Rituelen


Rituelen horen bij mensen. Hoever we ook terugkijken in de geschiedenis van de mensheid, steeds weer ontdekken we restanten van ooit uitgevoerde rituelen. Zelfs de prehistorische Cro-Magnon mens heeft het ritueel gekend, getuige de in 1940 ontdekte rotstekening in de grot van Lascaux in de Dordogne. Daarop staat een man, want getekend met een duidelijke erectie, in een wat gekunstelde houding afgebeeld, omgeven met symbolen die men met rituelen heeft leren associëren.
Behalve rotstekeningen zijn er ook vele sculpturen bewaard gebleven waarop mensen in rituele houdingen zijn afgebeeld. Er zijn oude geschriften gevonden met volledige beschrijvingen van soms ontzaglijk gecompliceerde rituelen. En nog steeds worden overal in de wereld rituelen uitgevoerd die hun oorsprong hebben in een ver verleden.

Het ritueel speelt echter in onze huidige, westerse, beschaving geen grote rol meer. Veel mensen waarderen het ritueel zelfs negatief, misschien afgezien van een beperkt aantal sterk gecultiveerde rituelen die zich afspelen bij huwelijk en sterven en nog een aantal die alleen in religieuze kringen worden uitgevoerd. In de regel wordt met enige afschuw kennis genomen van 'enge clubjes' als bijvoorbeeld de vrijmetselaars en hun ceremonieën. En wanneer het journaal melding maakt van satanische rituelen huivert het hele land.
Een al dan niet denkbeeldig bloedbad van gruwelijk misbruikte kinderen verschijnt alras voor het oog van de natie en verhit menig gemoed.

Een gestaag groeiende groep mensen is echter van mening dat het ritueel weer in ere hersteld zou moeten worden. Met het uitbannen van het ritueel naar de periferie van het bestaan is iets waardevols en bruikbaars uit ons gezichtsveld verdwenen. Dat is in elk geval de mening van Daan Van Kampenhout. Hij stelt in zijn boek 'Rituelen: Essentie, Uitvoering en Begeleiding' dat je via het uitvoeren van een ritueel je nauwer verbonden kunt weten met de 'krachten om je heen,' en '... met andere mensen of met delen van jezelf die op andere momenten weinig aandacht krijgen' [pag. 16]. Vanuit een persoonlijke achtergrond wil hij de lezer informeren over via sjamanistische middelen gevonden rituelen en hem of haar aanzetten tot het daadwerkelijk gebruik ervan.

'Het doel van vrijwel alle rituelen is genezing' meldt Van Kampenhout op pagina 17.
Met de oorspronkelijke stelling dat 'alle rituelen gaan over verbinding maken' [op pagina 16, amper vier regels voor het vorige citaat] nog heel vers in het geheugen vraag je je af of verbinding misschien hetzelfde is als genezen. Een zinloze mijmering. Vanuit een voldoende abstract gezichtspunt zal genezen best hetzelfde zijn als verbinding. En met zeven-mijls laarzen aan wordt deze weg naar het rijk der ijle abstracties in amper twee zinnen ook daadwerkelijk gezet.
Genezen is voor Van Kampenhout zowel gezond maken wat ziek is, het heel maken wat stuk is, als het je richten op het (ge)heel in plaats van het deel. Maar niet alle rituelen volgen op een diagnose dat iets ziek of stuk is, weet ook Van Kampenhout. Soms gebeuren rituelen alleen maar omdat het tijd is. Maar Van Kampenhout is niet snel door een strijdigheid uit het lood geslagen. Achteloos meldt hij dat het daarbij gaat om preventieve genezingsrituelen. Aan de andere kant van de tegenspraak is alles mogelijk.

Dit voorbeeld is illustratief voor delen 1 en 2 van het boek dat expliciet gewijd is aan de essentie van het ritueel. De gangbare betekenis van woorden wordt schaamteloos opgerekt om argumentaties te vermijden. Om het positief uit te drukken: nauwgezet lezen is voor dit boek geen vereiste.
Behalve zulke staaltjes van 'los' denkwerk zijn deze delen vooral rijk aan triviale opmerkingen. Wanneer Van Kampenhout het heeft over de relatie tussen traditie en vernieuwing komt hij met brainwaves als 'De traditie zorgt er bijvoorbeeld voor dat niet iedere generatie opnieuw het ei van Columbus hoeft uit te vinden' [pag. 39]. Werkelijk, een diepere gedachte heb ik niet kunnen vinden.

De meest vervelende consequentie van dit alles is dat er een misleidend beeld gegeven wordt van wat een ritueel is. De stelling dat vrijwel alle rituelen gericht zijn op genezing, wanneer althans deze woorden worden begrepen zoals ze in het dagelijks spraakgebruik dienen te worden begrepen, is onzinnig. Wanneer je op zoek bent naar een abstracte, maar valide, beschrijving van de essentie van een ritueel dan kom je eerder op de stelling dat het ritueel de overgang van de ene toestand (fysiek, lichamelijk, geestelijk of sociaal) naar de andere vergezelt of bewerkstelligt. De overgang van ziekte naar gezondheid is er zo een, een andere is de overgang van de ongehuwde naar de gehuwde staat, weer anderen zijn de overgang van jongeling naar volwassene, van winter naar lente, van bewustzijn naar verlicht bewustzijn, van gezel naar meester, van leven naar dood, van de gewone realiteit naar een niet-gewone, enzovoort. In de wel serieus te nemen sjamanistische literatuur kom je dergelijke opvattingen ook veelvuldig tegen.
En dan heb ik het nog niet eens over het prikkelende idee van bijvoorbeeld Frits Staal dat de meeste rituelen, althans in het oude Indië, geen doel buiten zichzelf hadden. Rituelen zijn volgens Staal vormen van volmaakt handelen die enkel worden gedaan omdat het nu eenmaal traditie is.

Maar de neiging om Van Kampenhout's deplorabele behandeling van de essentie van het ritueel aan te vullen met meer serieus te nemen opvattingen en conceptualiseringen zal ik hier, met het zweet in mijn handen, weerstaan. In godsnaam beste lezer, wanneer het ritueel je werkelijk interesseert, neem een ander boek. In elke kring, wetenschappelijk, therapeutisch, sjamanistisch, theologisch, filosofisch en Joost mag weten waar nog meer, is er wel een boek te vinden dat beter is.

Dat het deel over de essentie van het ritueel niet best is, wil nog niet zeggen dat de andere aspecten van het boek, die over de uitvoering van rituelen en die over de begeleiding van het ritueel, ook slecht zijn. Er zijn wel meer briljante practici die op theoretisch vlak weinig presteren. Maar helaas....

Bepaald kolderiek wordt het bijvoorbeeld als hij het gaat hebben over de praktische stappen die je bij een ritueel moet uitvoeren. We zijn inmiddels bij het derde deel aanbeland dat gaat over de uitvoering van het ritueel.
Na een gelukkig korte inleiding waarin weer wat open deuren worden ingetrapt, volgt een ongeconcentreerde opsomming van dingen die je moet doen of waaraan je moet denken alvorens te beginnen. Lees, huiver of lach bij de volgende selectie daaruit:

De opsomming bevat banale zaken, is weinig verhelderend, staat in een onlogische volgorde, heeft nogal wat herhalingen, en gaat niet in op de inrichting van de zaal of kamer (licht, geluid), gaat niet op hoe mensen moeten zitten, enzovoort, enzovoort.

Ik laat het hierbij.

Slotwoord
Resumerend meen ik te moeten zeggen dat het hier om een zeer slecht boek gaat. De zaak van het ritueel wordt op onwaardige wijze verdedigd. Binnen de kaders van het sjamanisme wordt een veel betere indruk verkregen van de kracht en functie van het ritueel in een boek als dat van Paul Uccusic 'De sjamaan in ons'. Misschien is het nog verstandiger een boek te nemen van Castaneda zelf, of anders Harner's 'The way of the Shaman'. Dergelijke boeken ogen wat theoretischer, maar zijn ook voor de praktisch ingestelde mens informatiever dan dit niemendalletje van Van Kampenhout.

HENK ELLERMANN


©St. NoPapers

Terug naar overzicht