Baigent/Leigh:
'De Dode-Zeerollen en de verzwegen waarheid'
Als onomstotelijk bewezen kon worden dat de bijbel feitelijk historische
onjuistheden bevat, zou dat van enige invloed zijn op de christelijke geloofswaarheden?
Mijn grootvader deed eens deze uitspraak: 'Er staat in de bijbel dat Jona
door een grote vis werd opgeslokt en dat lijkt me niet geheel onmogelijk.
Maar als er zou hebben gestaan dat hij door een haring was ingeslikt, zou
ik het ook geloven, ook al begrijp ik het niet'.
Dat lijkt een enigszins naïeve uitspraak, maar is het hele christelijke
geloof niet gebouwd op het fundament van een wetenschappelijke onmogelijkheid:
iemand die dood is geweest en weer levend wordt?
Kerk en wetenschap staan met elkaar op gespannen voet. Vooral de RK kerk
probeert met niet aflatende ijver de historische betrouwbaarheid te bewijzen
en initieert, stimuleert en ondersteunt projecten die daartoe bij kunnen
dragen. De wetenschap is daarbij uiteraard onontbeerlijk, zij het dat wetenschappelijk
onderzoek in dit kader nooit een doel, maar steeds een middel is.
Daar nu knelt precies de schoen. Wetenschappelijk onderzoek dient allereerst
feiten boven tafel te halen, kennis op te doen en te vermeerderen, de waarheid
en betrouwbaarheid van veronderstellingen te bevestigen dan wel te ontzenuwen.
Religieuze overtuigingen daarentegen kenmerken zich door het geloof in,
de aanname van een bepaalde waarheid, ook en zelfs als die in strijd zou
zijn dan wel is met wat in wetenschappelijke zin 'feiten' worden genoemd.
Zoals mijn grootvader geloofde dat Jona door een vis werd opgeslokt OMDAT
het in de bijbel staat, zo zijn er veel fundamentalistische christenen
die, om een voorbeeld te noemen, de evolutie afwijzen, omdat die in strijd
is met het bijbelse scheppingsverhaal.
En hoewel de wetenschap het begrip 'dood' definieert als een irreversibele
(is onomkeerbare) toestand, geloven miljoenen christenen in een fysieke
opstanding van Jezus uit de dood.
Met de conclusie dat wetenschap en geloof elk een eigen waarde en waarheid
vertegenwoordigen, die niet noodzakelijkerwijs op elkaar aan hoeven te
sluiten of elkaar moeten bevestigen zou het voorgaande kunnen worden afgesloten.
Hoewel de bijbel spreekt over 'de vier hoeken van de aarde', ging het christendom
tenslotte niet ten onder toen bleek dat de aarde rond was. Tenzij de kerk
er bepaalde belangen bij heeft, niet zozeer om de 'heilsfeiten' wetenschappelijk
bevestigd te krijgen, als wel om te voorkomen dat zekere wetenschappelijke
ontdekkingen aan het licht worden gebracht die het christelijk geloof op
haar grondvesten zouden doen schudden.
Dit laatste nu is het centrale thema van 'De Dode-Zeerollen en de
verzwegen waarheid'. In 1947 werden de eerste boekrollen ontdekt in de
grotten bij Qumran, ten oosten van Jeruzalem. Speurtochten tot 1956 leverden
nog een aantal perkamentrollen op.
Vanaf het begin hebben RK geestelijken zich intensief bezig gehouden met
het onderzoek naar de inhoud van de rollen, daarin bijgestaan door een
wetenschappelijk team.
De resultaten van het onderzoek werden echter slechts mondjesmaat prijsgegeven
en volledige publicatie van de feitelijke inhoud zou op zich laten wachten
tot eind 1991.
Tot die tijd moesten geïnteresseerde niet bij het onderzoek betrokken
wetenschappers het doen met enkele fragmenten of de in verschillende artikelen
gerapporteerde bevindingen van het onderzoeksteam.
De door Baigent en Leigh beschreven bijna vijftigjarige historie van de
Qumran-rollen is weinig verheffend: een kongsi van wetenschappers die vooral
de eigen belangen beschermt, geleid door een dictatoriale geestelijke die
niet aarzelt om met het gevonden materiaal te manipuleren wanneer bepaalde
bevindingen niet stroken met de kerkelijke leer. Belangstellende buitenstaanders
worden gefrustreerd en wordt botweg de toegang tot de rollen geweigerd.
Michael Baigent en Richard Leigh hebben de geschiedenis uiterst minitieus
gereconstrueerd. Niet alleen stellen zij het beschamende gedrag van de
direct betrokkenen aan de kaak, zij gaan ook uitvoerig in op de verschillende
publicaties en tonen overtuigend aan hoe er, met een verdraaiing van feiten
en een soms wel zeer doorzichtige manipulatie van het materiaal en de historische
context waarin het geplaatst moet worden, is geknoeid.
Ook weten de auteurs aannemelijk te maken dat er een directe verbinding
was tussen het wetenschappelijke team en het Vaticaan, wat een objectieve
en onafhankelijke opstelling van het team uiterst dubieus maakt.
In het laatste deel van het boek wordt de inhoud van enkele belangrijke
Dode-Zeerollen belicht. Niet zozeer de bijbelse teksten blijken daarbij
spectaculair te zijn als wel de rollen met teksten over het dagelijkse
leven en de leefregels van enkele invloedrijke religieuze gemeenschappen
in Jezus' dagen.
In de optiek van Baigent en Leigh werpen die teksten een nieuw licht op
het optreden van de historische figuur Jezus en meer nog op het optreden
van een der meest invloedrijke apostelen op (en misschien wel de architect
van) het latere christendom: Paulus.
De auteurs veronderstellen dat het deze inzichten zijn die de kerk liever
niet openbaar maakte, omdat zij de kern van de leer zouden aantasten.
Kort samengevat gaat het om twee zaken:
De religieuze gemeenschap van de Essenen en hun religieuze gedachtengoed speelt in de interpretatie van de auteurs een centrale en cruciale rol.
'De Dode-Zeerollen en de verzwegen waarheid' leest als een trein, wat lezers van hun vorige spectaculaire boek 'Het heilige bloed en de heilige graal' inmiddels wel weten. Het is zeker geen boek voor dogmatici, maar biedt veel boeiende wetenswaardigheden aan iedereen die belang stelt in de oorsprong van het christendom.
HARRY FLEURKE