NICOLOESCHJA KNIESE woont en werkt in Amsterdam als beeldend kunstenaar
en dichteres. De laatste jaren is zij vooral bezig met genealogie en legt
zij zich meer en meer toe op het schrijven.
In deze nieuwe editie van haar eigen poëziefile een gloednieuw gedicht
(de danseressen) en 4 gedichten uit haar bundel 'DE RODE HOED'
(uitg. De Beuk, Amsterdam)
de danseressen....
in het moeras...
dauw
Beweging
November
De danseressen van de dood
gaan langzaam,
ze koelen hun voeten.
Ze kijken op en om.
Verschoven droom
verandert de kleur van de nacht.
Er is landschap.
Statig stappen ze
hun dans na,
gaan snel;
De danseressen van de dood
gaan langzaam,
ze koelen hun voeten.
Ze kijken op en om.
***
In het moeras groeit thee
Buiten
mijn hoofd in de zon
mijn haar in de zomer.
Zal ik klaver eten
en in de weegbree bijten?
Mijn fiets raast erheen:
omhoog, omlaag het duin;
de kruizemunt in.
Het gras groeit wild
in augustus.
***
dauw is een kussen vol licht
de randen blijven water.
ik roep een wild verlangen;
kalende natte takken
striemen het grijs,
een tuimeling door wind
en regen:
mijn liefde is kruiend ijs.
en als het licht is, na het donker,
als het stil is in de dauw,
dan zeg ik je, dat
ik verlang.
***
Beweging
Beweging is de stilte
van de dans
langzaam langzaam
dromend van een kans
als een koel blad
te vallen
en zingend kringelend
onder gaan en dan
duizelend suiselend
verder gaan
vlinderblad in bladerwind
wilde jacht in bliksemtint
mijn wezen is de stilte
van een helle dondermorgen
ik heb de stormwind
nog niet voor je gedanst.
***
november
ik vlucht weg in wilde regen
straks komt een grote, dode tijd
in mijn hol zie ik ontdaan
de storm
de avond is kaal
ik eet een rups
NICOLOESCHJA KNIESE