Bert Oosterhout


De koningin is dol op modder

Er is zoals je hier nu leest
een vreemde koningin geweest:
zij was verzot op modder
Zij zat voornaam in de salon
in een fluwelen dagjapon
met hier en daar en klodder

de freule die haar kleren dee
moest steeds een emmer modder mee
om op haar jurk te schenken.
Ze zei: het lijkt wel niet zo schoon
maar door zo'n vlek kan ik gewoon
veel helderder gaan denken

ze had een heel groot modderbad
waar ze de hele dag in zat
wanneer ze moest regeren
ze nam haar koninklijk besluit
alleen met modder op haar huid
en modder op haar kleren

eens heeft ze met bevuild gezicht
een heel groot gala aangericht
voor graven en gravinnen
en iedereen moest komen want
zij was de hoogste in het land
toen gingen ze beginnen:

de koningin zei: voor dit doel
heb ik een grote modderpoel
in 't zwembad laten maken
en nu moet iedereen erin
de hertog en de markiezin
om mooi bevuild te raken

ze moesten dus de modder in
ze deden het met tegenzin
met grieven en met klachten
maar na een tijdje in de blub
kwam langzaamaan de hele club
tot andere gedachten

ze zeiden: ach het lijkt onkies
het lijkt wel smerig goor en vies
maar als je 'r eenmaal in ligt
dan zie je dat een helder hemd
de heldere gedachten remt
bemodderd krijg je inzicht

dus in het hele koninkrijk
baadt iedereen nu in het slijk
en baggert onverschrokken
alleen de zeepsop fabrikant
is uit dat grote modderland
niet lang daarna vertrokken

De koning kan niet koken

Er wordt in het paleis slechts zachtjes van gesproken:
hij doet wel erg zijn best, maar toch - de koning kan niet koken
hij doet het echt veel liever dan regeren van het land
maar alles wat hij klaarmaakt is niet gaar of aanbrand
en hij wil niet dat er een kok of een kokkin wordt aangenomen
ja zelfs de koningin mag nimmer in de keuken komen
maar wat hij ook bereidt en welk recept hij ook probeert
altijd gaat er ergens iets verkeerd

zo eet het hele hof zijn zwartverbrande karbonaadjes
en als hij eens een vis fileert dan zit die vol met graatjes
wie zijn doppers eet denkt dat ie glazen knikkers kraakt
zijn griesmeelpudding moet van supergluton zijn gemaakt
als hij aardappelen kookt is hij het zout vergeten
en zijn spinazie a la creme is echt niet om te eten
soms zet er een prinses haar bordje bonen op de grond
maar dit lust zelfs geen koninklijke hond

ook de koningin zit er wel erg mee in haar maag
ze zal er niks van zeggen, want hij doet het toch zo graag
het is een lieve man en hij regeert het land zo goed
alleen: de hele hofhouding raakt danig ondervoed
de prinsen en prinsessen en lakeien zijn gaan klagen
maar daarom gaat de koningin alleen op zaterdagen
met prinsen en lakeien en prinsessen aan de hand
stiekem naar een piepklein restaurant

Daar mogen ze dan eens per week bestellen wat ze willen:
zijzelf neemt dan asperges met gestoofde kikkerbillen
de freule houdt van bloemkool en de stalmeester van biet
de prinsen en prinsessen nemen poffertjes of frites
en aan alle tafels wordt er opgewekt gesproken:
hij doet wel erg zijn best, maar toch: de koning kan niet koken
terug in het paleis wordt er een week lang zacht gezwegen:
ze kunnen er tot zaterdag weer tegen.

Muizen in de oven

de oven van het gasfornuis
bij tante Evelien in huis
was niet meer te gebruiken:
zodra het ding werd aangezet
begon bij haar de hele flat
naar stromend gas te ruiken

toen zei haar man, mijn ome Koen
ik zal eens zien wat ik kan doen
ik kijk gewoon van binnen
ik zal eens kijken wat er faalt
hij heeft de klep eraf gehaald
gewoon om te beginnen

nu is oom Koen, dat moet gezegd
bepaald niet handig aangelegd
hij schroefde zich de apen
maar't lukte niet en wat een strop
hij kreeg de klep er niet meer op
toen zijn ze maar gaan slapen

die nacht kwam de familie muis
ze zochten naarstig naar een huis
toen zag papa die oven
kijk nou wat ik gevonden heb
een grote oven zonder klep
't is haast niet te geloven

en bij het eerste ochtendlicht
was heel de oven ingericht
de kinderkamer boven
er was een mooie muizentrap
het bankstel met de lampekap
stond onderin de oven

toen ome Koen beneden kwam
en weer de schroevendraaier nam
ontdekte hij de muizen
die riepen: dit hier is gekraakt
de oven mag niet meer gemaakt
wij willen niet verhuizen

er werd wat heen en weer gepraat
maar als een oven open staat
betrekt een muis die stellig
er heerst tenslotte woningnood
mijn tante bakt nu nooit meer brood
maar 't is er heel gezellig

De tranemetuiten

in een land hier ver vandaan
daar wonen de tranemetuiten
die huilen hele dagen lang
er staat een traan op elke wang
ze snotteren en snuiten

zij jammeren niet voor zichzelf
die huilende tranemetuiten
maar voor de kinderen met verdriet
dat niemand weet, dat niemand ziet
dat willen ze dan uiten

dus voel je je eens heel alleen
dan zijn ze niet te stuiten
en is je leukste speelgoed stuk
of heeft je moeder het te druk
dan huilen de tranemetuiten

ze hebben altijd zo'n verdriet
die arme tranemetuiten
het huilen zijn ze nimmer zat
en altijd zijn de straten nat
al schijnt het zonnetje buiten

De kast met weet-ik-wat

onze kast met weet-ik wat
staat boordevol vol met spullen
die van onder tot boven aan toe
de zeven planken vullen

losse winter wanten
stukjes oude kranten
een grote doos met knopen
een trommel met verband
oude ansichtkaarten
zeven pauwestaarten
vergeten kussenslopen
een tafelkleed van kant
en kleine bolletjes blauwe wol
de grote kast met weet-ik-wat
zit boorde, boorde vol

er wonen ook mannetjes in de kast
hele kleine schuwe
die als de kastdeur open gaat
de boel naar buiten duwen

dan vallen alle spullen
die nu de planken vullen
met een luid gestommel
in een keer op de grond
de knopen en de kaarten
de slopen en de staarten
en alle oude rommel
ligt overal in't rond
de mannetjes maken met een veeg
de grote kast met weet-ik wat
helemaal helemaal leeg

dan hoor je ze allemaal lachen
de mannetjes in de kast
en wij moeten samen gaan stouwen
tot alles er weer in past

dus kom je bij me op bezoek
pas dan maar liever op
want als je die kastdeur open doet
valt alles op je kop

Overbuurman in de boom

onze overbuurman heet mijnheer de Bruin
maar van zijn vrouw mag hij niet buiten komen
hij klimt als hij de kans krijgt in de bomen
in een keer -hoep- tot boven bij de kruin
hij vindt dat leuk, hij vindt dat fijn
en dat zou nog zo erg niet zijn
als hij ook naar beneden kwam
maar boven zit hij stijf en stram
want hij durft zelf de boom niet af te dalen
zodat de brandweer hem moet komen halen

Hij zegt zelf wel: echt ik kan er niks aan doen
als ik die drang voel dan kan ik me niet bedwingen
dan moet ik ergens klauteren of klimmen
en voor 'k het weet ben ik in het plantsoen
mevrouw de Bruin zegt: hoor es hier
ik gun je echt wel je plezier
maar je valt straks nog uit zo'n kruin
dan ben ik weduwe de Bruin
waarom kan jij niet, zoals mijnheer van Geelen
ongevaarlijk in de zandbak zitten spelen

Wij zien dus zeker eens per veertien dagen
een menigte verzameld in het bos
en even later komt de brandweerwagen
dan weten we: mijnheer de Bruin is los

"Je zal toch Hugo heten"

"je zal toch Hugo heten" dacht de oude lapjeskat
dat was zijn eigen naam dus hij wist waar hij 't over had
"waarom heet ik geen Loekie, geen Joris, Jan of Jaap
want Hugo vind ik meer de scheldnaam voor een aap

De kater van de buren heet Christoffel-Koos de kat
een beetje lang, maar toch - mij lijkt zo'n naam wel wat
En als ik zelf mag kiezen, dan noem ik mij 'Biehaar'
dat vind ik wel bijzonder, en Hugo vind ik raar"

"Hugo, kom je eten?" roep toen zijn baasje luid
en Hugo dacht opeens: "dat komt me wel uitstekend uit,
want als ik nou een Joris was, een Jan of een Biehaar
dan stond er toch op dit moment geen eten voor mij klaar

BERT OOSTERHOUT


©St. NoPapers

Terug naar overzicht