Dichtkunst als tovermiddel: theorie en poezie
Rick Rococco


Bij wijze van introductie

In de afgelopen paar jaar bood de dichter Rick Rococco op gezette tijden enkele gedichten ter publicatie aan aan de literaire redactie van NoPapers. Soms werd er een vers gepubliceerd, vaker gebeurde dat niet. In het laatste geval werd zijn poëzie beoordeeld door drie onafhankelijke medewerkers van de redactie, die geen overleg hadden en geheel zelfstandig hun advies uitbrachten over wel of niet publiceren.
Rococco was niet erg gelukkig met die afwijzingen en vroeg enige tijd geleden terecht om een motivatie voor het strenge oordeel van de redactie. Deze motivatie was voor de dichter een aanleiding tot het schrijven van een uitvoerige brief, die hij vergezeld liet gaan van een gedeelte uit een persoonlijke beschouwing over poëzie. Beide zijn in deze file onverkort opgenomen, met dien verstande dat enkele 'huishoudelijke' mededelingen in het P.S. van de brief achterwege werden gelaten.

De brief laat zich ook zonder toevoeging van de bron waaraan wordt gerefereerd heel goed lezen als een zelfstandig stuk en is een waardevolle aanvulling op het erna volgende essay. Het bijzondere van beide stukken is, dat Rick Rococco niet zozeer zijn eigen werk verdedigt als wel een heel eigen, bijna eigenzinnige en in ieder geval hoogst oorspronkelijke visie op de dichtkunst ontvouwt. Hij aarzelt niet om de meest fundamentele vragen betreffende de poëtica aan de orde te stellen: heeft de poëzie zin en zo ja, wat zou die zin kunnen zijn?
Uiteraard zijn de antwoorden die Rococco op deze vragen geeft een hoogst persoonlijke kijk, waarmee de lezer het niet eens hoeft te zijn. Maar wat de dichter te berde brengt is zo authentiek dat het alleen al daarom de moeite waard loont er kennis van te nemen.
Wat de stukken extra bijzonder maakt is dat Rick Rococco niet is blijven steken in een theoretische verhandeling, maar probeert ze in zijn eigen gedichten te concretiseren.
Met zijn beschouwingen geeft hij zijn poëzie als het ware een bedding, waardoor de lezer er op een andere manier naar kijkt. Zo verging het mij tenminste.

hf


5 mei 1994

Beste Harry,

Bedankt voor je oprechte en uitvoerige brief.
Het doet me deugd dat iemand de moeite neemt om op deze wijze op mijn werk in te gaan, zelfs al komt je verhaal neer op het idee dat m'n poëzie inferieure voorleesstukjes zijn waarvoor ik ten onrechte een uitzonderingspositie claim.
Je vroeg in je brief om een doorwrocht verhaal met veel citaten uit eigen werk, naar ik aanneem om me uit te dagen de claim waar te maken.
Wel, beste Harry, dat kan.
Verhaal en citaten heb je nu in handen in de vorm van een proza - een twee poëziehoofdstukken uit een boek van me.
Maar eerst wil ik je iets zeggen én ik wil reageren op twee opmerkingen in je brief. Vandaar deze begeleidende brief.
Je vraagt welke 'belangrijker zaken' er zijn dan de 'universele thema's liefde, lijden, schoonheid en dood'.
Wel, laat ik het zo zeggen: De eerste expressiemiddelen van de mens waren ritmiek en klank. Ritmiek in de vorm van beweging (dans) en ritmisch geluid (handgeklap en het 'klappen' op en/of met voorwerpen die in de natuur voorradig waren voor we trommels uitvonden) en klank in de vorm van herhaalde ritmische kreten, spoedig gevolgd door zang en fluitspel. En voor de goede orde: ik heb het nu over het schemergebied vlak voor en tijdens de dageraad van de mensheid, dus de cro-magnons, de neanderthalers en de eerste homo sapiens.
Deze expressiemiddelen kwamen niet uit de lucht vallen maar ontstonden uit de nood die het eerste verschijnen van wat we nu al menselijk (zelf)bewustzijn kennen met zich mee bracht. De kern van ons bewustzijn is namelijk dat we onszelf zagen/kunnen zien als zelfstandige objecten in een buitenwereld. Alle andere zoogdieren, dus ook onze directe voorlopers, zien/zagen zichzelf namelijk niet als zelfstandig want ze maken het onderscheid tussen zichzelf en de omgeving niet.
Welnu, zodra dat besef van onderscheid optrad, voelde de vroege mens zich als eerste wezen op aarde alléén. Dat bracht een verschrikkelijke angst met zich mee, de existentiële bestaansangst; ofwel: het idee iets kleins en onmachtigs te zijn, overgeleverd aan (de genade van) grotere machten in de natuur en in het leven. Vandaar die nood tot expressie. Die geldt namelijk zowel als een uiting van die angst als een middel om die angst hanteerbaar te maken.
In die zin zijn ritmiek en klank onze allereerste 'toverformules'. En de reden waarom die 'toverformules' werken is omdat ze het gevoel van verbondenheid met het leven, het door 'bewustzijn' uit het zicht verdwenen gevoel van onderdeel van iets groters te zijn bij de mens oproepen. En het werkt voorál omdat geen zoogdier zo van het leven kan genieten als de mens, omdat geen zoogdier zo bang voor en van het leven kan zijn als de mens, het enige zoogdier dat zowel individu als onderdeel is.
- Dat is het gevoel waaruit poëzie ontstaat, dat is ook het gevoel dat poëzie oproept.
En dát was wat ik bedoel met uitspraken als 'poëzie (het er aan ten grondslag liggende en tevens erdoor opgeroepen gevoel) is (in eerste instantie) bestemd voor belangrijkere zaken dan schoonschrijverij', dus ik hoop dat dat je nu duidelijk is.
En, teruggrijpend op twee alinea's geleden; daarmee zijn, in ieder geval in mijn optiek, menselijke emoties als pijn, vreugde, verdriet en (esthetisch) genoegen dus níét de basis-emoties van de mens maar de eerste stap vanáf de basis. De tweede stap, dus. En als zodanig minder oorspronkelijk en minder 'belangrijk' dan de 'eerste stap', namelijk de existentiële angst én het creatieve vermogen die angst gelijktijdig te verwoorden én te overkomen.
En verder: de 'universele thema's ' die jij in je brief noemde zijn een gevolg, niet een oorzaak. Vaker zelfs zijn ze de derde stap, eerder nog dan de tweede. Dáárom zit er zoveel ritme in m'n poëzie en verhoudingsgewijs zo weinig beeldspraak. Niet omdat het 'voorlees- poëzie' zou zijn maar omdat 'beeldende poëzie' een afgeleide is, een soort van mooimeegenomen-bijeffect; een soort van luxeverschijnsel: belangrijk an sich maar niet het állerbelangrijkste.
Ziedaar het 'andere' in mijn poëzie: ik poog bij de bron te komen/blijven, zodat wat ik net benoemde als tweede en derde stap aan dat streven immer ondergeschikt is.
En als ik twijfel aan je beoordelingsvermogen bedoel ik dat ik betwijfel of je beseft dat die 'tweede stap' precies dát is, niet meer dan een afgeleide - hoe belangrijk en waardevol het verder dan ook mag zijn.
Overigens kan het nóg duidelijker: Poëzie komt voort uit en gaat over het zijn, voornamelijk maar niet uitsluitend het zijn van de mens. Dus een gedicht over de romantische liefde (want ik neem aan dat je dát soort liefde en het streven ernaar bedoelt) zoals bijvoorbeeld de Hoofse lyriek of het ruggegraatloze gezwijmel van Rogi Wieg of zelfs een indringend gedicht over lijden en dood, zoals bijvoorbeeld 'Auschwitz) van Gerrit Achterberg háált het niet bij een gedicht dat je perspectief geeft op (een aspect van) het zijn, zoals bijvoorbeeld 'Tijd' van Vasalis, als het er om gaat het leven en zijn van de mens te (leren) verstaan. En het is dat 'verstaan' dat vooraf gaat aan al het andere, ongeacht het feit dat je je vaak eerst door het andere, de tweede en derde stap, heen moet graven - zowel als dichter, lezer en als mens - voor je de kern van de zaak bereikt.
Verder maak je een denkfout. Voordrachtspoëzie is niet een 'aanvaardbaar verschijnsel in de letteren van vandaag', het is de voorloper van alle letteren.
Hoezo? Wel, eerst was er slechts voordracht. Pas daarná bedachten we het schrift. En een van de eerste zaken die we op schrift stelden waren de woorden die we nodig hadden om als mens te kunnen bestaan en om als mensen samen te kunnen leven. Dat wil zeggen dat alle woorden gebruikt bij overgangs-rites (geboorte, huwelijk, dood, zaaien, oogsten, beginnen en beëindigen van oorlogen e.d.) en alle wetten en richtlijnen in de vroegste samenlevingen van de mens als landbouwer (zoals je weet het stadium tussen de mens als jager en verzamelaar en de mens al 'industrieel wezen' in) in poëzie gevat waren.
In poëzie gevat in de zin dat het gestandaardiseerde teksten waren die uit het hoofd geleerd moesten worden daar ze van generatie op generatie werden doorgegeven met als gevolg dat deze teksten een makkelijk onthoudbare structuur kregen. Ziedaar de origine van zaken als rijm, metrum, hexameters en dergelijke.
En uiteraard was het nog steeds ook poëzie in de 'oer'vorm, namelijk een middel tot trancendentie zoals benoemd in de voorgaande alinea's. Dus zo'n typisch miskend-genie-zeikt-van-zich-af-uitspraak als "Ik ben de enige die het begrijpt dus niemand begrijpt mij' wil niets anders zeggen dan dat nu, duizenden jaren later, de oorsprong en essentie van (het gebruik van) poëzie, en daarmee álle literatuur, nogal ondergesneeuwd en uit het zicht geraakt is door alle andere leuke dingen die je ermee kunt doen.
Maar vóór esthetisch genoegen, ja, ook vóór middel tot komen tot waarheid (de kern van m'n betoog in het bijgevoegde prozahoofdstuk) is poëzie, gevoel én medium, een tover- middel. Het is het middel waarmee de mens angst om kan zetten in geruststelling en behagen. Het is het middel waarmee hij zichzelf kan verbeteren. Het is het middel waarmee we pijn kunnen overkomen door troost, waarmee we woede kunnen overkomen door vrede en helderheid, waarmee we haat kunnen overkomen door liefde. Het is het middel waarmee een menselijk wezen zichzelf kan 'omtoveren' tot een waarachtig mens.
In overdrachtelijke zin: het is het middel dat God ons gaf om mens te worden toen we het bewustzijn kregen méér dan louter dieren te zijn.
En verder, Harry, maakt het geen flikker uit of ik mijn poëzie, gestoeld op en doordrenkt van dit streven als ze is, nu aanbied aan jou of een willekeurige andere persoon aan wiens 'beoordelingsvermogen ik twijfel' in de eerder omschreven betekenis. Ik blijf namelijk hopen dat ik niet de enige ben die een goed ding beter wil maken door het pogen terug te voeren tot de essentie en oorsprong, ónder alle 'sneeuw'. (Trouwens, wat vind jij in dat licht van het werk van Nachoem Wijnberg?)
En als laatste moet ik je nog dit zeggen: Ik wil niet beweren dat al mijn gedichten (even) goed zijn. Ik beweer ook niet dat alles wat ik ingestuurd heb níét tweede of derde stap is, daar ik zeker bij de laatste zending ook wat 'rotzooi' erbij gepakt heb omdat ik bij God niet weet wat je dan wél ziet zitten als je gedichten als 'Het oog van de storm'. 'De waarde in het leven van de mens' of 'De mens in leven' afwijst. Ik beweer slechts dat ieder gedicht waarbij genoemde poging gelúkt is per definitie beter en waardevoller want dichterbij de essentie van zowel poëzie als menselijkheid is dan willekeurig welk ander gedicht geschreven vanuit de genoemde tweede of derde stap. Waarbij het niet uitmaakt of zo'n latere-stap-gedicht van jouw hand is of de mijne.

Met vriendelijke groet,

Rick Rococco


THEORIE EN POEZIE

Intro

Alles leeft en sterft en alle leven in één en heeft een moeder in creatie.
Alles is creatie en in creatie, creatie is.
Voorbij creatie ligt wil.
Wil is niets, niets is alles en eindeloos.
Alles is nu.
Ziedaar bij mijn weten de beste voorstelling van leven, werkelijkheid en God die tot op heden in de menselijke geschiedenis voorhanden is.
Ik zeg dat omdat ik ben gaan zoeken met de zuiverste motieven die ik op kon brengen tot ik eindelijk vond wat er voor de mens te vinden is.
Jij kan het ook weten, maar omdat je nog niet uitgezocht bent vertel ik het je vast effe. Scheelt je de moeite.
Het enige nadeel daaraan is dat het zo niet werkt. Want al zijn m'n bedoelingen nog zo oprecht, en al geloof je me onmiddellijk op m'n woord, dan nog kun je niets anders doen dan de woorden voor kennisgeving aannemen en daar heb je helaas geen enkel voordeel van. Er is namelijk kennis en kennis. Er is weten hoe je iets moet doen en er is weten waarom je het juist zó moet doen. Je kan een auto besturen of er eentje ontwerpen. In het eerste geval heb je louter kennis van handelingen, maar geen benul van waar je eigenlijk mee bezig bent. In het tweede geval heb je kennis van de onderliggende redenen, dat noemen we inzicht of begrip. Dat is een gevoel; het moment van begrijpen in de menselijke geest voelt aan als 'geestelijk verblijven in het juiste gezichtsveld'. En dát is wat je nodig hebt: niet louter kennis maar kennis gecombineerd met (de vlaag van) inzicht. Wat je nodig hebt is kennis, tot leven geroepen door begrip. - Helaas.
Anders dan kennis is begrip een strikt persoonlijke aangelegenheid. Het individu moet het zelf ervaren. Het is niet overdraagbaar. Iedereen moet er zelf in de geest naar toe reizen.

HANDVAT OP DE WERKELIJKHEID

Dit boek is bedoeld als een handvat voor de lesstof, tijdens het gaan van de weg.
Les Een begint hier en gaat over een van de instrumenten die de mensheid ten dienste staan bij het proberen doorgronden van de werkelijkheid en het hanteren van het begrip ervan.
Dit instrument is de laatste tijd bij ons mensen nogal populair geweest: de door middel van taal, rationele logica, waarneming en empirisch onderzoek opgestelde wetenschappelijke theorie.
Als instrument is het niet erg efficiënt. Dat komt omdat theorieën opgesteld worden op basis van wat al bekend is. Of liever, van wat als 'bekend' wordt verondersteld naar aanleiding van vorige theorieën. Zo van: je hebt een theorie in de vorm van een vierkant die de 'bekende werkelijkheid' van het moment weerspiegelt. Daarna wordt er meer bekend dus komt er een nieuwe theorie die ook dat 'meer' in z'n vierkant betrekt. Dat vierkant is groter en ligt over de vorige heen.
Bij een veelheid van theorieën krijg je een reeks van over elkaar gelegde vierkanten die allemaal hetzelfde behelzen als het vorige plus iets extra's. - Daar heb je geen reet aan want je weet nooit zeker of je naar het láátste vierkant van de reeks kijkt. En bovendien is ieder onderdeel van de werkelijkheid gevangen in een ándere tak van wetenschap, een ándere theorie. Resultaat: de wetenschappelijke visie op de werkelijkheid is één grote lappendeken van voorlopige lappen. - Dat komt neer op een vod, dat je als laken niet kunt gebruiken.
Maar we gebruiken het wel als zodanig. Dat komt onder andere omdat de (visie op de) werkelijkheid niet alleen in een reeks theorieën wordt verwoord maar tevens letterlijk geschapen.
Een theorie dient niet alleen ter verklaring van de werkelijkheid maar ook en vooral als middel om het begrip van de werkelijkheid voor de opsteller van de theorie hanteerbaar te maken, te benoemen. Trouwens, daarmee zijn we er nog niet met die theorieën.
Toen Einstein zijn relativiteits-theorieën in een schriftje had geschreven was het werk nog niet afgelopen. Wij moesten het eerst nog lezen. En daarbij komen we een probleempje tegen. Het 'hanteerbaar gemaakte begrip' geldt als een nogal vage fotokopie van het oorspronkelijke begrip. Ik bedoel níét het (moment van) begrip van Einstein of willekeurig welke theoreticus maar de oorspronkelijke onderliggende werkelijkheid zelf. Of erger nog: een theorie is een vage kopie van de oppervlakte van de werkelijkheid.
De 'place where it's at' ligt dieper eronder. De theorie, de taal en het schrift waarin ze is opgesteld is oppervlakkig, ondiep, tweedimensionaal. Het binnengaan van de derde dimensie, de diepte in moet de lezer - wij dus - zelf doen. En om het dichterlijk en meer compleet te zeggen: Om te krijgen wat in de diepte ligt moet je zelf de diepte scheppen, binnen het voorwaardenscheppende frame dat je krijgt aangereikt.
Dat is zo met alles wat je ziet, dat is zo met alles wat je leest, dat is zeker zo met wetenschappelijk theorieën die je leest.
Het probleempje bestaat er dus uit dat we moeite moeten doen om te 'zien ónder wat er staat'. Zodra we het probleem op gaan lossen en de moeite gaan doen mogen we ons gelukkig prijzen, want het blijkt dat we daardoor raad weten met een ander, veel groter probleem dat we in ons leven tegenkomen.
Dat zit zo: Een theorie is, gelijk een gedicht, een lied, een aanplakbiljet, in eerste instantie een medium, een manier om iets uit te drukken. Een frame. En 'ergens uitdrukking aan geven' betekent 'een beeld scheppen van iets anders' namelijk datzelfde beeld.
Uitdrukking geven aan een ding betekent een ander ding scheppen. Je kan er niet aan ontsnappen, het is niet anders. De werkelijkheid valt niet vast te leggen, op geen enkele manier, daar is ze veel te complex en te dynamisch, veel te lévend voor. Iedere keer als je een frame construeert of reconstrueert stroomt er meer van het werkelijkheidsgehalte uit. Zoiets.

DE VAL VAN HET VODDIGE LAKEN

Eigenlijk is er weer sprake van een vod dat we als laken gebruiken: De mens blijkt geestelijk alleen in balans te blijven door de frames die hij voor zichzelf creëert.
Ofwel: zijn manier om de dynamische werkelijkheid vast te leggen en om te vormen tot een (handzaam idee van een) wereld waarin het voor hem veilig toeven is.
We scheppen ons een illusie waarin we leven kunnen. Nauwkeuriger gezegd: de mens creëert (voor het grootste deel) zélf de referentiekaders waaraan hij alles wat hij ervaart refereert. De interpretatie van de observatie, dàt vormt zijn werkelijkheid.
En de mens is geneigd te vergeten dat datgene waarmee hij de werkelijkheid interpreteert iets anders is dan de werkelijkheid zelf. Daardoor worden de referentiekaders en de daarmee geschapen kopie-werkelijkheid gepromoveerd tot dé werkelijkheid. Het middel tot zicht wordt het zicht zelf, aan de hand waarvan plannen gemaakt, verwachtingen opgesteld, keuzes gemaakt en de andere mensen bejegend worden.
En die kopie-werkelijkheid kent een gevaarlijke val. Dàt is het 'grotere probleem' dat ik zojuist al noemde. Die kopie-werkelijkheid is een incompleet plaatje dus het gebeurt dat zich nieuwe informatie voordoet, het gebeurt dat er aan de lopende band dingen blijken te bestaan die niet in het plaatje passen en het gebeurt gegarandeerd dat het leven zoals geleefd en beleefd volgens je incomplete kopie-werkelijkheid spaak gaat lopen.
De val bestaat eruit dat je te stom en te zwak bent om je inefficiënte werkelijkheidsbesef bij te stellen. Je kunt niet geestelijk groeien, niet groter worden dan je al bent om efficiënter met de veranderde situatie om te gaan. Maar gelukkig heb je net geleerd 'in de diepte te lezen', je kent inmiddels de truuk van 'zien ónder wat er staat', dus je bent nu in staat dit grotere probleem op te lossen. Je kunt nu aan de val ontsnappen. - Het eerste wat je te doen staat is de val doorzien.
Daarna moet je de val zien voor wat-ie waard is; een oplosbaar probleem. Niet meer. Niet minder. Je moet weten (lees: jezelf toestaan te weten) dat je in 'n vals sprookje leeft én dat dat niet uitmaakt zodra je er wat aan gaat doen. Het is nodig te begrijpen dat gevoelens van spijt, schaamte, verdriet en de rest dan wel automatisch optreden zodra je jezelf en de staat van je leven en zijn oprecht scherp gaat bekijken maar dat die gevoelens er niet toe doen. Niet indien je beseft dat je ze van je af kunt schudden en je goede humeur kunt bewaren door even goed te onthouden dat je het nú beter aan het doen bent en dat dàt het enige is wat telt; - tenslotte is het nu de enige werkelijkheid waar je nu mee te maken hebt en bovendien bestaat kwaliteit bij de gratie van moeite.
Terug naar de draad: de wetenschappelijke theorie als instrument tot het doorgronden van de werkelijkheid. Of liever gezegd: dit instrument gebruiken om de geestelijke truuk van het 'het zien ónder wat er staat' toe te passen zodat je inzicht in het wezen van dingen kunt krijgen. Dát is wat ik bedoel met het doorgronden van de werkelijkheid en het gaan van de weg. Ik noem het 'het pad van schoonheid en waarheid', omdat dát is waar het om gaat. Inzichten verkrijgen, geestelijk kunnen groeien, een volwaardiger mens worden en al dat soort processen zien er hetzelfde uit: een tweezijdige weg, twee deelprocessen die naast elkaar en in elkaar bestaan en elkaar continu beïnvloeden.
Er valt waarheid te verwerven - dat zijn de inzichten, en er valt schoonheid te verkrijgen - en ik bedoel schoonheid in jóú, in je geest en je daden, zodat de waarheid een waardige plaats heeft om heen te gaan. Zoiets. Het een werkt pas als de ander eveneens in het spel is en vice versa. Zodra je aan het een begint blijk je tevens op het andere gebied in de race te zijn.

Mocht je je nu vertwijfeld afvragen wat dit met wetenschappelijke theorieën te maken heeft en waarom je je in Godsnaam geestelijk zo uit zou sloven, dan ben ik snel klaar met antwoorden.
Antwoord een: alles.
En twee: Omdat dat de enige manier is om gelukkig te worden, schlemiel. - Money won't change you, dig?

DE TWEEZIJDIGE WEG

Je gaat proberen de werkelijkheid te doorgronden.
Dat is leuk en het siert je, maar hoe ga je het precies doen? Ga je vanaf nu in je huiskamer zitten nadenken tot je het allemaal weet? Of misschien ga je alles lezen wat ook maar iets met het doorgronden van de werkelijkheid te maken heeft? Of jaag je misschien intense ervaringen na om het van het leven zelf te leren? Of anders zou je jezelf door vasten en meditatie naar een steeds hoger niveau van harmonie en heiligheid kunnen brengen tot je het nirwana bereikt, is dat niks? - De truuk is dat je dat dus allemáál moet gaan doen. In verschillende doseringen en verschillende vormgeving van de processen.
Hoe je dat doet is voor iedereen anders. Geen twee mensen gaan dezelfde weg, wat dat aangaat. (Ikzelf deed het door Rococco de dichter te worden, misschien zegt dat je iets.)
Om het wat makkelijker te maken: noem dit alles maar 'de tweezijdige weg van wetenschap en mystiek'. Ik heb er al eerder over geschreven en het is een handig concept om de zaken voor jezelf mee te regelen als je de weg gaat.
En mocht je het nog niet begrepen hebben: dit soort werk eist tijd en aandacht, in een glijdende schaal tot het het belangrijkste in je leven wordt. - Alleen al om die reden kan je er maar beter vroeg in je leven mee beginnen, maar dat terzijde.
Les Een: De wetenschappelijke kant van het pad van wetenschap en mystiek.
Dat begint met wegstrepen. Je hoeft uiteraard niet álles te lezen, wat dacht jij nou? We leven in de 20ste eeuw, laten we er gebruik van maken. Dat doe je door de huidige natuurwetenschappelijke theorieën over de werkelijkheid te bezien op drie verschillende geestelijke manieren.
En voor alle duidelijkheid: met dat 'bezien' bedoel ik de informatie in je op nemen, de tekst lezen en tegelijkertijd proberen je voor te stellen wat er ónder de tekst schuil gaat, proberen je voor te stellen wat er duidelijk gemaakt wil worden en dat beeld afzetten tegen je eigen gedachten en de vérdergaande gedachten en vragen die in je op komen indien je in een dergelijke geestesgesteldheid informatie verwerkt. D'r is niks aan, gewoon verder denken; hoe, wat, waar, waar vandaan, waarom, hoezo, dát soort dingen. (Elders noem ik de zes theorieën die voor mij persoonlijk gelden als de belangrijkste in de huidige natuurwetenschappen.
Of dat alle zes keer ook voor jou zo geldt weet ik niet. Er zijn een miljoen wegen naar Rome). De drie geestelijke manieren noem ik je vermogen tot creativiteit, tot rationaliteit en tot spiritualiteit. Hun voornaamste verschijningsvorm in onze wereld: muziek, dans en kunst; filosofie, wetenschap en technologie; magie, muziek en religie. Alledrie hebben hun eigen waarde en bruikbaarheid. Alledrie werken ze op hun efficiëntst als ze allemaal tegelijk in het spel zijn, geen van alle werken efficiënt in hun eentje. - Eigenlijk is het zelfs schadelijk als gif indien er slechts een of twee gebruikt worden. Kijk maar om je heen in de wereld: macht en sex. Liefde? Ha! Zoiets.
Wat je waarschijnlijk nog niet gezien hebt is dat dat 'Heilige Drieëenheid' idee komt omdat het geen drie afzonderlijke dingen zin maar bestanddelen c.q. verschijningsvormen van iets groters en anders dat aan alledrie ten grondslag ligt. En dat laatste is een nogal onbenoembaar iets, tot mijn grote spijt, ha. De minst inadequate beschrijving ervan zou zoiets zijn als 'de kwaliteit die een mens tot een mens maakt'! Nauwkeuriger valt dat helaas niet te beschrijven. De term '(je) ziel' zou niet onaardig zijn ware het niet dat die alleen inhoud heeft voor wie al weet wat er mee bedoeld wordt.
In alle andere gevallen dénk je alleen maar dat het begrip inhoud voor je heeft en daar heb je geen reet aan. In dit spel geldt: bijna erin is het verst ernaast.

BINNEN IN DE WEG

Les Twee: In de praktijk van het vanuit die drie geestelijke perspectieven (leren) zien vormen creativiteit, rationaliteit en spiritualiteit een weg die je af moet gaan. Daarbij zijn creativiteit en rationaliteit, kunst en filosofie de beide zijden van de weg waarlangs je je voeten zet, zodat het resultaat bestaat uit het produkt van de kruisbestuiving tussen die twee.
Ofwel: de wisselwerking tussen informatie en interpretatie daarvan c.q. de creatie van een bouwwerk van informatie-interpretaties, die vervolgens 'geijkt' worden door 'momenten van verblijven in het inzicht'. In die momenten 'voel je dat jouw idee klopt met het idee van God', om maar weer-es 'n ontoereikende metafoor te gebruiken, of anders het 'Eureka-gevoel', die is ook niet slecht. - Wellicht kom ik verderop nog wel 'ns over dat gevoel te spreken.
Goed. Je gaat een geestelijk bouwwerk creëren en je begrijpt hopelijk al dat nog geen schuurtje te bouwen valt als je geen inspiratie hebt. Daarom is in deze vergelijking spiritualiteit de middenberm van de weg. Spiritualiteit is wat de zijden bij elkaar houdt, de hele weg lang, en is eigenlijk het onzichtbare spoor waarlangs de zijden worden gelegd. Er zouden sowieso geen zijden zijn zonder dat zijn. Spiritualiteit is de moeder van creativi- en rationaliteit; uit het bestaan van het eerste vloeien de andere twee voort. En wat het belangrijkste is: je wordt je van het bestaan van de middenberm pas écht bewust als je al 'n tijdje je voeten langs de zijden van de weg loopt neer te zetten.
Hoe bedoel je 'pas echt bewust als..'? - Wel, daar zou ik heel wat over kunnen zeggen maar liever gooi ik 'n vraagje tussendoor: Toen ik tot hier met dit stuk gevorderd was en las wat ik geschreven had viel me iets op. Ik dacht zo van: 'Als spiritualiteit zowel midden als oorsprong van de weg is - Stap een- en als het gaan van de weg (bewustwording en gebruik van je vermogen tot) spiritualiteit oplevert - stap twee - dan is - stap drie - die weg eigenlijk een proces van omzetten van 'de' spiritualiteit in individueel beleefde spi, behalve dan dat er niets omgezet wordt omdat ik - stap vier - al gemerkt heb dat 'de' spiritualiteit niet vermindert bij omzetting maar gewoon even groot blijft.!
M'n hoofd schuddend stapte ik op een scherpere, nog meer de essentie rakende laag van m'n geest. Stap vijf onderging een filtering - of is het vulling? - en werd de stap een van een nieuwe gedachtentrein, sneller en van essentiëlere orde.
Als je dat in taal kon vangen zou het er zó uit zien: 'Gewóón even groot blijft? (dat was de vraag.) In welk universum leef jij, Rococco? Denk effe na: Voor het individu treedt de kracht spiritualiteit in z'n situatie op als uit het iets, en de kracht die wordt omgezet vermindert niet, alsof je iets uit niets schept. In dit deel van tijd en ruimte is dat volslagen onmogelijk.
Dus hoe zit dat? - Het antwoord is dat je moet denken als die individuele mens. Voor hem ziet het er zo uit: Er is spiritualiteit en dat vermindert niet als jij het in jou oproept/doet verschijnen, dus van waar jij staat is het oneindig. Verder bestaat het voor jou niet tót je het gebruikt. Dat dan blijkt dat het altijd al overal in je leven was maar je de smaak nooit herkende temidden van de duizenden andere signalen, doet daar niets aan af. Voor jou bevindt het zich in het niets; totdat je het 'hier' haalt. - Okay, dus je hebt het "oneindige niets" in jouw "eindige iets", en waarom zou niets zo graag hier willen zijn? Omdat het een twee kanten uit werkend verrijkingsproces is: degene die de weg gaat en spiritualiteit in zichzelf doet ontstaan wordt er persoonlijk beter van en louter het feit dat het gebeurt is sowieso al beter voor alles. Ofwel: leven is, wat leven genoemd wordt is een zelfverwezenlijkend etcetera.
Lees toch-es je eigen gedichten, man!' Dit deel heet 'binnen in de weg'. Met de voorlaatste alinea probeer ik je 'n idee te geven van hoe dat 'een tekst bezien', hoe dat specifieke denken waar ik het net over had in z'n werk gaat. En hoewel ik blij ben dat het zo aardig gelukt is maak ik mezelf geen illusies: de vorige alinea krijgt pas werkelijk betekenis en inhoud voor jou als je het niet meer nodig hebt om het van mij te horen. Ook dat 'pas echt bewust worden van spiritualiteit' moet je toch echt zelf bewust worden.
Genoeg hierover. Denk zelf maar na. Leef.

SCHOONHEID EN WAARHEID

Terug naar de draad: zoals de wetenschappelijke theorieën vanaf Newton tot nu een reeks elkaar overtreffende vierkanten vormen, waarbij ieder volgend vierkant 'groter' en 'zwaarder waar' is dan de vorige, zo is het eigenlijk ook met de stadia van de weg. Het is dezelfde structuur, alleen het aangezicht verschilt. - In plaats van vierkanten ziet er het nog het meest uit als een reeks vanaf het midden uitdijende cirkels.
En zoals Newtons zwaartekrachtwet zeer geschikt is om gebeurtenissen binnen ons zonnestelsel mee te verklaren en te voorspellen maar volkomen ontoereikend is om grotere structuren in het heelal mee te beschrijven, zo zit het ook met iedere stap van de weg. Maakt niet uit waar je precies bent in je geest, het is steeds hetzelfde: je weet.
En wat je weet is waar, maar dat is alleen omdat het 'waar genoeg' is om mee te kunnen functioneren in de (geestelijk) ruimte die je bestrijkt. Het is plaatselijk waar, in een plaatselijk (laag van) werkelijkheid. Zoiets.
Komen er meer factoren in het spel dan moet je waarheid breder worden. Verdiept je inzicht in de werkelijkheid zich dan heb je ook een diepere (en grotere) waarheid nodig.
Ik zei net al dat het bij het pad van de schoonheid en waarheid gaat om schoonheid in jou. Daar ga ik zo op verder, maar eerst dit: stel je inzicht heeft zich zojuist verdiept. Wat zeg je nu over de fase die je zojuist verlaten hebt? Zeg je: "ach, dat is hol gelul en bovendien wist ik toen nog niet wat ik nu weet"? Nee, hè. Die fout maak je niet, want dat is geen gezicht. Uncool. De redenen om niet zo'n stomme lul te wezen zijn legio en de voornaamste is dat iedere laag van inzicht in leven en werkelijkheid haar eigen waarde en geldigheid heeft. Een plaatselijke werkelijkheid is héél erg werkelijk als het de enige is die je kent. En voor iemand die leeft in een afgeleide werkelijkheid is het sowieso al een flinke stap voorwaarts om in een (oprecht beleefde) plaatselijk werkelijkheid te leren zien.
Het verwerven van schoonheid en het verkrijgen van inzicht zijn beide tegelijk aan de hand. En het is niet alléén spiritualiteit die gaandeweg verschijnt. Of liever: spiritualiteit heeft verschillende gezichten. - Laat ik het zo zeggen: als je de theorie achter het leven beter leert kennen, ga je je ook in de praktijk beter gedragen. Dat moet wel want je zoekt oprecht en daarbij hoort dat je het 'nu' beter gaat doen, iedere keer als de gelegenheid zich voordoet. Opeens ga je ethische en morele vragen stellen bij al je denken en handelen. Opeens krijgt moraal en ethiek betekenis en inhoud voor je en weet je diep in je binnenste de antwoorden al. Vandaar nu die vragen. - Als je jezelf opeens af hoort vragen 'is dat juist?' dan is de kans bijzonder groot dat die vraag in je opkomt omdat het antwoord 'nee' is. Herken dat en handel ernaar.
Het komt er op neer dat er steeds hogere eisen gesteld worden aan de maat van je ziel, de ruimte in je hart, de kwaliteit van je menszijn. Dat is een noodzakelijk proces. Er is geen ontsnappen aan. Als je probeert het te ontduiken loop je stuk. Moet je niet doen. Heb je niks aan. Het pad van schoonheid en waarheid houdt zich niet bezig met onnodig lelijk zijn, als je begrijpt wat ik bedoel. Het pad komt neer op werken met twee gegevens, twee waarden slechts ter ijking van je denken en handelen, namelijk: kwaliteit en respect.
Je zoekt de kwaliteit in alle onderdelen van alles, te beginnen in alle onderdelen van jezelf en van daaruit verder naar de rest, en de (mate van) kwaliteit die je vervolgens tegenkomt respecteer je en probeer je te vermeerderen. In other words: Dig yourself. And live up to it. Dig life. And live up to it.

DE PRAKTISCHE WENKEN

Dat respecteren houdt in dat je de rest van je denken en daden in overeenstemming probeert te brengen met de hoogste mate van kwaliteit die je in jezelfgevonden hebt.
Zo van: je beste daden definiëren je; zo'n goed mens kán je zijn als het er op aankomt en je vergeet het wel es maar in deze wereld komt het er altijd op aan.
Voor de goede orde: hoewel in de praktijk beiden tegelijk gebeuren begin je met het beheersen van je denken, je geest of liever: je geestelijke opstelling. Ik zou bijna zeggen vóór je Einstein leert, leer je how to be cool. Zoiets. In feite leer je jezelf, je arsenaal aan talenten, gaven, geestelijke waarden en karaktereigenschappen, zo goed mogelijk te gebruiken en te bespelen. Vanzelfsprekend.
Je hebt ook alles van jezelf nodig als je leven wilt. Waarom denk je anders dat je dit alles hebt?
En daarmee zijn we meteen aangeland bij het vermeerderen van de kwaliteit in jou.
Dat gebeurt door een opeenstapeling van 'hoge kwaliteitsdaden' en 'intenties', en vooral veel willen dat het gebeurt. En ook hier geldt dat willen en doen weer tegelijk aan de hand zijn, maar dat het met de wil begint.
De bereidheid te willen verbeteren is de eerste vereiste bij alles wat je doet in dit leven. Had je zelf kunnen bedenken, ha.
Net zo voor de hand liggend is het volgende: Lage kwaliteitssituaties zijn er om vermeden te worden. En voor de opgroeiende tieners onder ons: soms moet je een rotte appel eerst proeven om 'm terug te kunnen leggen; tenslotte ben je aan het leren.
De gouden truuk daarbij is dat je ook inderdaad na de eerste hap die appel néérlegt.
In andere woorden: de lage kwaliteitssituatie beëindigt. En niet meer doen wat je net wel deed is daarvoor meestal al genoeg.
Overigens, de reden voor het respecteren van de hoogste mate van kwaliteit (in jou) zit 'm in de aard van het pad. Om werkelijk inzicht te verkrijgen is het noodzakelijk dat je jezelf leert bezien, dat je jezelf leert relativeren (aan iets) en vooral dat je voorbij je referentiekaders leert zien. Het idee is: groter dan jezelf worden, jezelf overtreffen, door méér dan alleen jezelf te worden. Je hebt meer dan jezelf nodig want de werkelijkheid is meer dan jij. Ik zou bijna zeggen: de werkelijkheid bestaat altijd uit minstens twéé personen. Dus je verdiept jezelf. Al was het alleen al daarom.
Maar vergis je niet; je kunt groter dan jezelf worden maar je kunt niet aan je kleinste zelf ontsnappen. Je blijft menselijk.

DE WETENSCHAP VAN DE DICHTER

Eindelijk ter zake.
Je bent de tweezijdige weg aan het gaan en je hebt je een voorstelling over de aard van alles gevormd naar aanleiding van onder andere de huidige stand van natuurwetenschappen. Leuk.
Daarbij heb je hopelijk begrepen dat ieder feitelijk stuk informatie dat je opdeed twee dingen was, namelijk informatie én een manier om te zien/ het geziene vorm te geven.
Wat je zocht te weten was niet 'wat er stond' maar 'datgene ónder dat wat beschreven werd'.
We mogen nu hopen dat jouw voorstelling van hoe het is aardig in de buurt komt van de daadwerkelijke stand van zaken. En ik persoonlijk hoop dat 'Rockin' with the soulpower' je enigszins van nut is geweest. Ik vermoed eerlijk gezegd van wel want die poëzie is ontzettend goed. Schoonheid en waarheid, right on! En de gein is: die poëzie is niet goed omdat ik goed ben. Welnee, als je het alleen van Rick moest hebben zou je weinig kunnen leren van die poëzie. Als het alleen van het talent van de dichter afhankelijk was zou iedere poëzie waardeloos zijn. Het is niet louter de dichter; er is iets mét hem.
Er is een geheime wetenschap aan kung fu. Aan beeldhouwen. Aan zingen. Aan poëzie.
Er is een geheime wetenschap aan iedere kunst of ambacht verbonden, alleen, het is niet geheim. Het geheim van de smid, het innerlijke licht van kung fu, de muze van de dichter zijn allen verschillende vormen van hetzelfde.
Ik noem het 'de wetenschap van het ambacht'; iets dat aan het ambacht verbonden is, dat er tegelijk de essentie en de oerkracht van vormt en waar je pas weet van krijgt als je een 'meester in het ambacht' geworden bent. Tegen de tijd dat je daar bent merk je dat het iets is waar je eigenlijk alleen met andere meesters over kunt spreken. En aangezien iedere meester toch hetzelfde weet en niemand er verder nog iets van betekenis aan kan toevoegen, blijft het ongezegd. In die zin is het geheim.
Ik ben zanger/songwriter en een dichter dus ik kan je de 'meesterwetenschap' uit twee ambachten/kunsten geven en aangezien ze toch op hetzelfde neerkomen neem ik de wetenschap van de dichter: je gedichten, je zinnen en je woorden in hun onderlinge samenhang krijgen een meerwaarde zodra je ze neergeschreven hebt. Een extra zeggingskracht, een grotere en diepere geldigheid die jij er niet ingestopt hebt maar die door de kracht van het medium, door de poëzie zelf veroorzaakt is. Dát verschijnsel is de waarde, de kracht van poëzie.
En daarom is poëzie een bij uitstek geschikt middel om waarheid te vinden en de werkelijkheid te doorgronden. Bij mijn weten is het de op één-na- beste-manier die de mensheid ter beschikking staat. De beste is zang/dans. Maar dat medium is te snel en te vluchtig; 'het' verdwijnt als je ophoudt en bovendien 'weet je alleen maar als je weet', dus tijdens het zingen kan je het zingen niet bespreken met een ander en na het zingen weet je niks meer. Zoiets. Dat maakt poëzie in praktische zin dus het beste 'mystieke' medium dat we hebben.

ROCK 'N' ROLL SENDS YOU

De tweezijdige weg van wetenschap en mystiek is als een dubbelloops geweer. Of een tweemotorige racewagen. Dubbele kracht, dubbele snelheid. Zoiets.
Het enige geschikte vervoermiddel voor reizen in de geest. En de hele 'mystieke' kant van kunst en ambacht komt hier op neer; kunst kent lessen. Van kunstwerken kun je leren. Levenslessen, bedoel ik. Daarom is de mensheid er indertijd ook mee begonnen. (Ik zei toch al dat zingen te vluchtig is.)
Kunst kan het geestelijke leven van de individuele mens verrijken. Mits die mens leert die 'verrijkingsfactor' te verstaan, maar dat spreekt voor zich, hoop ik.
Die 'verrijkingsfactor' is de exclusieve bestaansreden van kunst. Dáárom doen we het. Het doel van kunst is (d.m.v. die factor) de mens de kunst van het leven te leren. Als je dacht dat kunst als doel de perfecte weergave van het leven had, of iets dergelijks, dan weet je nu dat het nieuws veel beter is dan dat.
En nu we het toch over misvattingen hebben: wetenschappers en filosofen denken dat het voor de mens onkenbare, een geestelijke leemte veroorzaakt, die de mens probeert op te vullen met zijn eigen voorstellingen van het onkenbare. Ze denken ook dat het onkenbare en de voorstelling twee verschillende dingen zijn.
Nou nee dus. Dankzij het verschijnsel van de meerwaarde van de poëzie, de kracht van het medium, kan ik je bij kunstwerken die de kracht, de kwaliteit bevatten, die 'het' hebben, namens alle muzikanten, artiesten en kunste- naars in de wereld dit zeggen: onze voorstellingen van het onkenbare, zoals geconcretiseerd in filosofische, religieuze, muzikale en andersins kunstzinnige uitingen ervan, komen rechtstreeks uit een 'plaats', een (louter) geestelijke werkelijkheid die voor ons niet anders kenbaar is dan juist door middel van onze geconcretiseerde voorstelling van het onkenbare. Dat komt omdat die voorstelling een vervoermiddel is. Een vervoermiddel van en voor de geest.
De mens heeft slechts op een enkele wijze toegang tot het (voor hem) onkenbare; je kan het niet meten of zien, of ruiken, je kan het louter ervaren. En dat soort ervaringen zijn er in twee smaken. Er zijn er die het leven je geeft, zoals bijvoorbeeld wat je gewaar wordt bij de geboorte van je eerste kind, dat soort dingen; en er zijn de ervaringen die wij mensen onszelf geven: onze kunst, ons vervoermiddel naar het onkenbare. All good art has one thing in common; like good rock 'n' roll music, it sends you! And like in rock 'n' roll: if you really wanna get gone then you gotta dig it the most!

HET HOE EN WAAROM VAN POEZIE

Laten we in het kort wat we tot nu toe weten er effe doorheen raggen voor we écht diep gaan.
Wat weten we? We weten dat we de eerste stap gedaan hebben; we zijn in leven. Voor wie een leven leidt is de hele zaak in drie woorden uitgelegd; leven is leren. De rest vloeit daaruit voort. Dit is die rest, zoals we het nu weten; leven is een leerweg en zoals ieder levend wezen in aangezicht verschilt van ieder ander, zo is ook ieders weg in aangezicht verschillend.
Als je de weg gaat weet je twee dingen:
Een: je zoekt (naar) de kwaliteit, de essentie in alles en ontwikkelt al zoekende je zintuig voor kwaliteit.
Twee: je zoektocht begint in onwetendheid dus je mag rustig fouten maken. Fouten worden je (door jezelf/ door het leven) pas aangerekend als je in staat bent beter te weten.
Verder leer je al heel snel nog iets: dat 'geheime wetenschap' - effect.
Maar dan erger. Zoekend naar universele waarheid, naar universele maatstaf, ontdek je dat er inderdaad zoiets als 'universaliteit' bestaat, alleen niet in jou. Jij bent een individu. Je bent individualiteit en daar is geen ontkomen aan. (Eigenlijk is dat er wel, maar jij bent nog niet zover en bovendien is het er niet voor iedereen, en het is sowieso nog maar de vraag of je zover komen wil.)
Goed, wat houdt dat in? Is er nou wel of geen universele maatstaf wat de individuele mens betreft? Het antwoord: tuurlijk wel. Alleen, het is niet aan andere individuen overdraagbaar. Dus in de praktijk van ons leven geldt: er is geen universele maatstaf behalve de individueel ontdekte universele maatstaf. Ik kan het jou niet vertellen; You gotta feel it. Goed, je raadt het al. We zijn aan het voelen toe.
Voel dit: poëzie is het beste geestelijke vervoermiddel naar individueel beleefde universele waarheid, ha, maar je moet wel weten hoe je er optimaaal gebruik van kunt maken. Poëzie is niet iets dat werkt als je het alleen maar leest. Het dient tegelijk gelezen, hardop uitgesproken en gehoord te worden. In feite moet je het jezelf voordragen alsof je het gedicht op het moment zelf laat ontstaan. Niet dat je moet spelen dat je bv. Rick Rococco bent die een gedicht maakt, dat is zo ver verwijderd van poëzie voelen en ervaren als je komen kan. Niet slim.
Wat je probeert te zijn is EEN dichter van EEN gedicht en toevalligerwijs is dat op dit moment jij en het gedicht dat je leest. Op die manier heb je de meeste kans dat de schoonheid en waarheid, het inzicht waarvan het gedicht als een handvat geldt, zich in je geest, hart en ziel openbaart. (Mocht je die laatste zin wat zweverig van toon vinden, dan luidt mijn commentaar: rot op, man. Je hoeft het niet leuk te vinden en het is óók niet mijn idee maar zo is het nou eenmaal. Basta.)
Als het niet lukt, als het gevoel niet in je verschijnen wil, ben je waarschijnlijk niet in de juiste stemming. Oplossing: ontspannen en opnieuw proberen. Lukt het nog niet dan heb je waarschijnlijk nog niet genoeg 'geestelijk gewicht' verkregen om de gein te bevatten. Oplossing: wat je net al deed; je persoonlijke kwaliteiten vermeerderen.
Als het je de volgende maand nog niet lukt heb je waarschijnlijk nog niet het juiste meegemaakt. Oplossing: maak je niet druk, je tijd komt vanzelf.
Blijft het niet lukken dan is het een klotegedicht; of de dichter kon niet dichten toen hij het schreef, of de dichter had effe z'n dag niet.
Trouwens, als het een klotegedicht is, kom je er snel genoeg achter. Je bent niet voor niets je zintuig voor kwaliteit aan het ontwikkelen geweest.
Daarmee is dit proza afgelopen en begint de poëzie, het meest waardevolle in dit deel van het boek.
Tot hier heb ik je kunnen helpen.
Als je van zins bent jouw versie van de tweezijdige weg te gaan, moet je de rest zelf beleven.
Als je gaan wilt, heb ik in dit boek het geestelijke vervoermiddel voor je.

Goeie reis.

-RICK ROCOCCO

Poëzie van Rick Rococco is te vinden in POEZ0028.HTM


©St. NoPapers

Terug naar overzicht