Loes Flendrie


'Met Zonder Pardon'
Deze zin uit te kunnen spreken had Saskia de nodige excuses gekost en heus niet alleen aan Kobie, die ze eerst maar niet van de genialiteit waarmee ze de reddingsactie zonder het geringste stootje had ondernomen, scheen te kunnen overtuigen.
Met name Jannes nam het nogal hoog op dat ze, zijn waarschuwingen ten spijt, op een gril van Wimpeliers 'gekke ex' was afgegaan. 'En dat niet alleen, zijn naam moest ook nog even genoemd, toen je ter plekke was. Je hebt niet alleen jezelf volkomen belachelijk gemaakt tante! Wat denk je dat dit voor de geloofwaardigheid van het politiewerk doet?' riep hij vertwijfeld, toen ze hem maandagmorgen in ademloze trots het hele verhaal had verteld.
'Niet veel,' had ze moeten toegeven. 'Maar die lui trapten er wél in en dat leek me op dat moment het belangrijkst.'

'Mét Zonder Pardon!'
Er waren dagen dat Saskia die woorden wel uit kon jubelen. Zonder Kobie had ze hier niet gezeten, klaar om samen met de naamgeefster van hun bureau iedere onrechtmatigheid aan het ontluisterende daglicht te brengen.
'Met Zonder Pardon, zei ik dus en onze tijd is niet goedkoop!'
Ze hadden op advies van een vriendelijke collega van de niet langer achtenswaardige Jacques een BV in het leven geroepen.
'Zonder Pardon' draaide met verlies totdat het Leidamse korps 'de zaak van "Le Clúb" van hen had overgenomen, toen er in opdracht van Saskia (met haar contactuele talenten) een bladvullende reportage over 'DE CORRUPTE LEVENSWANDEL VAN "ONZE" NOTABELEN' in Leidams 'De Singel' verscheen. Sindsdien druppelden de opdrachten voor het privédetectivebureau van Kobie en Saskia aarzelend binnen.

'Met Zonder Pardon.'
Saskia wapperde onder haar oksels. Kobie was op pad gegaan om met de gedupeerden van de opgeloste zaak van de namaakmerkzonnebrillen een passende betaling overeen te komen en was vergeten de verwarming uit te draaien. Deze nonchalance stond in scherp contrast met de omzichtigheid, die haar zesentwintig jaar ouder partner bij veel van de op te lossen zaken van het afgelopen jaar had betracht en waarmee ze 'Zonder Pardon' zo'n hoog aanzien had gegeven.
De beller maakte zich met een verlegen lachje bekend. Dat was Saskia zo langzamerhand wel gewend. Alle opdrachtgevers moesten bij het eerste contact een zekere gêne overwinnen.
Ze trok haar trui uit. 'Neemt u rustig de tijd.'
Maar mevrouw Teske wilde haar 'probleempje' niet via de telefoon bespreken.
'Ik dacht trouwens dat ik een ouder iemand te spreken zou krijgen. Neemt u mij niet kwalijk, maar een ouder iemand kan dit soort dingen veel beter begrijpen... lijkt me', verontschuldigde ze zich.
'Mijn partner is vanmiddag weg om een zaak af te ronden. Wanneer u het liever alleen met háár bespreekt, kan dat natuurlijk geregeld worden.' Saskia liet zich bij deze temperatuur maar al te graag passeren.
Maar nee. Mevrouw Teske was alleen maar verrast.
'In de Gele Gids stond zoiets, ziet u. Kunnen we elkaar morgen bij Vesters treffen. Zeg: twee uur. Ik draag een cameljas. Natuurlijk reken ik dan op u beiden.'

De volgende middag gingen Kobie, Saskia en Sharpy te voet naar het hart van Leidam, waar zich op het drukste punt tegenover het stadhuis 'Mangerie Vesters' bevond. Kobie wikkelde de hondenriem om één van de daarvoor bestemde haken, Sharpy begreep dat ze de heerlijke etensgeuren alleen maar zou mogen ruiken en jankte.
'Waarom zijn we dan ook gaan lopen? We hadden toch best op mijn motor kunnen springen' trok Saskia partij voor het dier.
'Springen?' verwonderde Kobie zich.
Een slanke dame keek reikhalzend naar hen uit. Ze droeg volgens afspraak de cameljas, die ze meteen uittrok toen Saskia naar haar zwaaide. Nadat ze zich aan elkaar voorgesteld hadden, keek ze hulpzoekend om zich heen. Een serveerster schoot onmiddellijk toe en ze bestelde dankbaar een pot thee met toebehoren.
'Ik hoop dat u het daar mee eens bent', aarzelde ze.
'Natuurlijk', zei Kobie vriendelijk. 'Wat kunnen we voor u doen?'
'Laten we even op de thee wachten', stelde hun potentiële opdrachtgeefster voor. Pas toen de thee samen met het gebak tussen hen in stond en de aandacht van de serveerster in beslag werd genomen door een groepje Duitse toeristen, achtte mevrouw Teske de tijd rijp om te praten.
'U moet niet denken, dat ik ervaring met dit soort dingen heb.'
'Natuurlijk niet'. Kobie vocht met haar schuimgebakje.
Saskia pakte een blocnootje. 'Vertelt u maar rustig uw verhaal.'
De Duitsers aan het andere tafeltje vielen luidruchtig op hun thé-complêt aan. Mevrouw Teske zweeg verstoord.
'In uw eigen woorden', probeerde Saskia opnieuw.
Toen dat niet hielp, besloot Kobie de opdrachtgeefster op weg te helpen: 'Het is zeker nogal persoonlijk.'
Een woordenloos knikje.
'En u wilt niemand kwetsen...'
'Daar heb je bijvoorbeeld de kinderen', beaamde de ander.
'Ach ja, kinderen', begreep Kobie.
Er tekende zich een flauwe glimlach op het gelaat van mevrouw Teske af. 'Twee. Een meisje en een jongen. Elf en twaalf zijn ze.'
Dat Ingeborg, die nooit met poppen had willen spelen, 'altijd zo dwars, dat kind', nu toch wel mooi de ongekroonde nummer 1 van haar klas was al wilde Harrie daar niets over weten en Peter- Paultje op zo'n jeugdige leeftijd al leed aan zware hoofdpijnen, interesseerde Saskia niet. Ze tekende poppetjes, terwijl de twee anderen in een geanimeerd gesprek verwikkeld waren geraakt. 'Zou u dan niet juist voor hen...?' hoorde ze Kobie zeggen.
Mevrouw Teske zuchtte. 'Misschien heeft u gelijk. Als hun vader dit nog doet wanneer ze een paar jaartjes ouder zijn...'
Saskia hield haar pen stil.
Mevrouw Teske keek eerst haar, dan Kobie doordringend aan. 'Kan ik uw beider verzekering van de opperste discretie krijgen?'
Saskia knikte kort. Dacht dit mens soms dat ze met een stelletje amateurs te maken had?
'Daar kunt u natuurlijk van op aan', deed Kobie haar kogelvrije ego eer aan. 'Vertelt u ons nu maar eerst waarom het gaat en dan zullen wij u wel vertellen of we de opdracht kunnen aannemen.'

Na haar schooltijd was mevrouw Teske direct bij Papa in de zaak gestapt: GROENEWEGEN UW ROVERDEALER. Níet om als het verwende enigkind het garagepersoneel met overbodige opdrachten dwars te zitten, maar om het vak, waar haar liefde al vanaf haar prille jeugd naar uit was gegaan, van onderop te leren. In de daaropvolgende jaren had ze zowel onder- als op de brug bewezen een kundig opvolgster te zijn en toen haar ouders tijdens een vliegtuigongeluk omkwamen, was dat (voor GROENEWEGEN UW ROVERDEALER althans) geen ramp geworden. De zaken floreerden als vanouds en zelfs zo goed, dat mevrouw zich gedwongen had gevoeld om een jaar na de dood van haar vader een derde monteur in dienst te nemen. Dat was Harrie Teske.
'Hij was zo anders', frunnikte ze aan de robijn op haar ring.
'Anders dan nu', knikte Saskia.
De ander moest hier over nadenken. 'Ja dat ook', volgde er op een ruime pauze. 'Maar toen ik hem leerde kennen - hij gaf niet om de zaken waar de andere monteurs zich soms zo druk over konden maken: mannenzaken, u weet wel. Ik heb hem bijvoorbeeld ook nooit zien lachen om één van hun 'jongens-onder-elkaar' moppen. Hij hield van auto's natuurlijk, maar ook van ballet en theater. Haar gelaatskleur verdiepte zich. 'Ik zit zelf op amateurtoneel ziet u? En - hij hield ook van bloemen.'

Met een zucht noteerde Saskia het voor de hand liggende vervolgverhaal.
Lettie Groenewegen, die voor deze kennismaking vrijwel alleen ervaring had met besmeurde chassis, bezweek op negenentwintigjarige leeftijd voor de nieuwe monteur die zo 'anders' was. Bleek drie maanden hierna zijn kind al te dragen en kwam er na de haastige huwelijksvoltrekking achter, dat zijn opvattingen over de echtelijke rechten- en plichten niet echt de hare waren. Ze werd in het tijdsbestek van haar zwangerschap ook nog in iets anders teleurgesteld. Zo had ze bijvoorbeeld nooit verwacht dat de andere garagejongens hem vanzelfsprekend zouden acceperen als degeen, die het nu voor het zeggen had. Hij, die zelfs nooit om hun moppen had kunnen glimlachen, deze nieuwkomer, prefereerden ze altijd nog boven de dochter van de overleden Groenewegen. Zolang ze ongebonden was, hadden ze haar autoriteit nooit betwist, maar nu ze een kleine Teske onder haar hart droeg... Nee, Harrie had gelijk, vonden ze. Een vrouw hoort thuis bij haar kind. Ook en vooral nu ze het bedrijf met een gerust hart aan zijn zorgen kon overlaten. Aldus geschiedde. Mevrouw Teske, die eens het predikaat 'Monteur met gouden handjes' droeg, repareerde voortaan nog uitsluitend huishoudelijke apparatuur en kinderzieltjes. In een oogwenk waren dat er twee. De ziekelijke Peter-Paul, wiens migraine ze een jaar geleden loyaal met hem was gaan delen en de één jaar jongere Ingeborg: het meisje waar nog nooit een jurk goed aan besteed was geweest.

De luidruchtige oosterburen vertrokken. Aan een tafeltje voor het raam zaten nog twee vrouwen stil te genieten van het vermaarde 'Vesters thé-complêt' en van elkaars gezelschap. Het bedienend personeel, met de benen in de hoogte, bereidde zich voor op half zes.
Vanuit de keuken klonk pannengerammel.
'Hoe laat is 't eigenlijk?' sprong mevrouw Teske geschrokken op. Toen Kobie de tijd noemde, ging ze weer zitten. 'Ik wil op tijd thuis zijn voor de kinderen, ziet u?'
Ach ja, die kinderen. Saskia vond met opgetrokken wenkbrauwen dat ze daar nu wel genoeg over had gehoord.
Mevrouw Teske pikte haar ongeduld op. Ze ging iets verzitten, keek de twee detectives aan en stelde vertrouwelijk voor elkaar te tutoyeren voor ze 'Met dit hele afschuwelijke verhaal verder zou gaan'. Na een instemmend knikje vertelde ze verder.
Over haar echtgenoot en dat deze al snel na de geboorte van Ingeborg niet meer 'bij machte' was geweest. Tenminste, wanneer hij haar op de 'gewone' manier trachtte te beminnen. De manier, waarop het hoorde, aldus Lettie. Hoogst zelden stemde ze maar toe in zijn bijzondere wensen. 'Wel af en toe natuurlijk, want ik houd van 'm en hij had 't nou eenmaal nodig om de spanningen op de zaak de baas te kunnen blijven, zei hij.' Ongeduldig schudde ze haar haardos, die glansde van te dure verzorging. 'Maar sinds een jaar dringt Harrie nergens meer op aan.'
'Een ander', begrepen de beide detectives.
Lettie Teske was bang van wel.
'Als mocht blijken dat Harrie inderdaad - staat er voor mij niets anders meer te doen dan...' brak ze haar gedachten af.
Kobie speelde met het theelepeltje. 'We willen je natuurlijk graag helpen. Niet Sas?'
Die knikte. Voordat Lettie hen beide echter haar dankbaarheid kon tonen, verwoordde Kobie een gedachte, die ook al door Saskia's hoofd had gespeeld: 'Je bent toch hopelijk niets onwettigs van plan als we er achter komen, dat je man er een ander op na houdt? Die verantwoording willen wij niet dragen.' Lettie zag er intriest uit en schudde haar hoofd, terwijl ze een zuur lachje toonde. 'Als Harrie een ander heeft gevonden, zal ik hem waarschijnlijk wel moeten ontslaan, een scheiding aanvragen, nog alimentatie moeten betalen ook, want hij kwam met niks, heeft nog steeds niks, en meer van dat soort ellendige dingen', besloot ze hulpeloos.
Kobie kon het niet meer aan zien. 'Wat wil je precies uitgezocht hebben?'
Lettie Teske boog zich naar voren. 'Hoe vaak en wáár ze afspreken. Ik wil haar naam weten, hoe oud ze is, misschien als jullie een ontmoeting zouden kunnen arrangeren waarop ik eens met haar kon praten, haar uitleggen wat deze verhouding voor het gezin betekent...'
'Ach kind toch', liet Kobie zich ontvallen.
Saskia greep zich vast aan haar pen. In emotionele situaties als deze was ze niet op haar best. Ze had feiten nodig. Hoe bracht Harrie Teske zijn vrije tijd door? Beoefende hij een sport? Wie waren zijn vrienden?
Lettie Teske beantwoordde alle vragen nauwgezet. Op maandagavond had Harrie zijn wekelijkse borrel met de medewerkers van de garage. Dan kwam hij altijd betrekkelijk vroeg thuis. Nee, zélf ging ze daar allang niet meer mee naar toe. Haar handtekening onder de orders en betalingen was voldoende gebleken om het bedrijf draaiende te houden. Harrie en de anderen deden de rest.
'En dinsdagavond?'
'Da's mijn avond bij de schoonheidsspecialiste. Daarna ga ik meestal nog even met een vriendin naar Van Leersum, dat aardige kroegje tegenover de oude zoetwatervismarkt.'
'Hoe heet die vriendin?' vroegen Kobie en Saskia in koor.
'Lida van Zanten. Maar ik moet jullie afraden om het hier met haar over te hebben. Ze weet niets van mijn problemen met Harrie. Lida kennende, zou ze meteen op hem afstappen, hem ter verantwoording roepen en alles verpesten. Harrie en zij zijn niet bepaald vrienden. Zij heeft hem nooit zijn bemoeienissen met mijn carrière kunnen vergeven en hij haar nooit haar liefde voor vrouwen. Hij zegt dat ze Ingeborg op verkeerde ideeën brengt. Dat die door háár zo jongensachtig is en dat Lida al jaren wacht op haar kans om zijn plaats in te nemen in ons gezin. Maar er is werkelijk niets wat daar in al die jaren op gewezen heeft. Ik ken haar al vanaf de lagere school en we zijn na die tijd met elkaar bevriend gebleven. Ik begrijp eigenlijk ook wel waarom ze Harrie zo antipathiek is. Ze heeft de ware nog niet gevonden en dát schijnt voor hem heel bedreigend te zijn', glimlachte ze vertederd.
De klok van het stadhuis sloeg het halve uur en ze vervolgde jachtig: 'Op woensdagavond gaat hij biljarten met Dick Meesen. Bij hem heb ik nog op schoot gezeten. Hij is al bij Groenewegen zolang ik me heugen kan. Hij was een vriend van mijn vader en toen die overleed, was met name híj het, die me bijstond in het nemen van beslissingen.
Bijvoorbeeld toen ik een derde monteur aan moest trekken. Híj raadde me Harrie aan.'
Ze keek peinzend uit het raam. 'Nee, op die woensdagavonden ziet Harrie haar zeker niet. Tja, en dan krijg je mijn toneelclubavond op donderdag.' Haar blik verlevendigde zich. 'Het is dat amateurtoneelgezelschap waar ik het zo even al over had. We oefenen bij de oude haven. We zijn natuurlijk geen ervaren acteurs, maar wél ontzettend gemotiveerd om iets goeds op de planken te zetten. We repeteren een heel jaar voor drie uitvoeringen in december, dus jullie kunnen wel nagaan... Hier heb ik trouwens nog een aankondiging voor de laatste van vorig jaar, toen Harrie dus voor het eerst niet kwam kijken. Ik weet het nog.' Ze zweeg met opeengeklemde lippen en viste een blaadje uit haar tas. 'Ik moet nu echt gaan', zei ze gejaagd, toen ze de aankondiging van Kobie terugkreeg.
Saskia klapte haar blocnote dicht. 'Zullen we dan morgenmiddag maar verder praten? Misschien is dat wel beter ook. Dan kun je naar ons kantoor aan de Klaresingel komen. We hebben trouwens ook nog niets over onze overeenkomst op papier gezet. Dat kan dan gelijk.' 'Nee!' zei de ander scherp. 'Als het om het geld gaat...' Ze haalde met gespitste vingers twee groene briefjes uit haar kalfsleren portemonneetje. 'Ik hoop dat jullie hier de eerste weken mee vooruit kunnen. Maar ik rakel dit allemaal niet nog eens op!' Ze bedacht nog iets: 'Ik wil trouwens ook niet door jullie gebeld worden. Eén van de kinderen zou op kunnen nemen, of Harrie zelf. We maken het vanmiddag af. Waar was ik ook alweer gebleven? O ja, bij vrijdagavond. Dan is Harrie er ook nooit. Hij eet meestal staande een lichte maaltijd en snelt dan de deur weer uit. Meneer zit op tennis', lachte ze bitter. 'En daarna gaat hij naar de sauna, als ik dat mag geloven. Hebben jullie bijvoorbeeld ooit van een sauna gehoord, die tot ver na middernacht geopend is?'
Toen Kobie en Saskia het antwoord schuldig bleven, raffelde ze de rest van haar verhaal af. 'In zijn resterende tijd, doet hij niets, geloof me. Hij komt op zaterdagavond altijd erg laat thuis van de zaak, kift een tijdje met Ingeborg en als de kinderen naar bed zijn, zakt hij onderuit achter zijn biertje. 's Zondags slaapt hij uit. Lang. Daarna duikt hij onder één van onze eigen wagens tot het weer tijd wordt om naar de zaak te gaan. Op maandag zijn we wel gesloten, maar dan handelt hij samen met Jannie Stapel, de secretaresse, het papierwerk af. Nee, Jannie is boven iedere verdenking verheven dames', zei ze met een scheef lachje. 'Ze is negenenveertig en al sinds de préhistorie bij ons.'
Kobie stond bruusk op.
'Ja, wij moesten maar eens gaan', stond Saskia er ook gelijk naast. 'We hebben nu voldoende om mee aan het werk te kunnen. Laten we het zo afspreken: jij belt ons over veertien dagen weer. Dan kijken we of we tot een afspraak kunnen komen. Een fotootje van meneer zou ook wel handig zijn.'
'Zo vlug al?' Lettie haalde een pasfoto uit haar portemonnee en schoof die over de tafel.
'Ik denk echt niet dat we veel langer nodig zullen hebben', antwoordde Kobie. 'En met dat geld dat we van jou gehad hebben, komen we toch ook niet veel langer toe', besloot ze een tikje venijnig.

Lettie Teske bleef als laatste achter om de rekening te betalen. Het was al over vieren. De kinderen zouden zeker al reikhalzend naar haar thee uitkijken.

LOES FLENDRIE


©St. NoPapers

Terug naar overzicht