Inleiding
Drugsgebruik is door de eeuwen heen in vele samenlevingen een geaccepteerd,
of in ieder geval niet bestreden, verschijnsel geweest. Hier en daar is
de situatie praktisch gesproken nog niet veranderd: denk bijvoorbeeld aan
het gebruik van cocabladeren in Midden-Amerika en hasjiesj in India.
In andere culturen, waaronder de onze, zijn veel drugs illegaal, maar wel
'populair' in sommige kringen. We kunnen hierbij denken aan cocaïne
en XTC.
Maar wat is nu de aantrekkingskracht van drugs? Het is bekend dat langdurig
gebruik tot gewenning of zelfs verslaving (met mogelijk gevolg de dood)
kan leiden. Waarom dan toch die enorme aantrekkingskracht?
Vanaf het begin van de beschaving tot op het huidige moment zijn drugs
onder andere gezien als een middel om:
Blijkbaar bieden drugs de mens iets wat hij anders moeilijk kan vinden. Wat is dat?
Drugs, cultuur en mensbeeld
Op deze vraag probeert de stafmedewerker van ARTA (antroposofisch
centrum voor opvang en behandeling van drugsverslaafden) Ron Dunselman
een antwoord te geven.
De psycholoog Dunselman baseert zich hierbij op de antroposofische manier
van denken, als eerste uitgewerkt door Rudolf Steiner en in Nederland verder
ontwikkeld door onder andere Bernard Lievegoed.
Steiner ontwikkelde een mensbeeld, waarbinnen de mens meerdere lichamen
of beter 'wezensdelen' kent.
Hier een kort overzicht gebaseerd op Lievegoed:
Vanuit dit (beknopt weergegeven) mensbeeld behandelt Dunselman geschiedenis
en werking van drugs. Op een boeiende manier krijgt de lezer informatie
over onder andere LSD, softdrugs, opiaten, alcohol, cocaïne (vroeger
een bestanddeel van Coca Cola!) en XTC. Allerlei aspecten van 'drugsgebruik'
komen aan de orde. Wist u bijvoorbeeld dat rond 1540 de grootvizier van
Constantinopel koffiedrinkers in leren zakken liet naaien en deze vervolgens
in de zee liet werpen?
Het moge duidelijk zijn dat wat als een 'verkeerde' drug gezien wordt,
mede bepaald wordt door de culturele omstandigheden. Niet veel mensen in
de westerse cultuur zullen koffie, of alcohol als een drug zien. De benaming
'coffeeshop' is in Nederland misleidend, omdat deze 'winkels' meestal softdrugs
als specialiteit hebben. In Constantinopel anno 1540 zou het verstandiger
zijn een 'koffiewinkel' 'drug-store' te noemen. Maar dit terzijde.
Hoe ziet Dunselman werking en effect van drugs?
Een beetje sterven
In de loop van het boek wordt de visie van Dunselman duidelijk.
Namelijk dat (de meeste) drugs verantwoordelijk zijn voor het (tot op zekere
hoogte) verbreken van de samenhang van de vier hierbovengenoemde 'wezensdelen'.
Dit geeft een grotere vrijheid aan bepaalde wezensdelen, variërend
per drug. Deze scheiding kan de mens als uiterst plezierig ervaren. Gevoelens
als vrijheid, kosmisch bewustzijn en zelfverzekerdheid kunnen het gevolg
zijn van deze ervaring. Een ervaring die volgens Dunselman nog het beste
valt te vergelijken met een uittreding of een BDE (een bijna-dood-ervaring).
Dit is volgens degene die ze ondergaan een soort (tijdelijke) bevrijding
van de ziel uit het lichaam.
Kortom, de aantrekkingskracht van drugs gaat uit van het vermogen ervan
de mens een 'beetje te laten sterven'. Waarbij de stervenservaring een
prettige is, dit enigszins in tegenstelling tot de overheersende visie
(onze overwegend materialistische cultuur kent mijn inziens een wel erg
neurotische visie op de dood en alles wat ermee samenhangt).
De gedachtengang van Dunselman leidt tot een erg interessante benadering
van drugs en de mens. Boeiend en beeldend onderbouwd vanuit de antroposofie.
Persoonlijk vind ik het door Dunselman geschetste beeld overtuigender dan
datgene wat 'slechts' gebaseerd is op de werking van chemische stofjes
in de hersenen. Over het algemeen zijn deze wat magertjes wat de verklaringswaarde
ten aanzien van aantrekkingskracht en effecten van drugs betreft.
Tenslotte
'In plaats van ik' is een helder geschreven, zeer informatief boek.
Het is niet belerend en redelijk te volgen. Toch zou een iets uitgebreidere
(samengebracht in een apart deel?) behandeling van het antroposofische
mensbeeld een voordeel geweest zijn. Het boek lijkt me voor iemand die
niet zo thuis is in de antroposofie iets te onduidelijk. Dat is jammer,
want het boek 'verdient' (door zijn paradoxaal genoeg ontmythologiserende
werking) veel lezers. Een aanrader, niet alleen voor diegenen die in drugs
geïnteresseerd zijn, maar ook voor hen die een 'alternatieve' benadering
van de mens aanhangen.
JAN SPRONG