Meedoen aan de loterij



Sonnetina zat weer eens voor de televisie. Niet dat het een interessant programma was, maar ze keek gewoon vaak en graag. Dit keer was het de trekking van een loterij.
"Waarom kopen wij eigenlijk nooit zo'n lot?" vroeg ze achteloos aan Triolet.
"We hebben toch alles wat we willen. En anders kunnen we er makkelijk genoeg aan komen, daarvoor hoeven we helemaal niet mee te doen."
"Ja, maar dat is anders. En er zijn een heleboel dingen die we niet hebben."
"Wat dan bijvoorbeeld?"
"Een spelcomputer. Carla heeft er ook een."
"Hemel. Ik zou inderdaad niet weten hoe je zo'n ding tovert," dacht Triolet hardop.
"Ik zou er wel eentje hierheen kunnen toveren," mengde Villanel zich in het gesprek. "Die van Carla bijvoorbeeld."
"Dat is stelen, dat is niet eerlijk," riep Sonnetina. "Dat ik er een wil is niet hetzelfde als dat ik die van haar wil."
"Je wilt natuurlijk een mooiere," zei Triolet afkeurend.
Ze wist precies hoe het ging: als Carla iets had, moest Sonnetina het ook, en als ze het niet kreeg zou ze zeggen dat iedereen in de klas het had en alleen zij niet. Bovendien wilde ze helemaal zo'n ding niet in huis hebben.
"En dat het niet eerlijk is, ach, daar zou ik nou weer niet zo mee zitten," sprak Villanel. "Zal ik het eens proberen?"
"Maar waarom kopen we nou niet gewoon zo'n lot," probeerde Sonnetina weer. "We kopen nooit lootjes."
"Omdat we nooit wat winnen", zei Villanel.
"En hoe weet U dat zo zeker? Er zijn anders een heleboel prijzen."
"Ik weet dat zo zeker omdat alle hoofdprijzen altijd door dezelfde man gewonnen worden. Daar heb ik zelf voor gezorgd."
"Hoe dan?"
"Tja, dat is een lang verhaal," Triolet legde haar breiwerk weg.
"In elk geval kwam het erop neer dat hij een wens mocht doen, en toen heeft hij gewenst dat hij in elke loterij de hoofdprijs zou winnen."
"Die man zou ik wel eens willen ontmoeten," zei Sonnetina.
"Nou dat kan, een dezer dagen moesten we maar weer eens gaan kijken hoe het met hem gaat, nietwaar Villanel?" zei Triolet.
De twee heksen wisselden een blik van verstandhouding. Ze zouden Sonnetina voor eens en voor altijd van het idee afbrengen om lootjes te kopen.

Twee dagen later, toen Sonnetina uit school kwam, stonden Villanel en Triolet al klaar, met hun jassen aan.
"Ga je mee?"
"Waarheen?"
"Nou, naar de man die alle hoofdprijzen wint natuurlijk. Hij heet Henk Lozer."
Ze stapten in het rode autootje van Triolet.
In een auto zitten met Triolet achter het stuur was altijd een avontuur op zich, want hoewel ze in het dagelijks leven geen vlieg kwaad deed, had ze een nogal ruige manier van rijden. In de bochten remde ze niet af, maar gaf ze juist extra gas, terwijl ze heel hard "Broemmmm" gilde, net als een Engelse heks die op haar bezem de bocht om ging.
Toen ze aankwamen bij een enorme villa zag Villanel dan ook wat bleekjes, maar Sonnetina en Triolet waren allebei in een opperbeste stemming.
Villanel belde aan, er was enig gestommel te horen en uiteindelijk deed Henk zelf open, een kalende man met droevige ogen.
"Welwel, Triolet en Villanel en nog iemand...."
"Dit is Sonnetina," zei Triolet snel. "....en nog iemand met de naam Sonnetina.
Kom binnen."
Ze liepen een hoge gang door naar een enorme slecht verlichte kamer waar de televisie aanstond. Aan de muren hingen prikborden met lootjes, keurig op datum van trekking.
"En hoe gaat het ermee?" vroeg Henk terwijl ze gingen zitten. De thee was al gezet.
"Slecht," zei Villanel, "lekker slecht en met jou?"
"Z'n gangetje. Niet al te best, maar z'n gangetje."
"Mooi zo. Nog wat gewonnen de laatste tijd?"
"O, hou d'r over op. Gisteren weer een vakantie voor twee personen in de Afrikaanse Sahara. Twee weken op een kameel. Wat moet ik ermee."
"Weet je al iemand met wie je wilt gaan?" vroeg Triolet heel belangstellend.
"Nee, maar ik ga ook helemaal niet. Wat heb ik daar ook te zoeken."
Sonnetina had met stijgende verbazing naar het gesprek geluisterd. Ze kon zich niet langer inhouden en fluisterde Villanel in het oor: "Volgens mij vindt hij het helemaal niet leuk om al die prijzen te winnen."
Villanel antwoordde met een glimlach en keek ook even naar Triolet.
"Niet zo verlegen," zei Henk. "Je hebt het goed gezien hoor. Ik vind er niks meer aan."
"Maar waarom doet U het dan? U hóéft toch geen lootjes te kopen?"
"Ik kan het eenvoudig niet laten. Als er weer ergens een loterij is, neem ik mezelf voor om deze keer niet te kopen, en dan doe ik het toch. Het is allemaal zo makkelijk verdiend. En bovendien..."
Sonnetina keek hem vragend aan.
"Bovendien is er maar één manier om er van af te komen. Dat is een keer meedoen aan een loterij en helemaal niets te winnen."
"En U wint altijd?"
Triolet probeerde het uit te leggen. "Dat hoort allemaal bij de wens die hij gedaan heeft. Hij wou voortaan altijd de loterij winnen, en wij hebben gezegd: 'goed, maar dan zul je ook altijd meedoen, en het houdt niet op voordat je eens een keer niets wint. Hij kan er dus niks aan doen dat hij toch weer elke keer een lot koopt."
"En meestal meer, " viel Villanel bij. "Als er drie grote prijzen zijn koopt hij drie lootjes."
"En U wilt dat het ophoudt?" vroeg Sonnetina.
Henk knikte van 'ja'.
"Het is nu wel mooi geweest. Ik wil nou eindelijk wel weer eens een beetje gewoon leven kunnen leiden."
Het meisje dacht even na.
"Nou, ik wil het wel eens zien," zei ze uiteindelijk.
"Hoe dan?" vroeg Triolet.
"Nou gewoon, ik maak hier een kleine loterij tussen ons vieren, en dan wil ik wel eens zien of hij altijd de hoofdprijs wint."
Triolet begreep niet goed wat Sonnetina van plan was, maar ze zag er geen kwaad in.
Henk gaf haar pen en papier, en binnen de kortste keren had ze tien dichtgevouwen briefjes gemaakt die allemaal in een schaal lagen. Ze roerde de briefjes goed door elkaar, en iedereen pakte er een.
"Wie het papiertje met 'hoofdprijs' heeft is de winnaar."
"En wat is de prijs?" wilde Villanel weten.
"Ach, wat maakt het uit," zei Henk. "Ik win hem toch wel, dat zul je zien."
"Goed, laten we ze dan maar openvouwen," viel Triolet Henk bij. Het ging toch alleen maar om een eenvoudige demonstratie.
Ze openden allemaal hun briefje, en Henk liet de zijne aan iedereen zien.
"Zie je wel: hoofdprijs."
"Goed zo," zei Sonnetina
. "En de hoofdprijs is....... helemaal niets! Met mijn loterij was alleen maar helemaal niets te winnen."
Villanel verslikte zich in haar thee. Henk moest het even tot zich laten doordringen.
"Dus ik heb helemaal niets gewonnen? Dat betekent dat mijn wens is afgelopen. Als ik nu aan een loterij meedoe dan heb ik een even grote kans om te winnen als ieder ander?"
"Probeer het maar," zei Triolet.
Ze deden de lootjes weer in de schaal, pakten er allemaal weer een, en dit keer had Sonnetina de prijs.
"Nou ben ik benieuwd wat dit keer de prijs is," bromde Villanel, die het helemaal niet leuk vond dat haar werk door Sonnetina bedorven was.
"Het was mijn loterij," zei Henk. "En de prijs is wat je maar wilt. Zeg het maar: ik heb het vast wel een keer ergens gewonnen, en anders gaan we het nu meteen in de stad halen."
"Ik wil een spelcomputer," sprak Sonnetina.
"Een spelcomputer? Ik heb minstens vijf van die dingen op zolder staan. Kom maar mee en we zoeken de mooiste voor je uit."

Terug in de auto zat Villanel nog steeds te mokken, want ze had destijds erg haar best gedaan op deze wens.
Triolet zag de zonnige zaak van de kant in.
"En," vroeg ze aan Sonnetina die naast haar op de voorbank zat, "wil je nog steeds zo graag meedoen aan de loterij?
Hou je vast, daar komt weer een bocht: BROEMMMM" Sonnetina's antwoord ging verloren in het geluid van de piepende banden.

BERT OOSTERHOUT


©St. NoPapers

Terug naar overzicht