Hamza Zeid Kailani: 'Kernmomenten in de islam;
bouwstenen voor een dialoog tussen moslims en christenen'
Ooit zag ik op een van oorsprong katholieke school met ruim zestig
procent allochtone kinderen een opvoering van het kerstverhaal. De rol
van Jozef werd gespeeld door een Turks jongetje, de rol van Maria door
een Marokkaans meisje. Qua uiterlijk voorkomen voldeden deze kinderen ongetwijfeld
meer aan het beeld van dit oosterse paar dan veelal wordt afgebeeld in
van origine westerse weergaven in beeld en opvoering. Maar de vraag of
het principiëel, dan wel ethisch verantwoord was, is van een geheel
andere orde.
Uit 'Kernmomenten in de islam' blijkt dat ook in de Koran over Maria geschreven
wordt en in dit voor de moslims heilige boek komt er eveneens geen man
aan de zwangerschap te pas. Maria raakte in verwachting van Jezus nadat
de engel Gabrail in de opening van haar jurk had geblazen. Maar daar houdt
de vergelijking met het bijbelse kerstverhaal op. Jezus heeft in de islam
niet de goddelijke status die het christendom hem verleende, maar wordt
gezien als een belangrijke boodschapper, naast Mozes, en voorafgaand aan
de belangrijkste Profeet Mohammed.
De uitgave wil vooral praktische informatie geven over de godsdienst
en godsdienstbeleving van moslims en wordt zinvol geacht 'voor al degenen
die op een of andere manier actief zijn bij de opvang, begeleiding van,
en gesprek met moslims in ons land', aldus Gerard Zuidberg die - in zijn
hoedanigheid als voorzitter van de Interkerkelijke Stichting Kerken en
Buitenlanders - het voorwoord schreef.
In 27 korte hoofdstukjes worden een aantal belangrijke elementen uit
de islam toegelicht. De figuur van de profeet Mohammed krijgt uitvoerig
aandacht, alsmede de ontstaansgeschiedenis van de Koran.
Verschillende, ook uit de bijbel bekende, verhalen zijn opgenomen, waaronder
die over de schepping, Ibrahiem (Abraham), Jozef (Joessoef) en het al eerder
genoemde Maria-verhaal. Enige motivatie waarom juist deze verhalen zijn
gekozen ontbreekt echter, al kan men een vermoeden daaromtrent hebben,
gezien het feit dat ook de auteur Kailani (een uit Jordanië afkomstige
Palestijn, die sinds 1965 in Nederland woont en als imam werkt onder moslim-gedetineerden)
actief betrokken is bij de eerder genoemde Stichting Kerken en Buitenlanders.
De verhalen-selectie toont immers een bepaalde verwantschap aan tussen
het religieuze erfgoed van moslims en christenen en maakt tevens iets van
de verschillen duidelijk. Juist die verwantschap kan wellicht de beoogde
dialoog bevorderen, moet Kailani gedacht hebben.
In andere hoofdstukken wordt kort ingegaan op religieuze riten en gebruiken
en gewoontes die voortvloeien uit de godsdienst: het bezoek aan en de betekenis
van de moskee, het gebed, de feest- en gedenkdagen (waaronder de vastenmaand
of ramadan), gebruiken rond huwelijk, dood en begrafenis.
Helaas is de informatie zo beknopt en algemeen dat de lezer met nogal wat
vragen blijft zitten. Wellicht wordt dit tekort mede veroorzaakt door het
feit dat de auteur zich weinig rekenschap heeft gegeven van de specifieke
westerse (Nederlandse?) situatie waarin het boek zijn bedding heeft. Zo
schrijft Kailani: 'Op vrijdagmiddag moet in principe iedere volwassen moslim
de moskee bezoeken'. Wat betekent in dit geval 'in principe'. En hoe kunnen
islamieten dat realiseren in een westerse samenleving in een vijfdaagse
werkweek met vrije dagen op zaterdag en zondag?
Merkwaardig is een gedeelte in het hoofdstuk over de dood. Hier staat:
'Men mag echter het leven niet kunstmatig verlengen. Daarom nemen moslims
een andere positie in waar het bijvoorbeeld passieve euthanasie betreft.
Dit in tegenstelling met de gangbare ideeën over dit onderwerp in
het Westen'.
Ik weet natuurlijk niet precies wiens 'gangbare ideeën' de schrijver
op het oog heeft, maar met uitzondering van de officiële katholieke
leer (al valt ook daar wel enige nuancering in aan te brengen) lijkt me
de islamitische opvatting direct aan te sluiten bij de in grote delen van
de Nederlandse bevolking heersende opinie en zelfs in die mate dat voor
velen het begrip 'passieve euthanasie' niet als euthanasie hoort te worden
aangemerkt.
Opvallender is het ontbreken van informatie over geboorteriten (de besnijdenis)
het rituele slachten, het dragen (of niet) van hoofddoeken door moslim-vrouwen,
drie voor westerse culturen toch in het oog lopende gebruiken die in 'Kernmomenten
in de islam' zelfs niet genoemd worden.
En waarom mogen moslims geen varkensvlees eten? Als het waar is dat kennis
van het islamitische geloof en de uitingsvormen ervan van groot belang
is (en wellicht zelfs voorwaarde om tot iets van een dialoog te komen),
dan zou enige informatie over deze gebruiken toch niet mogen ontbreken.
In het slothoofdstuk gaat Hamza Zeid Kailani in op de vraag of een dialoog
tussen christenen en moslims mogelijk is en hij is niet al te optimistisch
in zijn antwoord. Terecht stelt hij dat de geschiedenis van de beide wereldgodsdiensten
behoorlijk besmet is met een enorme erfelijke belasting (waarvan het superioriteitsdenken
van het christendom niet de minst belangrijke is), maar dat in dat moeizame
gesprek ook de invloed van economische en politieke belangen niet onderschat
mag worden, integendeel, dat deze elementen in de dialoog betrokken dienen
te worden.
In zijn Voorwoord merkt Gerard Zuidberg op dat het boekje in een 'eenvoudige
stijl' is geschreven. Helaas leidt dit nobele streven er hier en daar toe
dat de auteur een bijna kinderachtig op-de-hurken-toontje aanslaat, dat
soms irriteert. De volwassen lezer wil wel graag serieus genomen worden.
Dit bezwaar neemt echter niet weg dat 'Kernmomenten in de islam' vooral
voor degenen die zich voor het eerst in deze materie verdiepen een uiterst
informatief werkje is.
HARRY FLEURKE