OLGA FEENSTRA (1940) volgde workshops van Willem van Toorn, Judith
Herzberg, Jan Kuiper en Martin Reints.
Voor haar gedichten ontving zij in 1987 de aanmoedigingsprijs Delft (Delft
Dicht). Zij las voor op literaire avonden in Den Haag, Leiden en Delft.
Naast het schrijven van gedichten maakt Olga wandkleden. Haar werk was
te zien op exposities in o.a. Utrecht en Workum.
NoPapers publiceert een door haar zelf gemaakte keuze uit haar gedichten.
Schimmen
Onzichtbaar/ als de tijd
opgenomen, niet
te bewijzen foto's
gegrift in mijn geheugen
zonder te weten waar vandaan
welk doel
mocht ik even aanraken, even
zien
Dichtbij
Eerst wil ik je aanraken
daarna zitten, dicht tegen
je aan
verschuiven mijn armen
de een na de ander
afstand voelen/ woord na woord
je mond zien opengaan
op het puntje van je tong
gaan zitten
Ik wil je horen spreken
de klank van je stem dichtbij
vervangt mijn huid
spreek voor mij, spreek mij aan
de a en de s, daarna de l
van stil- stil er tussenin
Daarom
Daarom wil ik niets
om mijn handen, noch
om mijn voeten
geen baldakijn van fluweel
geen hoorbaar lachen
alleen de stilte van de wind
bekommert mij
Oefening
Ze liep met haar tenen
langs de tafel
boog haar ene voet
en reikte met haar handen
naar het blauwe kleed
Voortgaan
Bewegen en toch weer niet
in het voorbijgaan, de wind
meegenomen
zonder armen, maar met vleugels aan
langs periferieën, uitstalkasten
het water in de sloot
omhoog, omhoog
gevouwen met vleugels aan
niet met armen
mijn twee benen rollend
als het wiel
in het voortgaan - voortgaan
Vraag
O, almachtige, wie je dan
ook bent
het vuur, de vlam, het water
in de rivier
de kruinen van de bomen, de mist
over het land, het onwillige kind
O, almachtige, wie je dan ook bent
de stratemakers, de vogels op hun vlucht
de volle aarde, het zaad, het sponsje
waarop ik de boon bewaarde, de blauwe hyacint
het weiland misschien waarin ik sliep
de hagedis, de kikkervis
de verloren zoon, zo kan ik nog wat noemen
in ieder geval ben je, het licht en de bloemen
en het lichaam, waarin ik woon
OLGA FEENSTRA