dood. Ik ken haar kracht.
Als zij trilt, tril ik mee. Alleen in haar schoot ben ik veilig. Hier verwacht
ze mij niet.
(pauze)
Vreemd. Ik heb niet eens een schrammetje.
(pauze)
Het is een wonder. Je staat zo boven een scheur. En als de aarde zich dan
opent, sta je mooi voor schut. Tjak. Je zakt genadeloos de afgrond in.
Want zij kent geen mededogen. Zij stoort zich nergens aan. Niet aan je
onhandigheid, niet aan je schreeuwen. Aan niets.
(pauze)
Nee, ik heb geen peterselie in mijn oren. Het is ieder voor zich.
(pauze)
Woedend. Ze is het zwijgen moe. En nu barst ze uit in woede.
(Hij pakt weer een banaan)
Maar mij maakt ze niet bang. Een stevige voedingsbodem. Dan kan ik er weer
tegen.
(pauze)
Eten moet ik. Weer tot rust komen. Mijn hart bonkt nog na van het rennen
en ik adem veel te gehaast. Ik moet me ook niet zo opwinden. Dat is nergens
voor nodig.
(pauze)
Er is plaats genoeg. Van mij hoeft het niet. Ik houd niet van mensen. Er
zitten altijd dwarsliggers bij.
(pauze)
En dan krijg ik ruzie. Altijd heb ik het gedaan. Waarom toch? Zie ik er
soms uit als een herrieschopper? Kijk ik dan zo onvriendelijk?
(Hij pakt nog een banaan en wil hem gaan pellen. Hij bedenkt zich en stopt
de banaan weer terug)
Nee. Niet allemaal tegelijk. Wie weet hoe lang ik hier moet blijven. Een
voorraad is nooit weg.
(pauze)
Ik deel geen hap. Dat is nergens voor nodig. Iedereen krijgt uiteindelijk
wat hij verdient. Dat is gerechtigheid. Mij overkomt niets. Omdat ik voorzorgsmaatregelen
heb genomen.
(pauze)
Nee, jij niet. Jij zou je eten delen. Altijd zou je behulpzaam blijven.
Zelfs tot aan het bittere eind. Maar ik geef niets meer af. Het is ikke...
ikke... ikke... En dat maakt mij niet bang.
(pauze)
Laat me toch. Iedereen doet het zo.
(pauze)
Dan vind jij me maar een varken. Liever een varken dan een ezel.
(pauze)
Nee. Maar wat heeft het jou opgeleverd? Niets toch? Er bestaan geen vrienden
in nood. Jouw vrienden hebben gewoon hun handen opgehouden tot er niets
meer was. En daarna hebben ze jou de rug toegekeerd. Geef ze eens ongelijk.
Je vroeg er zelf om. Omdat jij zo graag wilde helpen. Maar vriendschap
is iets anders. Die kun je niet afkopen. Dàt heb ik ervan geleerd.
(pauze)
Schei ermee uit. Bespaar me je wijsheid. Dat ik nog leef is mijn eigen
verdienste. En niet die van jou. Jij bent nu uitgespeeld. Accepteer dat
maar. Ik leef en jij bent dood.
(Hij pelt de banaan toch af)
Eentje kan nog wel. Ik kan ze beter opeten dan ze laten wegrotten.
(pauze)
Ik moet goed kauwen. Niet te gulzig. Ik heb geen haast. De aarde laat beslist
nog van zich horen. Deze catacomben kunnen tegen een stootje. Hier blijf
ik tot ze is uitgeraasd.
(pauze)
Het is ieder voor zich. Nee, ik heb niemand meegenomen. Ik kijk wel uit.
Tenslotte moest ik er zelf ook achterkomen dat de aarde zich zou wreken.
Of ben ik daar soms ook verantwoordelijk voor? Maak dat iemand anders wijs.
Als je hulp nodig hebt, sta je er alleen voor. Toch?
(pauze)
Hm, hier houd ik het heus wel uit. Als het moet voor altijd.
(pauze)
Angstaanjagend stil. Maar altijd nog beter dan tussen kermende gewonden
en doden.
(pauze)
Het is hier toch wel veilig?
(pauze)
Alleen dat druppen van het water.
(pauze)
In nood reageert iedereen hetzelfde. Maar jij niet, moeder.
(pauze)
Een mens in nood schreeuwt. Zou je denken. Alleen aan je gespannen kaken
zag ik dat je het moeilijk had.
(pauze)
Vreemd dat de aardbeving mij rustig maakt. Zou ik al die jaren op haar
wraak hebben gewacht?
(pauze)
Een rustige gedachte. Haar mes van de gerechtigheid snijdt aan twee kanten.
Het doodt de huichelaars. Mij laat ze met rust.
ALINE
(tegen het kind) Blijf maar lekker slapen. Hier zijn we wel veilig. Neem
dat maar van me aan. Er kan ons niets meer gebeuren.
Dit werk is onder andere in te zien bij:
Dit werk is in het Duits vertaald en ligt in diverse universiteits- en toneelbibliotheken in Duitsland; Maarten Vonder besprak in Skript Mei 1994 dit toneelstuk.
N.b. Een Tombe voor Aline mag niet worden opgevoerd zonder voorafgaande schriftelijke toelating van Auteursbureau ALMO, Frankrijklei 132, 2000 Antwerpen, België
Peter Waterkoort (Amersfoort, 1955), lid van de Vereniging van Letterkundigen
- Vakbond van schrijvers - te Amsterdam, was docent drama op het Stedelijk
Conservatorium in Arnhem (1986), regisseerde o.a. "Het Protest"
van Vaclav Havel (1987), "Een Bruid in de Morgen" van Hugo Claus
(1988), "Na vijftig jaar ontdekte zij de zee" van Denise Chalem
(1989) en schreef Weer tekeer, dat onder zijn regie werd uitgevoerd door
leerlingen van de Elisabeth Ter Braak Viëtorschool (1988).
Hij exposeerde collages in café Kadans (Nijmegen, 1990) onder de
titel "Aan de horizon vertellen dromen" en olieverfschilderijen
in Atelier Regalo (Nijmegen, 1992) onder de titel "Waar ze lacht,
daar gaat ze open".
In eigen beheer publiceerde hij verschillende gedichtenbundels waarvan
er een aantal zijn vertaald in het Spaans en in het Duits.
Enkele gedichten van hem zijn geselecteerd en gepubliceerd in de bundel
"Red Roses & Hot Pepper van uitgeverij Jupiter te Twello (1994).
Voor het toneel schreef hij onder de naam Ginalski Het Stempel (monoloog;
1992), Het Laatste Hoofdstuk (eenakter; 1992) en Een te veel (eenakter;
1992).
Sinds 1993 schrijft hij onder zijn eigen naam: Een Tombe voor Aline (toneelstuk;
1993), Met de i van Isidor (monoloog; 1993), Een ruwe tong en andere ongemakken
(monoloog; 1994); De verwarring na het insnijden aan de mond (hoorspel/toneelstuk;
1994) en Met de wortels in de lucht (kindertoneelstuk; 1994).
In opdracht van Paragon Pictures te Brussel schreef hij een scenario voor
een korte film Aan elkaar (1994).
De eenakter Het Laatste Hoofdstuk werd bekroond met de Toneelschrijfprijs 1992-1993 van het Centrum voor Amateurkunsten (CVA) in Brussel en ging 19 maart 1993 in Brussel in première; toneelvereniging HADATO won mei 1994 met Het Laatste Hoofdstuk het Limburgse eenakterfestival in Zutendaal (België); het toneelstuk Een Tombe voor Aline was zijn eindexamenstuk van de schrijversvakschool 't Colofon te Amsterdam en werd in het Duits vertaald (Ein Sarkophag für Aline; 1993). De monoloog Met de i van Isidor ging 19 oktober 1993 in Brussel in première.
Korte beschrijvingen van de diverse toneelstukken:
HET STEMPEL door Ginalski (1992)
Genre: toneelstuk (monoloog)
Bezetting: 1 vrouw
Duur: 12 minuten
Decor: niet noodzakelijk
Korte inhoud Limba, een Nederlandse witte vrouw van begin dertig, staat op een vuilnisstortplaats met twee koffers in haar hand. Ze is in Guatamala verliefd geworden op een indiaan, Tomàs. Na weer een paar maanden in Nederland te hebben vertoefd, gaat ze terug naar Tomàs om voorgoed bij hem te blijven. In de korte monoloog die ze tegen de afwezige Tomàs houdt, geeft ze uiting aan de gevoelens die haar bezig houden. Aan haar diepe gevoelens voor Tomàs, aan haar schaamte voor het blanke ras, aan haar visie op cultuurverschillen en aan de breuk met haar vriendin.
Dit werk is onder andere in te zien bij:
N.b. Deze monoloog is door Ad van den Kieboom besproken in Skript/Speltribune november 1992.
Inhoudsopgave:
Bij het afschrijven van het laatste hoofdstuk wordt de schrijver, Lieve,
heen en weer geslingerd door de wens te leven zoals hij schrijft en het
niet kunnen loslaten van het leven dat hij leidt. Fragamenta is het vurige
personage dat zijn schrijven inspireert, dat aan zijn verlangen naar de
snijdende, intense beleving tegemoet komt en met wie niet te leven valt.
Suzanne is zijn bijzonder mooie levensgezellin die hem ondersteunt bij
het schrijven, hem aanbidt maar die te zacht en te meegaand is om Lieve
de grenzen aan te reiken die hij zo hard nodig heeft. Als Lieve onder tijdsdruk
alles op alles zet om eruit te komen, stuit hij op de onverenigbaarheid
van zijn dilemma.
Dit werk is onder andere in te zien bij:
Deze eenakter werd bekroond met de Toneelschrijfprijs 1992-1993 van het Centrum voor Amateurkunsten (CVA) in Brussel; toneelvereniging HADATO won mei 1994 met Het Laatste Hoofdstuk het Limburgse eenakterfestival in Zutendaal (België)
EEN TEVEEL door ginalski (1992)
Genre: eenakter
Bezetting 1D; 2H
Duur: 45 - 60 minuten
Decor: een opengebroken garage
Tobias identificeert zich met zijn te spelen personage Thomas uit "Een bruid in de morgen" en claimt Lize op, de Andrea uit dat stuk. Tenslotte is Lize in het geheim op zijn avances ingegaan, ondanks dat ze de levensgezellin van Thijs (de regisseur) is. Als Thijs Tobias bekritiseert na de generale repetitie, rent Tobias het repetitielokaal uit. Lize en Thijs gaan hem bezorgd achterna en vinden Tobias in een opengebroken garage. Tobias weet de situatie zo uit te buiten dat Lize voor de keuze komt te staan om te kiezen voor een van de twee mannen. Als de keuze voor hem verkeerd dreigt uit te vallen, grijpt Tobias dramatisch in.
MET DE I VAN ISIDOR geschreven door Peter Waterkoort (1993)
Genre: Toneelstuk
Bezetting: 1 man
Creatie: première 19 oktober 1993 in Brussel
Duur: 45 - 60 minuten
Decor: niet noodzakelijk
Korte inhoud:
In zijn uitgeleefde kamer voedt Iggi De Groodt, een slordig aangeklede
man van 37, zich met clownerieën en fantasmen. Hij rebelleert tegen
de wereld maar vooral tegen zichzelf. Hij liegt de werkelijkheid aan elkaar
en vlucht in de ontkenning.
Dit werk is onder andere in te zien bij:
N.b. Deze monoloog werd speciaal geschreven voor de Brusselse zanger/acteur Rudi De Smet.
EEN RUWE TONG EN ANDERE ONGEMAKKEN geschreven door Peter Waterkoort
(1993)
Genre: Toneelstuk; monoloog
Bezetting: 1 man van achtenzestig jaar
Duur: 45 - 60 minuten
Decor: een nog dicht te metselen deurgat
Korte inhoud:
De achtenzestigjarige schilder Gorki verheugt zich op de komst van zijn
vriend/schilder Iggi. Hun kunst wordt niet begrepen omdat de tijd er nog
niet rijp voor is. Daarom zullen zij zich twee jaar isoleren om te werken
aan een wereldverruimende expositie. Gorki gelooft dat het mogelijk is
om de tijdsgeest op je hand te krijgen en daarvoor zullen Iggi en hij (die
altijd te vroeg zijn) hun pas moeten inhouden. Waardoor de tijdsgeest de
kans krijgt om hen, de voorlopers, in te halen. Het is een geweldig plan,
alleen werkt Iggi op de valreep niet mee.
Dit werk is onder andere in te zien bij:
N.b. Deze monoloog werd speciaal geschreven voor de Brusselse woordkunstenaar Michel Mentens.
DE VERWARRING NA HET INSNIJDEN AAN DE MOND -hoorspel/toneelstuk- geschreven door Peter Waterkoort (1994)
Genre: Toneelstuk/hoorspel
Bezetting: 2 vrouwen, 3 mannen
Duur: 45 minuten
Decor: Het stuk speelt zich af op vijf locaties: een huiskamer, een slaapkamer,
voor de huisdeur, aan zee en, in de operatie/behandelkamer
Pesonen:
NADIA, een mooie blonde vrouw (begin dertig)
NOL, de wat boerse man van Nadia (midden veertig)
VADER van Nadia, een dikke ziekelijke oude man
HOLGER, de plastische chirurg, een steriele man (een jonge oude re)
EEN VERPLEEGSTER
Inhoudsopgave:
Nadia wordt gedomineerd door haar man, Nol, en haar inwonende ziekelijke
vader. Nadia probeert het beiden naar de zin te maken wat lang goed gaat
totdat Nadia uit praktische overweging ophoudt om voor beiden een aparte
maaltijd klaar te maken. Voortaan komt er maar één maaltijd
op tafel. Voor haar vader loopt alles naar wens want het is zijn lievelingskost
die geserveerd wordt; voor Nol is dit een pijnlijke nederlaag waar hij
geen genoegen mee neemt. Nadia wil zich buiten de ontstane discussie houden
maar komt er middenin.
Het gespreksonderwerp verschuift naar de vraag of Nadia nu wel of niet
haar te kleine mond moet laten vergroten. Nol vindt van wel. Haar vader
daarentegen vindt het vergroten van haar lippen pervers en beschouwt dit
onderwerp als gesloten. Een woordenwisseling volgt met als resultaat dat
Nol zich terugtrekt op de slaapkamer.
Nadia gaat hem achterna tot grote ergenis van haar vader. Ze probeert Nol
te sussen die in Nadia's toenadering een mogelijkheid ziet om terrein terug
te winnen.
De keuze wel of niet de mond vergroten dringt zich op met als smeermiddel
het verleidingsspel.
Als Nadia aan het vrijen toegeeft, wordt ze voor de keuze gesteld om of
het vrijen voort te zetten met haar trui over het hoofd of haar mond te
laten vergroten. Nadia zwicht en gaat zonder medeweten van haar vader naar
de plastische chirurg, Holger. De chirurg ziet in Nadia een adembenemend
model en studieobjekt en hij beschouwt haar als zijn persoonlijke ontdekking.
Na de kleine ingreep van het insnijden aan de mond wordt de vader tot zijn
grote verontwaardiging geconfronteerd met Nadia's ingesneden mond. Hij
eist van Nadia dat ze naar de plastische teruggaat om het gedane ongedaan
te maken. Maar in plaats van dat Nadia (zoals gebruikelijk) hem zijn zin
geeft, krijgt hij voor het eerst van zijn leven een grote mond. Hij windt
zich zo dusdanig op dat hij een hartaanval krijgt waaraan hij later zal
bezwijken.
Nol waant zich op fluweel en denkt op afroep over de nieuwe Nadia te kunnen
beschikken. Zeker nu haar vader hem niet meer in de weg staat. Echter,
Nadia's mond gaat op de loop met haar. Ze zegt dingen die ze nooit had
durven uitspreken en Nol krijgt steeds minder grip op haar.
Ondertussen raakt de plastische chirurg op dreef. Holger wil Nadia's hemelse
lichaam fotograferen en onder de aandacht van zijn collegae brengen. Hij
wil van haar een mythe maken, dit tot groot genoegen van Nadia.
Thuis loopt de spanning op. Nadia heeft steeds minder zin om bij Nol te
blijven, terwijl het verlangen naar Holger groeit. Hun fotosessies moedigen
Nadia aan tot het maken van andere keuzes: ze probeert Holger te verleiden.
Dit schrikt Holger af en doet hem besluiten van het hele project af te
zien. Nadia stapt woedend op en maakt voor zichzelf de eindafrekening op.
Dit werk is onder andere in te zien bij: