Het taoïsme
Het taoïsme is een Chinese toevoeging aan die grote en boeiende
verzameling van spirituele overtuigingen die er wereldwijd bestaan. Het
is niet duidelijk of het nu een volksgeloof, een filosofie, een religie
of een politieke leer is.
Het gemakkelijkste antwoord wordt het meest gegeven: het is van alles wat.
Sommigen beweren dat het taoïsme het geesteskind is van Lao-Tze (andere
schrijfwijzen zijn Lao-Tzu, Lao-Tse, Lau-Tseu, Lao-Tsoe, Lau-Che en waarschijnlijk
nog veel meer), die ook wel Lao-Tan genoemd wordt (wat ofwel 'Oude meester'
betekent ofwel 'lang oor') of zelfs Li-Erh. Anderen beweren dat hij gewoon
in een al bestaande traditie thuis hoort of misschien wel nooit bestaan
heeft. De dichte sluier die de oorsprong van het taoïsme aan het oog
onttrekt is gelukkig versierd met leuke anekdotes.
Fraai is bijvoorbeeld het verhaal dat Lao-Tse eerst in China vertoefde,
daar op aandrang van wat we nu een douanier zouden noemen de Tao Teh King
schreef, vervolgens naar het noorden van India doorreisde om zich als de
Gautama Boeddha opnieuw aan de mensen te tonen. Lao-Tse zou zijn geboren
in de zesde eeuw voor Christus. Dat zou ook het geval kunnen zijn met de
Boeddha.
Dit zich haast subversief verstoppen achter de horizon van het vaststelbare
is ook kenmerkend voor de inhoud van het taoïsme. De nadruk ligt op
het innerlijk van de mens en dat, een spijtige vanzelfsprekendheid, gaat
nu eenmaal vaak gepaard met een openlijke verwerping van opgelegde regels
en van een algemeen aanvaarde moraliteit.
De mens wordt in het taoïsme aangespoord tot een leven in overeenstemming
met de natuur. Het onderscheidt zich hierin van die andere grote leer die
in China sinds onheuglijke tijden de boventoon heeft gevoerd. In het Confucianisme,
want daar hebben we het dan over, staat de harmonie van mens en staat op
de voorgrond, en men put zich uit in het geven van regels en het bepalen
van geldige motieven voor het juiste gedrag. In het taoïsme heeft
niet de staat maar de natuur het primaat. De natuur in het taoïsme,
en nu negeren we zeer veel (historische) nuances, is echter niet synoniem
met de fysische natuur. Het is eerder iets dat ook diep in de mens verankerd,
en vaak verborgen, is. Leven volgens de natuur, of leven volgens Tao, is
levens volgens deze zuiver menselijke natuur. Geheel in overeenstemming
met een algemeen kenmerk van de Chinese filosofie leidt dit, in de regel,
niet tot ascetisme, maar tot een fundamentele acceptatie van het leven
van alledag en van de omgeving waarin dat plaatsvindt.
Het Tao is te vinden in dit leven zelf, niet alleen daarbuiten of daarboven.
Dat is ook het onderscheid, wellicht, met de spirituele stromingen die
op Indiase bodem zijn ontstaan. Tekenend voor het taoïsme is bijvoorbeeld
dat een van de meer esoterische aspecten ervan bestond uit het daadwerkelijk
nastreven van onsterfelijkheid. Dat duidt op een gehechtheid aan het bestaan
die niet snel teruggevonden zal worden in de Indiase wijsbegeerte.
Tao
Maar wat is dan dat Tao precies?
Een onbeantwoordbare vraag. Het Tao zelf kan volgens de taoïsten niet
benoemd worden. Het is geen ding, geen begrip, en geen zijnde dat ook maar
met enig middel aangeduid kan worden. Het ontstijgt alle vormen van bepaalbaarheid,
het is niet scheidbaar, niet onderscheidbaar, niet duaal. 'Dat wat je Tao
noemt, is niet Tao', luidt een van de spreuken uit de Tao Teh King.
Het woord Tao echter betekent zoiets als 'het gaan van een weg', een weg
die in overeenstemming is met de menselijke natuur. Het woord drukt een
beweging uit, een (mee)gaan met de stroom die de ware werkelijkheid is.
Tao is niet, het wordt.
Het centrale thema van de het belangrijkste boek in het taoïsme,
de Tao Teh King, een werk dat zo'n 2500 jaar oud is, is dat van de eenheid
en de orde, oftewel van de samenhang van al wat is. Door te leren beseffen
dat de natuur een eenheid is, kun je nauwkeurig te weten komen hoe, en
waarom, de dingen gebeuren en bijgevolg leer je dienovereenkomstig te handelen.
De methode om dit bereiken, ook wel wu-wei genoemd, wat niet-handelen betekent,
bestaat daarin dat je je ontdoet van vooroordelen en dogma's, we herkennen
hierin het weer subversieve element van het taoïsme, en je jezelf
derhalve niet willens en wetens omvormt naar een extern gegeven ideaalbeeld,
maar alleen je werkelijke natuur, Tao, volgt en zo van moment tot moment
leeft. Echt leven is je(zelf) laten leven! Een actieve wil moet omgevormd
worden tot een passieve wil. En dat is geen gemakkelijke opgave.
Naar een praktisch en modern taoïsme
De taak die Rudolf Snel op zich genomen heeft is om deze grondgedachten
en methoden van het taoïsme zodanig op te schrijven dat ze binnen
het bereik van de moderne mens komen. Zijn boek 'Op weg door Tao: aan de
slag met het universele principe' moet gezien worden als een poging tot
vertaling van de Tao Teh King naar leefwijzers voor het praktische leven
van de moderne mens om, overigens geheel in overeenstemming met het oude
taoïsme, in dit leven succesvol te worden.
Succesvol betekent niet dat je leert met dit boek geld of faam te verdienen,
maar dat je leert je te ontdoen van de onmiskenbaar en alomtegenwoordige
dwang tot een leven buiten jezelf om, tot het volgen van een extern gestelde
norm.
De weg van Tao, volgens Snel, voert je terug naar je Zelf, en weg van je
ego. Het ego is dan dat deel van de mens waardoor hij gehecht is aan
niet wezenlijke zaken als bezit, status en zo meer, en waardoor zijn leven
volledig in het teken kan komen te staan van de bevrediging van behoeften.
Aan de hand van de Tao Teh King probeert Rudolf Snel de lezer te
wijzen op die zaken die je van je ware Zelf, een woord dat ook in het boek
consequent met een hoofdletter geschreven wordt, afhouden. In deel een
van zijn boek wijst hij bijvoorbeeld op de mogelijk nadelige invloeden
van de neiging tot theoretiseren, overdadig plannen, zelfzucht en de neiging
anderen te (ver)oordelen. Hij geeft praktische tips hoe in voorkomende
gevallen dergelijke neigingen herkend en teniet gedaan kunnen worden. Het
is beslist een feit dat Rudolf Snel, althans voor hen die bevattelijk zijn
het taoïsme, ook daadwerkelijk bruikbare en soms verrassende tips
geeft, en ook aangeeft waaruit de verbetering die je mogelijkerwijs te
wachten staat kan bestaan. Hij valt niet snel in de verleiding om kant
en klare recepten te geven, maar benadrukt steeds de houding die je volgens
het taoïsme dient aan te nemen. Hij overstijgt daarmee verre het niveau
van een 'vertel het Mona', en dus van zeer veel van die andere boeken die
je in de boekenwinkel op dezelfde plank zult vinden.
Doordat Snel herhaaldelijk teruggrijpt op citaten uit de Tao Teh King wordt
een onmiskenbare consistentie in zijn suggesties bereikt. Het geheel maakt
een zeer sympathieke indruk. Of het bruikbaar is moet elke lezer echter
voor zichzelf uitmaken, zoals ook Rudolf Snel zelf herhaaldelijk stelt.
Het boek biedt niet voor alles en niet voor iedereen een goede oplossing.
Voor hen echter die een leidraad nodig hebben, of wensen, om iets meer
van dit leven te maken, heeft Snel's opwerking van de Tao Teh King mogelijkerwijs
veel te bieden. Vooropgesteld dat je het vol weet te houden. De weg door
Tao is niet zonder problemen.
Het eerste en veruit grootste deel van het boek is twijfelloos het
beste. In deel 2 gaat hij wat nader in op persoonlijke belevingen die hijzelf
en anderen hebben gehad op hun weg van Tao. Het gemak waarmee hier allerlei
zaken dooreen gemengd worden, van gnosis, Castaneda, pathetisch geïnterpreteerde
ervaringen, een te letterlijk genomen symboliek, en zo meer van die zaken,
had op mij een afstotende werking.
Hoewel beleving centraal staat in het taoïsme heeft het hier gebodene
naar mijn smaak minder met taoïsme te maken dan met een haast wanstaltige
lichtgelovigheid. De weg door Tao van Snel en de zijnen is dan ook zeker
niet de mijne. Het zij zo.
Ik waardeer echter zeer het feit dat Snel deze zaken, grotendeels dan,
buiten het eerste deel heeft weten te houden. Het derde deel is weer minder
controversieel. Hier worden een aantal praktisch uitvoerbare methoden of
technieken aangeboden waarmee de weg van Tao in het leven van alledag gevolgd
zou kunnen worden. Ze doen niet onder voor dat wat in menig andere therapie
geboden wordt.
Een kanttekening
Zonder ook maar iets af te willen doen aan de constatering dat Snel
voor menig lezer een waardevol boek heeft geschreven, is het niet geheel
en al onproblematisch.
De oorzaak is misschien wel de Tao Teh King zelf. Dit is een welhaast onvertaalbaar
werk.
De bondige en duistere filosofie die Lao-Tse in ongeveer 5000 Chinese karakters
heeft neergelegd, is door veel auteurs op veel verschillende manieren vertaald.
Een teken aan de wand. Elke omgang met de Tao Teh King is noodgedwongen
gebaseerd op interpretaties daarvan. Dat is bij Rudolf Snel niet anders.
Om de Tao Teh King te kunnen opwerken tot iets dat praktisch bruikbaar,
heeft hij moeten werken met elders geleende of door hemzelf opgestelde
conceptuele kaders. Het probleem bij Snel is dat hij dat zonder nadere
vermelding doet. Zo meent hij, om maar eens wat te noemen, te kunnen constateren
dat de vrijmetselaars eigenlijk ook een soort taoïsten zijn, en maakt
hij op een verraderlijk impliciete wijze een vrij en veelvuldig gebruik
van boeddhistische of hindoeïstische concepten. En dat terwijl de
Tao Te King geschreven is voordat de confrontatie met deze wereldreligies
plaats vond.
Hij vermeldt verder niet dat het begrippenpaar Yin-Yang ooit 'Fremdkörper'
waren in het taoïsme. Ook heeft hij het regelmatig over de dialectische
wereld, een concept dat, voor zover mij bekend, in de Tao Teh King niet
voorkomt. Het zijn maar enkele voorbeelden. Het gevolg is dat Snel's boek
daarom een wat scheef beeld geeft van het feitelijk taoïsme. Hij scheidt
zijn denken niet van dat van Lao-Tse. Wie zich daaraan niet stoort, wel,
die store zich er niet aan. Wie zich daar, met mij, wel aan stoort zal
zich gedwongen zien een ander, meer historisch betrouwbaar, werk er naast
te lezen. Dat kan trouwens nooit kwaad. Het Taoïsme is namelijk een
zeer boeiend element van die toch als boeiende verzameling van spirituele
stromingen.
En controversieel blijft het toch. Zo is nu eenmaal de weg van de Tao Teh
King, een weg waarop Snel ondanks alles een fraaie steen gelegd heeft.
HENK ELLERMANN