De manische
depressie van de gewapende vrede
In een gedachte
uit 1982 schrijf ik:
..hoe meer
vrede in mij is,
hoe heviger de oorlog in anderen
met anderen
door anderen
me raakt.
Het gedachte
is in zijn geheel opgenomen in de dAN themaproductie over Oorlog
& Vrede.
Eindredacteur Harry Fleurke vertelde me tijdens het productieproces
dat hij zich moe voelde, maar niet goed wist waar dat door kwam.
Even later vertelde hij over hoe ontsteld hij raakte bij de research
die hij pleegde voor het artikel 'Kind en oorlog' dat hij speciaal
voor de themaproductie schreef. "Je denkt dat je op de
hoogte bent, maar sedert ik echt ging speuren heb ik me in toenemende
mate afgevraagd hoe het komt dat ik zo weinig wist, dat er zo
weinig van wat er allemaal aan afschuwelijks plaats vindt tot
ons doordringt."
Zonder dat hij illustreerde liep het kippenvel al over mijn hele
lijf, de ontroering, diepe compassie voor bijna onvoorstelbaar
leed deed me rillen en mijn ogen vol schieten En in dat delen
wist Harry ineens: "Nu weet ik waar ik zo moe door werd".
Een productie
maken over Oorlog & Vrede, en dan ook nog binnen het tijdsbestek
van een week gaat verder dan organiseren en redigeren. Het is
een keuze. In de spontaniteit waarmee we daar op 3 oktober voor
kozen, naast al het reguliere werk dat ook niet op zich laat
wachten, zat al besloten dat die keuze uit ons hart kwam.
Tijdens de productieweek keek ik op een zonnige, stille zondagochtend
uit over een natuurrijke enclave in de stad en dacht aan hoe
wij in Nederland zouden reageren als de Domtoren en de prachtige
Utrechtse binnenstad vernietigd zouden worden door een aanslag.
Of de Euromast vol toeristen.
Dat IS een aanval, dat is een oorlogsverklaring, dat maakt je
naast allerlei andere gevoelens ook 'gewoon' hartstikke kwaad
en vooral.. het geeft je een heel diep voelen van je bedreigd
weten, aangetast in je gevoelens van veiligheid.
Zo aangevallen worden, ja dat vraagt om aktie
Een beetje laat misschien, maar ineens voelde ik mee met wat
kennelijk veel Amerikanen nog steeds voelen. En.. drijft
Een jaar geleden kwam ik niet verder dan compassie met de slachtoffers.
Ik liet het nieuwe inlevende gevoel die zondagmorgen helemaal
toe.. Een krachtig gevoel dat de Amerikaanse reacties ineens
veel begrijpelijker maakte. Maar juist daardoor besefte ik daarna
dat het niet mijn eerste reactie was, niet mijn natuurlijke reactie
op geweld.
Een illustratie
van een kennelijk voor mij wel natuurlijke reactie op een aantasting
van mijn gevoelens van veiligheid, blijkt uit het hieronder
volgende, bijna anekdotische relaas. Mijn eerste reactie op die
gebeurtenis vorig jaar, bleek een spontaan gebruik van
verbaal geweld.
Ik liep mijn
huis uit en kon nog net op tijd wegspringen voor een brommer
die met forse vaart over de stoep de hoek om kwam gescheurd.
Verbijsterd stond ik enigszins trillend de brommer na te kijken.
"HE! " riep ik de jongen keihard na. Hij hield in,
draaide zijn hoofd mijn kant op. "Je rijdt op de stoep!
En je reed me bijna van de sokken!" Hij stond nu helemaal
stil en gaf me een brutale lach, zei niks. "Je kan op z'n
minst je excuses aanbieden!" riep ik, alweer harder.
"Zal ik eens al je tanden uit je mond slaan?!" reageerde
het schorremorrie.
Ik kan me niet herinneren in mijn leven al eerder ZO kwaad geworden
te zijn en ZO hard te hebben kunnen schreeuwen. "WAT, je
rijdt me bijna over met die brommer van je en i.p.v. dat je excuses
aanbiedt wil je ook nog eens mijn tanden uit mijn mond slaan?!"
Een gemene grijns en aanstalten om zijn brommer te keren en
weer mijn kant uit te komen. Op dat moment was ik helemaal niet
meer te houden en ging op max volume door met hem de waanzin
van zijn gedrag illustreren en lesjes in betamelijk gedrag toeschreeuwen.
"Bij jou thuis hebben ze dan misschien geen respect voor
vrouwen, maar zo ga je niet met mij om. Ik pik dit niet en ..
enz.enz. "
Op alle hoeken van het straatje mensen zag ik mensen stil blijven
staan, kijken waar dat kabaal vandaan kwam. De jongen koos toch
voor vertrekken voor ik bij hem was, maar bleef op de hoek van
de straat staan kijken. Een Marokkaanse meneer kwam naar me toe
en vroeg overbodig wat er aan de hand was. "Ik zou voorzichtig
zijn mevrouw, als u uw tanden wilt houden. Dat is toch meer waard
dan zo'n jongen?!"
Juist de paradoxale waanzin van deze redenering had een kalmerende
uitwerking op me. Ik zou niet verder gegaan zijn dan verbaal
geweld, maar de man heeft in ieder geval nog gezorgd dat ik damestaal
bleef schreeuwen voor ik echt van razernij misschien niet meer
zou hebben geweten wat ik zei.
Zou het?
Ik denk eerlijk gezegd dat er eerder dit zou zijn gebeurd: Ik
zou het oploopje die e.e.a. tot gevolg had, benut hebben, de
jongen zou niet weggekomen zijn, de politie zou erbij gekomen
zijn. Escalatie of de-escalatie?
De cultuurgenoot van de jongen zorgde in ieder geval voor de-escalatie.
Te vroegtijdig?
Ruim een week lang bleef ik op mijn hoede als ik me op straat
begaf. Vroeg of laat zou ik de jongen die ik al herkend had
als ergens in de buurt wonend (waar weet ik niet, hij mag van
geluk spreken) weer tegenkomen en dan? De beslissing was even
simpel als ongewis: wat ik precies zou doen wist ik niet, maar
zeker weten: ik zou kalm blijven en op hem afstappen.
Toen ik hem uiteindelijk zag stond hij op de hoek van de straat
met twee kameraadjes. Stoerig, gniffelend, brutaal steels mijn
kant uitkijkend. Mocht ik nog twijfelen.. was hun gedrag genoeg
illustratie om zeker te weten met wie ik van doen had.
Ik stapte ferm hun kant uit. Een kameraadje was me voor en nam
het woord:
"Heeft u uw tanden nog mevrouw?"Hij grinnikte erbij.
Niet onvriendelijk.
"Maar niet dankzij jouw maatje daar."
De lefgozer wilde net doen of hij een ander was. "Je kent
me helemaal niet!" probeerde hij nog. Ik besloot het spelletje
half mee te doen en speelde over de band via zijn kameraadje.
Tot het echt een vrolijke boel werd over moeders en zonen en
respect. "Nu kennen we elkaar," zei ik tegen de bromfietser.
"Ik weet dat je een grote bek hebt en jij weet dat ik nog
veel harder tekeer kan gaan dan jij. Maar nu hebben we ook met
elkaar kunnen lachen. Nu we dat weten kunnen we misschien eens
beginnen met elkaar beleefd groeten. Wie weet, leren we elkaar
dan nog eens echt kennen".
Dat groeten is er nog (?)niet van gekomen. Hij blijft op afstand,
maar hij kijkt niet meer weg, zoals de eerste weken.We kijken
elkaar aan, in stilte, niet onvriendelijk. De term gewapende
vrede is niet van toepassing.
Gewapende
vrede
Hoe kan deze tegenstrijdige woordcombinatie vrede zijn?
Zou ik me wapenen
met iets anders dan mijn woorden als het hier oorlog was?
Een hectische demonstratieve dag eind 1968, die licht uit de
hand had kunnen lopen, sloot ik af met 'Go home, make Peace".
Wil ik me überhaupt
wel wapenen? Met woorden, met pen of toetsenbord?
Wat gebeurde
in het gesprekje met Harry, dat delen waardoor de emoties een
kans krijgen te stromen, woorden te vinden.. gaat het niet eigenlijk
daarom?
. ..hoe meer
vrede in mij is
Peace Warrior
Nog zo'n tegenstrijdige
woordcombinatie
De
Life Foundation rond
vredestichter Mansukh Patel, organiseert naast vredeswandelingen
met de World Peace Flame op tal van plaatsen in de wereld bijeenkomsten
waarvoor ze mensen uitnodigen die de wil hebben tot vrede te
komen. Wie denkt dat op die bijeenkomsten voor 'Peace Warriors'
instructies voor strijdmethoden worden gegeven, zal zich wel
wat onwennig voelen op zo'n bijeenkomst.
Wat de mensen van de Life Foundation laten zien lijkt eerder
op een kerkdienst, een viering, dan een strijd. De World Peace
Flame, die inmiddels een eigen monument kreeg bij het Vredespaleis
in Den Haag, is eerder het symbool van een innerlijk, dan een
uiterlijk vuur.
"Verander de wereld en begin bij je zelf" lijkt het
motto van deze beweging, die bijeenkomsten organiseert waar je
wordt aangemoedigd je eigen innerlijk licht te (her)vinden en
met elkaar te delen.
Vrede begint in je zelf.
Vrede begint
bij vrede hebben met je zelf.
Maar juist dan word je steeds gevoeliger voor onvrede, kan het
steeds moeilijker worden op televisie of anderzins beelden te
zien van slachtoffers van geweld zonder diep geraakt te worden.
Hoe kunnen we die beelden nog aanzien?
Door afstomping zeggen velen. Door allerlei vormen van afstomping.
Sommige mensen
lukt het niet meer om af te stompen.
Ze vertonen in de ogen van mensen die dat wel lukt vreemd gedrag.
Het ene moment zie je ze stralen, lachen, pretoogjes krijgen
om de kleinste dingen.
Het andere moment zie je hun ogen rood worden, hun gezicht verbleken.
Het ene moment zijn ze druk aan het praten, actief, betrokken.
Het andere moment zijn ze teruggetrokken in hun schulp.
Bij sommige van hen duren die periodes van terugtrekken uren,
dagen soms.
Depressief heet dat dan.
En vanwege de afwisseling met de enorm energieke periodes komt
er dan soms dat etiketje:
"Manisch depressief".
Zou het toeval
zijn dat veel mensen die dat etiket krijgen opgeplakt, ook vroeg
of laat door de psychiatrie worden ingedeeld bij 'borderline
personalities'?
Ook steeds meer
mensen die nog nooit met de psychiatrie in aanraking zijn geweest
zeggen toch van zichzelf dat ze manisch depressief zijn.
Zou het misschien kunnen zijn dat
in een wereld vol afstomping, onechtheid, materieel gewin, milieuvervuilende
statussymbolen, het 'gewoon' niet vol te houden is om altijd
open te staan voor de wereld om je heen?
je door het waarnemen van allerlei ellende waar je je machteloos
bij voelt soms te moe wordt om voort te gaan?
je omdat je niet steeds moe wilt zijn, wel iets moet gaan doen
om hartstikke vrolijk van te worden?
het simpelweg moeilijk is om een evenwicht te vinden in je zelf
als er zo weinig evenwicht om je heen is?
manisch depressiviteit het antwoord is van de beschaafde mens
die beschaving en geweld en hebzucht niet meer in zichzelf kan
verenigen?
Manisch depressief
de 'ziekte' van de met bewust zijn worstelende mens?
Is het goed als
er oorlog is?
Is het slecht als je je daarvan wilt terugtrekken?
In je zelf?
Of met vrienden?
Go home
Make a feast
For peace.
Marja Oosterman
10 oktober 2002
|